RECHTSVINDING
Prof. Dr. Frederik Peeraer
2022 - 2023
,Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................................................................................................ 3
Drie soorten vakken.............................................................................................................................................3
Wat is ‘rechtsvinding’?.........................................................................................................................................3
Structuur...............................................................................................................................................................3
Deel I. Twee perspectieven op (juridische) uitlegging.....................................................................................4
Titel I. Wat is (juridische) uitlegging?...................................................................................................................4
Hoofdstuk 1. Uitlegging: begripsomschrijving.................................................................................................4
Hoofdstuk 2. Juridische uitlegging: doel voorwerp, methode en subject.....................................................14
Titel II. Twee visies en de aantrekkingskracht van volledig heteronome uitlegging.........................................22
Hoofdstuk 1. Twee visies...............................................................................................................................23
Hoofdstuk 2. Aantrekkingskracht v/h syllogisme en volledig heteronome rechtsvinding...........................33
Deel II. Uitlegging in staatkundig perspectief................................................................................................ 35
Titel I. Drie pijlers: democratie, rechtsstaat en mensenrechten........................................................................35
Hoofdstuk 1. Democratie...............................................................................................................................35
Hoofdstuk 2. Rechtsstaat...............................................................................................................................36
Hoofdstuk 3. Mensenrechten........................................................................................................................36
Hoofdstuk 4. Onderlinge verhoudingen en spanningen...............................................................................37
Titel II. Drie visies op de verhouding tussen de staatsmachten.........................................................................38
Hoofdstuk 1. Klassieke visie Montesquieu....................................................................................................38
Hoofdstuk 2. Radicale visie Franse revolutie.................................................................................................40
Hoofdstuk 3. Binarie visie Hans Kelsen..........................................................................................................42
Titel III. De verhouding tussen wetgever en rechter vandaag...........................................................................44
Hoofdstuk 1. Democratie, rechtsstaat en mensenrechten in Polen (en Europa).........................................44
Hoofdstuk 2. Macht en tegenmacht in België...............................................................................................46
Deel III. Het (onmogelijke) onderscheid tussen ‘rechtsfeiten’ en ‘rechtsregels’.............................................50
Titel I. Relevantie (en noodzaak) v/h onderscheid.............................................................................................50
Titel II. Hoe moeten ‘rechtsfeiten’ en ‘rechtsregels’ van elkaar worden onderscheiden?.................................50
Hoofdstuk 1. Positivistisch paradigma...........................................................................................................50
Hoofdstuk 2. Constructivistisch paradigma...................................................................................................50
Deel IV. De constructie van rechtsfeiten....................................................................................................... 54
Inleiding..............................................................................................................................................................54
Titel I. Belangen begrijpen.................................................................................................................................57
Titel II. Gebeurtenissen en situaties begrijpen...................................................................................................61
Hoofdstuk 1. Trap 1: de bouwstenen v/h verhaal.........................................................................................61
Hoofdstuk 2. Trap 2: het brengen v/h verhaal (feitenvoorstelling)..............................................................63
Hoofdstuk 3. Trap 3: de waarheidsgetrouwheid v/h verhaal.......................................................................67
Hoofdstuk 4. Trap 4: de juridische waarde v/h verhaal (feitenfiltering).......................................................67
Deel V. De constructie van rechtsregels........................................................................................................ 69
Titel I. Uitleggingsvoorwerp: benadering en overzicht......................................................................................69
Hoofdstuk 1. Twee manieren om bouwstenen van rechtsregels te framen.................................................69
Hoofdstuk 2. Voornaamste gezaghebbende handelingen............................................................................75
1
, Titel II. Exegetische visie op de constructie van rechtsregels.............................................................................88
Hoofdstuk 1. Uitleggingsdoel en uitleggingsvoorwerp.................................................................................88
Hoofdstuk 2. Uitleggingsmethode.................................................................................................................89
Hoofdstuk 3. Afstemmingsmethode.............................................................................................................92
Titel III. Onthullende kritiek................................................................................................................................93
Hoofdstuk 1. Kritiek op het uitleggingsdoel en uitleggingsobject.................................................................93
Hoofdstuk 2. Kritiek op uitleggingsmethode.................................................................................................99
Hoofdstuk 3. Kritiek op afstemmingsmethode...........................................................................................101
Titel IV. Onthullende visie op de constructie van rechtsregels.........................................................................101
Hoofdstuk 1. Uitleggingsdoel en uitleggingsobject.....................................................................................101
Hoofdstuk 2. Uitleggingsmethode...............................................................................................................102
Hoofdstuk 3. Afstemmingsmethode...........................................................................................................120
Besluit....................................................................................................................................................... 122
Samengevat............................................................................................................................................... 123
2
, Inleiding
Drie soorten vakken
Voorbeeld: pannenkoeken
1. Ingrediënten
2. Vaardigheden
3. Recept
Combinatie van materiële benodigdheden en een recept
Materiële benodigdheden – ‘wat?’
o Kennis van rechtsregels
o Specifieke kennis van relevante handelingen die bevoegde personen hebben gericht
Juridische methode – ‘hoe?’
o Op welke wijze je met de ingrediënten moet omgaan
Moeten nog in de praktijk worden gebracht (‘het uitvoeren’)
Combinatie van enerzijds kennis v/d regels v/d kunst (‘methodisch kennen’) en anderzijds het in de
praktijk kunnen brengen van die kennis (‘praktisch kunnen’)
o Methodische kennis: vak impliciet
Thomas Kuhn: concepten, theorieën en (natuurkundige) wetten aanleren a.d.h.v.
bepaalde toepassingen
Wat als methodische kant ongemoeid en impliciet gelaten wordt?
o Problemen met
Kwaliteit
Iets kunnen vs. iets goed doen
Activiteit verrichten vs. activiteit verrichten volgens de regels v/d kunst
Verantwoordelijkheid en (het gebrek aan) algemene aanvaarding v/d juridische
methode
De ‘juridisering’ v/d samenleving => toegenomen belang v/h expliciteren v/d juridische methode
Machtsafwending door machthebbers tegengaan door keuzes die met die machtsuitoefening gepaard gaan,
openlijk benoemen en nadien kritisch evalueren
Wat is ‘rechtsvinding’?
Epistemologische vraag (‘hoe kan ik de inhoud v/h recht kennen?’)
Juridische hermeneutiek
o Onderzoeksgebied dat zich bezighoudt met hoe een persoon het recht interpreteert (‘de
uitlegger’) de inhoud (of synoniem: betekenis) v/h recht in een concreet geval bepaalt
Structuur
Onderscheid ‘heteronome’ en ‘autonome’ rechtsvinding
‘Heteronome’ rechtsvinding
o = ‘aan vreemde regels onderworpen’
o Uitlegger: zelf geen enkele keuze + inhoud v/h recht: volledig neutraal bepaald
‘Autonome’ rechtsvinding
o = ‘aan eigen regels onderworpen’
o Uitlegger: meerdere keuzes gemaakt die bepalen welke inhoud het recht heeft
3