Specifieke mentale functies
Aandacht
Richten op een externe stimulus of een innerlijke ervaring gedurende de vereiste
periode
Bij een goede gerichte aandacht richt men de aandacht op 1 taak & laat men zich
niet afleiden door onbelangrijke prikkels
Stoornissen in gerichte aandacht persoon is niet of onvoldoende in staat om
irrelevante of minder relevante info te onderdrukken
Verhoogde afleidbaarheid = wanneer een persoon tijdens een taak of het uitvoeren
van handelingen zich regelmatig laat afleiden door onbelangrijke prikkels vb:
geluiden op de gang, voorbijrijdende auto,… een verminderende gerichte
aandacht komt vooral voor in een drukke of complexe omgeving
Vasthouden van aandacht
= in staat zijn de aandacht gedurende vereiste tijdsduur vast te houden
Volgehouden aandacht = bij ongestoorde volgehouden aandacht kan men de
aandacht voor de duur v/e (deel)activiteit gericht vasthouden
Vb: tijdens een gesprek
, Relatief korte testonderdelen (van bv 15min.) kunnen volgehouden aandacht
stoornissen niet altijd gedetecteerd worden
Vb: Een kind van 2 jaar oud kan zich gedurende ongeveer twee tot drie minuten op
een gerichte opdracht concentreren.
Veranderen van aandachtsgebied
Het is staat zijn om de aandacht te verplaatsen v/d ene stimulus naar de andere
Verschil verdelen: je kan de 2 of meerdere stimuli niet gelijktijdig verwerken
(veranderen van aandachtsgebied & verdelen van aandacht)
De stimuli staan los van elkaar, vragen elk aandacht
Verdelen van aandacht
Aandacht richten:
o Op 2 of meer stimuli tegelijkertijd
o op verschillende elementen tegelijkertijd binnen één complexe taak gaat
niet
o meerdere geautomatiseerde taken naast elkaar uit te voeren.
Wanneer vaardigheden niet meer automatisch uitgevoerd worden waardoor
basisvaardigheden zoals het handhaven van de balans of het begrijpen van talige
informatie veel capaciteit van de aandacht vragen, kan de patiënt daardoor
bijvoorbeeld niet meer een gesprek voeren tijdens lopen, activiteiten van het
dagelijks leven (ADL) of oefeningen.
Aandacht
Richten op een externe stimulus of een innerlijke ervaring gedurende de vereiste
periode
Bij een goede gerichte aandacht richt men de aandacht op 1 taak & laat men zich
niet afleiden door onbelangrijke prikkels
Stoornissen in gerichte aandacht persoon is niet of onvoldoende in staat om
irrelevante of minder relevante info te onderdrukken
Verhoogde afleidbaarheid = wanneer een persoon tijdens een taak of het uitvoeren
van handelingen zich regelmatig laat afleiden door onbelangrijke prikkels vb:
geluiden op de gang, voorbijrijdende auto,… een verminderende gerichte
aandacht komt vooral voor in een drukke of complexe omgeving
Vasthouden van aandacht
= in staat zijn de aandacht gedurende vereiste tijdsduur vast te houden
Volgehouden aandacht = bij ongestoorde volgehouden aandacht kan men de
aandacht voor de duur v/e (deel)activiteit gericht vasthouden
Vb: tijdens een gesprek
, Relatief korte testonderdelen (van bv 15min.) kunnen volgehouden aandacht
stoornissen niet altijd gedetecteerd worden
Vb: Een kind van 2 jaar oud kan zich gedurende ongeveer twee tot drie minuten op
een gerichte opdracht concentreren.
Veranderen van aandachtsgebied
Het is staat zijn om de aandacht te verplaatsen v/d ene stimulus naar de andere
Verschil verdelen: je kan de 2 of meerdere stimuli niet gelijktijdig verwerken
(veranderen van aandachtsgebied & verdelen van aandacht)
De stimuli staan los van elkaar, vragen elk aandacht
Verdelen van aandacht
Aandacht richten:
o Op 2 of meer stimuli tegelijkertijd
o op verschillende elementen tegelijkertijd binnen één complexe taak gaat
niet
o meerdere geautomatiseerde taken naast elkaar uit te voeren.
Wanneer vaardigheden niet meer automatisch uitgevoerd worden waardoor
basisvaardigheden zoals het handhaven van de balans of het begrijpen van talige
informatie veel capaciteit van de aandacht vragen, kan de patiënt daardoor
bijvoorbeeld niet meer een gesprek voeren tijdens lopen, activiteiten van het
dagelijks leven (ADL) of oefeningen.