Onderzoeken leerjaar 2
College 1 Onderzoeksdesigns
Onderzoeksvraag:
- Een onderzoekscyclus begint meestal met een vraag.
- Binnen deze vraag zijn er een aantal centrale begrippen variabel.
- PICO/PECO acroniem is een methode om de vraag duidelijk en concreet te formuleren.
Onderzoeksvariabelen:
- Baselinevariabelen (kenmerken van de onderzoekspopulatie):
Geslacht, leeftijd, aandoening, etc. > Deze beschrijven de P (patiënt, probleem, populatie).
- Onafhankelijke variabele:
Oorzaakvariabele, determinant > Dit zijn de I (E) en C binnen de onderzoeksvraag.
- Afhankelijke variabele:
Gevolgvariabele, uitkomstvariabele, uitkomstmaat (Dit is de O binnen de onderzoeksvraag).
Level of Evidence:
- Hoe groot is de bewijskracht dat er een causale relatie is tussen de onafhankelijke en afhankelijke
variabele. Bewijskracht is gebaseerd op het studiedesign (=onderzoeksopzet).
Primaire studies:
- Patiënten zijn direct betrokken bij het onderzoek (Origineel onderzoek).
- Experimenteel vs. Observationeel onderzoek.
Experimenteel onderzoek:
- De onderzoeker legt de onderzoekspopulatie iets op
(bijvoorbeeld het wel of niet ondergaan van een interventie) > Ethiek!
- Zuiver experimenteel > RCT (random)
- Quasi-experimenteel > CT (niet random)
Observationeel onderzoek:
- De onderzoeker observeert en meet maar legt geen gedragsregels op.
- Cohort onderzoek
- Patiënt-controle onderzoek
- Patiëntenseries
Secundaire studies:
- Overzichtsartikelen; samenvatting van alle publicaties van primair onderzoek om een
onderzoeksvraag te beantwoorden.
- Systematic reviews van RCT’s (experimenteel onderzoek)
- Systematic reviews van observationeel onderzoek
- Tertiaire studies; met name richtlijnen.
Oefenopdrachten:
- ‘Verlaagd het slikken van vitamine D het risico op een COVID-19 besmetting bij Saxion studenten?’
- Wat zijn de P,I,C,O-elementen?
- Welke causale relatie wordt hier verondersteld?
- ‘Hebben Saxion studenten met een auto-immuunziekte een verhoogd risico op een COVID-19
besmetting?
- Wat zijn de P,I,C,O-elementen?
- Welke causale relatie wordt hier verondersteld?
, Level of evidence (5):
- Mening van een expert.
Level of evidence (4):
- Patiëntenserie (Case series)
- Ik ken 10 studenten die vitamine D slikken en geen COVID-19 besmetting hebben gehad.
- Steekproef ->
Level of evidence (3):
- Patient-controle onderzoek (Case-control)
- Steekproef ->
- -> (retrospectief onderz.)
Level of evidence (2b):
- Cohort onderzoek
- -> (prospectief onderzoek)
Level of evidence (2a):
- Systematic review van observationeel onderzoek
- Steekproef ->
Level of evidence (1b):
- RCT parallel design
- ->
- RC cross over design
- -> /
Level of evidence (1a):
- Systematic review van RCT’s
Steekproef:
- Bij toetsend onderzoek heb je een verwachting over de relatie tussen twee variabelen. Het is
meestal praktisch onmogelijk om het onderzoek bij de gehele doelpopulatie uit te voeren. Daarom
trek je een steekproef (sample).
- ->
Een goede steekproef is..:
- Representatief voor de doelgroep (setting, selectiecriteria).
- A-select: iedereen in de doelgroep heeft een even grote kans om te worden geselecteerd.
- Bij a-selecte steekproef: Hoe groter de steekproef, hoe meer deze gaat lijken op de doelpopulatie.
(hoe kleiner de kans op toevallige steekproeffouten, hoe betrouwbaarder het onderzoek).
College 1 Onderzoeksdesigns
Onderzoeksvraag:
- Een onderzoekscyclus begint meestal met een vraag.
- Binnen deze vraag zijn er een aantal centrale begrippen variabel.
- PICO/PECO acroniem is een methode om de vraag duidelijk en concreet te formuleren.
Onderzoeksvariabelen:
- Baselinevariabelen (kenmerken van de onderzoekspopulatie):
Geslacht, leeftijd, aandoening, etc. > Deze beschrijven de P (patiënt, probleem, populatie).
- Onafhankelijke variabele:
Oorzaakvariabele, determinant > Dit zijn de I (E) en C binnen de onderzoeksvraag.
- Afhankelijke variabele:
Gevolgvariabele, uitkomstvariabele, uitkomstmaat (Dit is de O binnen de onderzoeksvraag).
Level of Evidence:
- Hoe groot is de bewijskracht dat er een causale relatie is tussen de onafhankelijke en afhankelijke
variabele. Bewijskracht is gebaseerd op het studiedesign (=onderzoeksopzet).
Primaire studies:
- Patiënten zijn direct betrokken bij het onderzoek (Origineel onderzoek).
- Experimenteel vs. Observationeel onderzoek.
Experimenteel onderzoek:
- De onderzoeker legt de onderzoekspopulatie iets op
(bijvoorbeeld het wel of niet ondergaan van een interventie) > Ethiek!
- Zuiver experimenteel > RCT (random)
- Quasi-experimenteel > CT (niet random)
Observationeel onderzoek:
- De onderzoeker observeert en meet maar legt geen gedragsregels op.
- Cohort onderzoek
- Patiënt-controle onderzoek
- Patiëntenseries
Secundaire studies:
- Overzichtsartikelen; samenvatting van alle publicaties van primair onderzoek om een
onderzoeksvraag te beantwoorden.
- Systematic reviews van RCT’s (experimenteel onderzoek)
- Systematic reviews van observationeel onderzoek
- Tertiaire studies; met name richtlijnen.
Oefenopdrachten:
- ‘Verlaagd het slikken van vitamine D het risico op een COVID-19 besmetting bij Saxion studenten?’
- Wat zijn de P,I,C,O-elementen?
- Welke causale relatie wordt hier verondersteld?
- ‘Hebben Saxion studenten met een auto-immuunziekte een verhoogd risico op een COVID-19
besmetting?
- Wat zijn de P,I,C,O-elementen?
- Welke causale relatie wordt hier verondersteld?
, Level of evidence (5):
- Mening van een expert.
Level of evidence (4):
- Patiëntenserie (Case series)
- Ik ken 10 studenten die vitamine D slikken en geen COVID-19 besmetting hebben gehad.
- Steekproef ->
Level of evidence (3):
- Patient-controle onderzoek (Case-control)
- Steekproef ->
- -> (retrospectief onderz.)
Level of evidence (2b):
- Cohort onderzoek
- -> (prospectief onderzoek)
Level of evidence (2a):
- Systematic review van observationeel onderzoek
- Steekproef ->
Level of evidence (1b):
- RCT parallel design
- ->
- RC cross over design
- -> /
Level of evidence (1a):
- Systematic review van RCT’s
Steekproef:
- Bij toetsend onderzoek heb je een verwachting over de relatie tussen twee variabelen. Het is
meestal praktisch onmogelijk om het onderzoek bij de gehele doelpopulatie uit te voeren. Daarom
trek je een steekproef (sample).
- ->
Een goede steekproef is..:
- Representatief voor de doelgroep (setting, selectiecriteria).
- A-select: iedereen in de doelgroep heeft een even grote kans om te worden geselecteerd.
- Bij a-selecte steekproef: Hoe groter de steekproef, hoe meer deze gaat lijken op de doelpopulatie.
(hoe kleiner de kans op toevallige steekproeffouten, hoe betrouwbaarder het onderzoek).
