Adolescence and emerging
adulthood part 2
Chapter 8: Peers
Peers en vrienden:
Peers zijn mensen die bepaalde aspecten van hun leven gemeen hebben;
ze zijn van ongeveer dezelfde leeftijd. Vrienden zijn meestal ook peers,
maar niet alle peers zijn vrienden. Vrienden zijn mensen met wie ze een
gewaardeerde, wederkerige relatie ontwikkelen.
Familie en peers:
Adolescenten brengen minder tijd met hun familie door en meer met hun
leeftijdsgenoten. Zo daalt de tijd die adolescenten doorbrengen met
ouders, blijft de tijd die ze doorbrengen met peers van hetzelfde geslacht
gelijk, en stijgt de tijd die ze doorbrengen met peers van het andere
geslacht. Niet alleen de kwantiteit verandert maar ook de kwaliteit van de
relaties. Zo worden peers als belangrijker gezien en gaan adolescenten als
ze ergens mee zitten eerder naar hun vrienden dan naar hun ouders. Voor
kwesties over school en werk gaan ze naar hun ouders en voor andere
kwesties zoals sociale relaties gaan ze naar hun vrienden.
Ouders blijven de adolescenten beïnvloeden, maar op een indirecte
manier. Zo kiezen ze de woonplaats, school, religieuze instanties etc. Ook
op het kiezen van vrienden hebben ouders enige invloed. Daarnaast
beïnvloeden ze de persoonlijkheden van adolescenten door
ouderschapsstijlen wat weer de keuze van vrienden beïnvloedt.
Emotionele staten en vrienden: hogere toppen en lagere dalen
Adolescenten zijn het gelukkigst met vrienden. Hier zijn volgens Larson en
Richards twee redenen voor. Ten eerste vinden adolescenten in een goede
vriend iemand die hun emoties weerspiegelt. Ten tweede voelen ze zich
vrij en open bij vrienden op een manier waarop ze zich zelden bij ouders
voelen. Wellicht is dit de essentie van vriendschap, dat ze je accepteren en
waarderen hoe je bent. Het weekend noemen ze het emotionele
hoogtepunt van de week omdat het gedeelde genot dan het grootst is.
Vrienden zijn echter ook vaak de bron van negatieve emoties zoals
boosheid, frustratie, verdriet en angst. Door de hechting aan en grote
afhankelijkheid van vrienden zijn adolescenten emotioneel ook kwetsbaar.
Familie en vrienden en traditionele culturen:
In niet-westerse landen blijven adolescenten hecht met hun families, zelfs
als ze een hechtere band met hun vrienden ontwikkelen. Terwijl in
westerse landen hechtheid met familie vermindert en hechtheid met
vrienden groeit.
,Ontwikkelingsveranderingen in vriendschappen
Intimiteit in adolescente en jongvolwassene vriendschappen
Een van de factoren die adolescente vriendschappen onderscheidt van
vriendschappen in de kindertijd is intimiteit. Intimiteit is de mate waarop
twee mensen persoonlijke kennis, gedachten en gevoelens delen.
Volgens Sullivan ontwikkelen kinderen op ongeveer 10-jarige leeftijd een
speciale vriendschap met een bepaald lid van hetzelfde geslacht wie een
goede vriend wordt. Kinderen zijn op deze leeftijd cognitief in staat om in
bepaalde mate perspectief te nemen. Deze nieuwe capaciteit stelt ze in
staat om vriendschappen te vormen waar ze echt om de individuen geven
in plaats van dat het alleen speelmaatjes zijn.
Beste vrienden motiveren de ontwikkeling van perspectief nemen omdat
ze hun gedachten delen. Daarnaast bieden ze eerlijke beoordelingen van
de ander zijn verdiensten en fouten. Dit draagt bij aan identiteitsvorming,
omdat adolescenten passendere zelfevaluaties van hun vaardigheden en
persoonlijkheden vormen.
Intimiteit en ontwikkeling van de adolescent
Adolescenten zijn beter in staat om abstract te denken waardoor ze niet
alleen problemen kunnen oplossen maar ook sociale relaties beter
begrijpen. De sociale cognitie verbetert.
Daarnaast kunnen ze beter nadenken over abstracte kwaliteiten van
relaties zoals loyaliteit en vertrouwen.
De seksuele ontwikkeling is ook een onderwerp om over te praten. Het
delen van persoonlijke gedachten en gevoelens over dit soort
onderwerpen doen ze liever met vrienden dit bevordert de intimiteit.
Kiezen van vrienden
Een van de redenen om mensen te kiezen al vrienden is overeenkomst
(similarity). Mensen neigen bevriend te worden met mensen die ongeveer
gelijk zijn in leeftijd, geslacht en andere kenmerken. Belangrijke
overeenkomsten zijn educatieve oriëntatie, media en vrije tijd voorkeuren,
participatie in risicovol gedrag en etniciteit. Zowel adolescenten als
jongvolwassenen hebben een voorkeur voor vrienden die dezelfde keuzes
zouden maken in dezelfde soort situatie.
Invloed van vrienden en druk van peers:
Peers zijn de min of meer anonieme groep die even oud als jij zijn,
vrienden zijn emotioneel en sociaal belangrijker. Vrienden hebben een
aanzienlijke invloed op adolescenten maar de effecten van de gehele
groep leeftijdsgenoten zijn zwakker en vrienden kunnen een
beschermende factor zijn tegen de druk van leeftijdsgenoten. Vrienden
beïnvloeden adolescenten zowel op negatieve manier (aanmoedigen van
risicovol gedrag) als op positieve manier (ontmoedigen van
risicovolgedrag en steunen en helpen van adolescenten om om te gaan
met stressvolle levensgebeurtenissen).
, Invloed van vrienden: risicovol gedrag
Het risicovolle gedrag van een adolescent hangt sterk samen met het
risicovolle gedrag van vrienden. Dit hoeft echter nog geen causaal
verband te zijn. Ten eerste komen de gegevens over de hoeveelheid
risicovol gedrag alleen van de adolescent zelf. Door het egocentrisme
van adolescenten, zien ze hun vrienden echter als gelijker aan zichzelf dan
dat ze echt zijn. Een tweede reden waarom je voorzichtig moet zijn met
uitspraken over causaliteit is het principe van selectieve associatie,
mensen hebben de neiging om vrienden te kiezen die overeenkomstig zijn
aan hunzelf.
Online vrienden: sociale netwerken
Op sociale netwerken zetten mensen alleen maar dingen neer die ze willen
dat anderen weten. Aan de andere kant zijn sociale netwerken een
platform om iemand publiek te vernederen. Facebook wordt meestal alleen
gebruikt om bestaande vriendschappen en familierelaties online te
brengen en niet om nieuwe vrienden te maken. Dit laatste was vooral het
doel van internet voordat Facebook er was.
Oudere tieners praten meer online dan jongeren tieners. Offline
karaktertrekken zijn ook van invloed op het online risico nemen. Zo waren
tieners die minder tevreden waren in het echte leven, vaker online te
vinden en voelden ze zich zelfverzekerder online, wellicht door de
anonimiteit. Hoe kunnen ouders hier zicht op houden? Co-use en
huisregels zijn minder effectief om risico’s te verkleinen. Het verminderen
van online interacties met peers is effectiever.
Mensen kiezen vrienden uit die gelijk zijn aan zichzelf. Adolescenten zijn
dus al gelijk in risicovol gedrag. Tegelijkertijd worden ze nog gelijker en
neemt het risicovolle gedrag toe of af naarmate de adolescent tijd
doorbrengt met de vrienden.
Invloed van vrienden: steun en koestering
Thomas Berndt benoemt vier soorten steun die vrienden kunnen bieden
aan elkaar tijdens de adolescentie:
- Informationele steun is advies en leidraad in het oplossen van
persoonlijke problemen. Intieme vriendschappen geven steun omdat
ze over persoonlijke gedachten en gevoelens kunnen praten met
iemand die ze accepteert en begrijpt.
- Instrumentele steun is help met taken van allerlei soorten zoals
het helpen met huiswerk, geld lenen etc.
- Gezelschap steun is het in staat zijn om te vertrouwen op elkaar
als gezelschap in sociale activiteiten.
- Zelfvertrouwen steun is de steun die adolescente vrienden bieden
door ze te feliciteren met succes en ze aanmoedigen of troosten bij
falen.
Kliekjes en de menigte:
Kliekjes zijn kleine groepjes vrienden die elkaar goed kennen, dingen
samendoen en een regelmatige sociale groep vormen. Daarentegen zijn
adulthood part 2
Chapter 8: Peers
Peers en vrienden:
Peers zijn mensen die bepaalde aspecten van hun leven gemeen hebben;
ze zijn van ongeveer dezelfde leeftijd. Vrienden zijn meestal ook peers,
maar niet alle peers zijn vrienden. Vrienden zijn mensen met wie ze een
gewaardeerde, wederkerige relatie ontwikkelen.
Familie en peers:
Adolescenten brengen minder tijd met hun familie door en meer met hun
leeftijdsgenoten. Zo daalt de tijd die adolescenten doorbrengen met
ouders, blijft de tijd die ze doorbrengen met peers van hetzelfde geslacht
gelijk, en stijgt de tijd die ze doorbrengen met peers van het andere
geslacht. Niet alleen de kwantiteit verandert maar ook de kwaliteit van de
relaties. Zo worden peers als belangrijker gezien en gaan adolescenten als
ze ergens mee zitten eerder naar hun vrienden dan naar hun ouders. Voor
kwesties over school en werk gaan ze naar hun ouders en voor andere
kwesties zoals sociale relaties gaan ze naar hun vrienden.
Ouders blijven de adolescenten beïnvloeden, maar op een indirecte
manier. Zo kiezen ze de woonplaats, school, religieuze instanties etc. Ook
op het kiezen van vrienden hebben ouders enige invloed. Daarnaast
beïnvloeden ze de persoonlijkheden van adolescenten door
ouderschapsstijlen wat weer de keuze van vrienden beïnvloedt.
Emotionele staten en vrienden: hogere toppen en lagere dalen
Adolescenten zijn het gelukkigst met vrienden. Hier zijn volgens Larson en
Richards twee redenen voor. Ten eerste vinden adolescenten in een goede
vriend iemand die hun emoties weerspiegelt. Ten tweede voelen ze zich
vrij en open bij vrienden op een manier waarop ze zich zelden bij ouders
voelen. Wellicht is dit de essentie van vriendschap, dat ze je accepteren en
waarderen hoe je bent. Het weekend noemen ze het emotionele
hoogtepunt van de week omdat het gedeelde genot dan het grootst is.
Vrienden zijn echter ook vaak de bron van negatieve emoties zoals
boosheid, frustratie, verdriet en angst. Door de hechting aan en grote
afhankelijkheid van vrienden zijn adolescenten emotioneel ook kwetsbaar.
Familie en vrienden en traditionele culturen:
In niet-westerse landen blijven adolescenten hecht met hun families, zelfs
als ze een hechtere band met hun vrienden ontwikkelen. Terwijl in
westerse landen hechtheid met familie vermindert en hechtheid met
vrienden groeit.
,Ontwikkelingsveranderingen in vriendschappen
Intimiteit in adolescente en jongvolwassene vriendschappen
Een van de factoren die adolescente vriendschappen onderscheidt van
vriendschappen in de kindertijd is intimiteit. Intimiteit is de mate waarop
twee mensen persoonlijke kennis, gedachten en gevoelens delen.
Volgens Sullivan ontwikkelen kinderen op ongeveer 10-jarige leeftijd een
speciale vriendschap met een bepaald lid van hetzelfde geslacht wie een
goede vriend wordt. Kinderen zijn op deze leeftijd cognitief in staat om in
bepaalde mate perspectief te nemen. Deze nieuwe capaciteit stelt ze in
staat om vriendschappen te vormen waar ze echt om de individuen geven
in plaats van dat het alleen speelmaatjes zijn.
Beste vrienden motiveren de ontwikkeling van perspectief nemen omdat
ze hun gedachten delen. Daarnaast bieden ze eerlijke beoordelingen van
de ander zijn verdiensten en fouten. Dit draagt bij aan identiteitsvorming,
omdat adolescenten passendere zelfevaluaties van hun vaardigheden en
persoonlijkheden vormen.
Intimiteit en ontwikkeling van de adolescent
Adolescenten zijn beter in staat om abstract te denken waardoor ze niet
alleen problemen kunnen oplossen maar ook sociale relaties beter
begrijpen. De sociale cognitie verbetert.
Daarnaast kunnen ze beter nadenken over abstracte kwaliteiten van
relaties zoals loyaliteit en vertrouwen.
De seksuele ontwikkeling is ook een onderwerp om over te praten. Het
delen van persoonlijke gedachten en gevoelens over dit soort
onderwerpen doen ze liever met vrienden dit bevordert de intimiteit.
Kiezen van vrienden
Een van de redenen om mensen te kiezen al vrienden is overeenkomst
(similarity). Mensen neigen bevriend te worden met mensen die ongeveer
gelijk zijn in leeftijd, geslacht en andere kenmerken. Belangrijke
overeenkomsten zijn educatieve oriëntatie, media en vrije tijd voorkeuren,
participatie in risicovol gedrag en etniciteit. Zowel adolescenten als
jongvolwassenen hebben een voorkeur voor vrienden die dezelfde keuzes
zouden maken in dezelfde soort situatie.
Invloed van vrienden en druk van peers:
Peers zijn de min of meer anonieme groep die even oud als jij zijn,
vrienden zijn emotioneel en sociaal belangrijker. Vrienden hebben een
aanzienlijke invloed op adolescenten maar de effecten van de gehele
groep leeftijdsgenoten zijn zwakker en vrienden kunnen een
beschermende factor zijn tegen de druk van leeftijdsgenoten. Vrienden
beïnvloeden adolescenten zowel op negatieve manier (aanmoedigen van
risicovol gedrag) als op positieve manier (ontmoedigen van
risicovolgedrag en steunen en helpen van adolescenten om om te gaan
met stressvolle levensgebeurtenissen).
, Invloed van vrienden: risicovol gedrag
Het risicovolle gedrag van een adolescent hangt sterk samen met het
risicovolle gedrag van vrienden. Dit hoeft echter nog geen causaal
verband te zijn. Ten eerste komen de gegevens over de hoeveelheid
risicovol gedrag alleen van de adolescent zelf. Door het egocentrisme
van adolescenten, zien ze hun vrienden echter als gelijker aan zichzelf dan
dat ze echt zijn. Een tweede reden waarom je voorzichtig moet zijn met
uitspraken over causaliteit is het principe van selectieve associatie,
mensen hebben de neiging om vrienden te kiezen die overeenkomstig zijn
aan hunzelf.
Online vrienden: sociale netwerken
Op sociale netwerken zetten mensen alleen maar dingen neer die ze willen
dat anderen weten. Aan de andere kant zijn sociale netwerken een
platform om iemand publiek te vernederen. Facebook wordt meestal alleen
gebruikt om bestaande vriendschappen en familierelaties online te
brengen en niet om nieuwe vrienden te maken. Dit laatste was vooral het
doel van internet voordat Facebook er was.
Oudere tieners praten meer online dan jongeren tieners. Offline
karaktertrekken zijn ook van invloed op het online risico nemen. Zo waren
tieners die minder tevreden waren in het echte leven, vaker online te
vinden en voelden ze zich zelfverzekerder online, wellicht door de
anonimiteit. Hoe kunnen ouders hier zicht op houden? Co-use en
huisregels zijn minder effectief om risico’s te verkleinen. Het verminderen
van online interacties met peers is effectiever.
Mensen kiezen vrienden uit die gelijk zijn aan zichzelf. Adolescenten zijn
dus al gelijk in risicovol gedrag. Tegelijkertijd worden ze nog gelijker en
neemt het risicovolle gedrag toe of af naarmate de adolescent tijd
doorbrengt met de vrienden.
Invloed van vrienden: steun en koestering
Thomas Berndt benoemt vier soorten steun die vrienden kunnen bieden
aan elkaar tijdens de adolescentie:
- Informationele steun is advies en leidraad in het oplossen van
persoonlijke problemen. Intieme vriendschappen geven steun omdat
ze over persoonlijke gedachten en gevoelens kunnen praten met
iemand die ze accepteert en begrijpt.
- Instrumentele steun is help met taken van allerlei soorten zoals
het helpen met huiswerk, geld lenen etc.
- Gezelschap steun is het in staat zijn om te vertrouwen op elkaar
als gezelschap in sociale activiteiten.
- Zelfvertrouwen steun is de steun die adolescente vrienden bieden
door ze te feliciteren met succes en ze aanmoedigen of troosten bij
falen.
Kliekjes en de menigte:
Kliekjes zijn kleine groepjes vrienden die elkaar goed kennen, dingen
samendoen en een regelmatige sociale groep vormen. Daarentegen zijn
