Ontwikkeling van het kind
Hoofdstuk 1
Principes en definitie
Ontwikkeling gaat over individuele groei en verandering in tijd. Gekenmerkt 3 basisprincipes:
1. Ontwikkeling proces in vaste volgorde
2. Ontwikkeling is cumulatief
3. Ontwikkeling is van eenvoudig naar complex.
Cumulatief wil zeggen dat elke fase in ontwikkeling al het voorgaande bevat.
Ontwikkeling bestaat uit onomkeerbare veranderingen in de tijd die in een vaste volgorde,
cumulatief en in richting van grotere complexiteit.
Hoofdstuk 2
De cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget
Met cognitie wordt bedoelt om kennis te verwerven. Kennis wordt opgebouwd door waar te nemen
en de informatie te verwerken.
Kennis komt niet tot stand door passief ontvangen maar is de resultaat van een interactief proces. Dit
zegt Piaget.
Baby’s zitten in de sensomotorische periode, ze tasten, proeven en voelen de omgeving om te
verkennen. 2-jarige passen trail and eror toe, ze proberen net zolang totdat het lukt.
Adapteren is het proces waar kinderen veranderen in gedrag of denken om effectiever te
functioneren.
Adapteren bestaan uit 2 processen
1. Assimilatie
a. Proces waarmee bestaande vaardigheid of kennis worden gebruikt in nieuwe
situaties
2. Accommodatie
a. Proces waarmee aanpassingen van bestaande vaardigheden of kennis om met
nieuwe situaties om te gaan.
Door steeds assimilatie en accommodatie toe te passen ontwikkelen kinderen van uit een aantal
reflexen die aangeboren zijn, steeds meer vaardigheden die ze weer in een nieuwe situaties kunnen
toepassen.
De drijvende kracht achter cognitieve ontwikkeling noemt Piaget equillibratie. Equilibratie is
zelfregulerend proces dat voor betere adaptie werkt. Er is steeds balans.
Piaget beschreef verschillende stadia van cognitieve ontwikkelingen. Ontwikkelingen is vast alleen de
snelheid varieert per kind en cultuur.
Stadia Piaget
Sensomotorische periode
o 0-2 jaar
Pre-operationele periode
, o 2-7 jaar
Concreet-operationele periode
o 7-11 jaar
Formeel-operationele periode
o 12 en ouder
Sensomotorische periode
Is onderverdeelt is 6 stadia. Het heet zo omdat deze periode de nadruk van het denken op
motorische reactie op input van de zintuigen.
6 stadia:
Reflexen
o 0-4 maanden
o Aangeboren reflexen, gaat weer weg
Primaire circulaire reacties
o 1- 4 maanden
o Gedrag vertonen dat interessant of plezierig effect heeft en herhaald wordt.
Secundaire circulatie reacties
o 4-8 maanden
o Effect handelen op omgeving buiten lichaam
Coördinatie van secundaire schema’s
o 8 – 12 maanden
o Doelgericht van gedrag laten zien
Tertiaire circulatie reacties
o 12 tot 18 maanden
o Oorzaak-gevolg reactie
Het eerst denken
o Eerste probleem in gedachten denken
Symbolisch denken iets voor iets anders kan staan
Pre-operationele periode
Hierbij ontbreekt het logisch denkstategie nog.
2-7 jaar
Oorzaak verband in dagelijks leven leggen
Magisch denken
Volgens Piaget pre-operationele periode gekenmerkt door volgden aspecten
- Egocentrisme
o Denken concreet zich rond eigen persoon
- Animisme
o Niet-levende dingen hebben ook gevoel
- Artificialisme
o Alle dingen zijn door de mens gemaakt
- Realisme
o Neiging psychische fenomeen zoals gedachtes als fysche fenomeen te zien.
Concreet-operationele periode
Logisch en systematische nadenken
7-11 jaar
Hoofdstuk 1
Principes en definitie
Ontwikkeling gaat over individuele groei en verandering in tijd. Gekenmerkt 3 basisprincipes:
1. Ontwikkeling proces in vaste volgorde
2. Ontwikkeling is cumulatief
3. Ontwikkeling is van eenvoudig naar complex.
Cumulatief wil zeggen dat elke fase in ontwikkeling al het voorgaande bevat.
Ontwikkeling bestaat uit onomkeerbare veranderingen in de tijd die in een vaste volgorde,
cumulatief en in richting van grotere complexiteit.
Hoofdstuk 2
De cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget
Met cognitie wordt bedoelt om kennis te verwerven. Kennis wordt opgebouwd door waar te nemen
en de informatie te verwerken.
Kennis komt niet tot stand door passief ontvangen maar is de resultaat van een interactief proces. Dit
zegt Piaget.
Baby’s zitten in de sensomotorische periode, ze tasten, proeven en voelen de omgeving om te
verkennen. 2-jarige passen trail and eror toe, ze proberen net zolang totdat het lukt.
Adapteren is het proces waar kinderen veranderen in gedrag of denken om effectiever te
functioneren.
Adapteren bestaan uit 2 processen
1. Assimilatie
a. Proces waarmee bestaande vaardigheid of kennis worden gebruikt in nieuwe
situaties
2. Accommodatie
a. Proces waarmee aanpassingen van bestaande vaardigheden of kennis om met
nieuwe situaties om te gaan.
Door steeds assimilatie en accommodatie toe te passen ontwikkelen kinderen van uit een aantal
reflexen die aangeboren zijn, steeds meer vaardigheden die ze weer in een nieuwe situaties kunnen
toepassen.
De drijvende kracht achter cognitieve ontwikkeling noemt Piaget equillibratie. Equilibratie is
zelfregulerend proces dat voor betere adaptie werkt. Er is steeds balans.
Piaget beschreef verschillende stadia van cognitieve ontwikkelingen. Ontwikkelingen is vast alleen de
snelheid varieert per kind en cultuur.
Stadia Piaget
Sensomotorische periode
o 0-2 jaar
Pre-operationele periode
, o 2-7 jaar
Concreet-operationele periode
o 7-11 jaar
Formeel-operationele periode
o 12 en ouder
Sensomotorische periode
Is onderverdeelt is 6 stadia. Het heet zo omdat deze periode de nadruk van het denken op
motorische reactie op input van de zintuigen.
6 stadia:
Reflexen
o 0-4 maanden
o Aangeboren reflexen, gaat weer weg
Primaire circulaire reacties
o 1- 4 maanden
o Gedrag vertonen dat interessant of plezierig effect heeft en herhaald wordt.
Secundaire circulatie reacties
o 4-8 maanden
o Effect handelen op omgeving buiten lichaam
Coördinatie van secundaire schema’s
o 8 – 12 maanden
o Doelgericht van gedrag laten zien
Tertiaire circulatie reacties
o 12 tot 18 maanden
o Oorzaak-gevolg reactie
Het eerst denken
o Eerste probleem in gedachten denken
Symbolisch denken iets voor iets anders kan staan
Pre-operationele periode
Hierbij ontbreekt het logisch denkstategie nog.
2-7 jaar
Oorzaak verband in dagelijks leven leggen
Magisch denken
Volgens Piaget pre-operationele periode gekenmerkt door volgden aspecten
- Egocentrisme
o Denken concreet zich rond eigen persoon
- Animisme
o Niet-levende dingen hebben ook gevoel
- Artificialisme
o Alle dingen zijn door de mens gemaakt
- Realisme
o Neiging psychische fenomeen zoals gedachtes als fysche fenomeen te zien.
Concreet-operationele periode
Logisch en systematische nadenken
7-11 jaar