Inleiding in de psychologie week 1
Psychologie: studie naar menselijk gedrag en mentale processen
Waarom gedragen mensen zich zoals ze doen?
Hoe zorgen de hersenen voor gedachten en gevoelens etc.
Wat gaat er precies mis bij patiënten met psychopathologie
Hoe kan het dat een verzameling cellen een bewustzijn kan hebben
- Folk psychology/ commonsense psychology: we zijn allemaal mensen dus kunnen
allemaal nadenken over bepaalde psychologische vraagstukken
H1 fundamenten van de psychologie
Lichamelijke oorzaak van gedrag
- Dualisme: lichaam kan onderzocht worden maar de ziel (immaterieel) niet
Decartes: ziel is nodig voor menselijke handelingen: denken
Pijnappelklier (epifyse) plaats van interactie tussen lichaam en ziel:
cartesiaans dualisme
Zeer beperkte verklaring, hoe kan materie met immaterieel iets interacteren,
plaatst onderwerpen buiten de wetenschap
- Materialisme
Thomas hobbes
Gedragingen resultaat van fysieke processen
- Klinische neuropsychologie
Paul broca: schade aan hersenen leidt tot verschillende beperkingen in gedrag
Gebied van broca: spraakgebied
Rol van ervaring
- Empirisme: kennis en cognitie komt uit ervaring
Tabula rasa
Gedachten zijn niet het product van een ziel of vrije wil maar gevolg van
blootstelling aan de omgeving
Association by contiguity
- Nativisme
In een organisme mechanisme voor waarneming, verwerking
Immanuel kant: A priori en a posteriori: aangeboren en aangeleerd
, Rol van natuurlijke selectie
- Nativisme
- Charles darwin: evolutietheorie
Fitness en mutaties
Individuen die meer nageslacht produceren geven hun genetische
eigenschappen door: welk gedrag verhoogt kans op overleven en
voortplanten? (functionaliteit)
8 perspectieven
1. Evolutie
- Welk gedrag verhoogt de kans op overleven en voortplanten?
Functionaliteit
2. Genen
Hoe groot is de bijdrage van de genen (erfelijke factoren) aan de variabiliteit
van een eigenschap? (Heritabiliteit)
3. Zenuwstelsel
- Welke delen van het zenuwstelsel betrokken bij welk gedrag?
Welke systemen worden wanneer geactiveerd
Hormonen
Welk deel van de hersenen, waarom, kunnen we dat manipuleren?
4. Ontwikkeling
- Gedragsverandering met leeftijd en onderliggende processen
- Piaget’s ontwikkelingsstadia (ontwikkeling cognitieve functies
Sensorimotor stage
Preoperational stage
Concrete-operational stage
Formal-operational stage
5. Leer
- Verandering van gedrag door ervaring
6. Cognitieve
- Gedrag verklaren vanuit mentale processen: denken, overtuigingen, herinneringen
Werking en beïnvloedbaarheid van het geheugen
Herinnering wordt beïnvloed door latere ervaring
Psychologie: studie naar menselijk gedrag en mentale processen
Waarom gedragen mensen zich zoals ze doen?
Hoe zorgen de hersenen voor gedachten en gevoelens etc.
Wat gaat er precies mis bij patiënten met psychopathologie
Hoe kan het dat een verzameling cellen een bewustzijn kan hebben
- Folk psychology/ commonsense psychology: we zijn allemaal mensen dus kunnen
allemaal nadenken over bepaalde psychologische vraagstukken
H1 fundamenten van de psychologie
Lichamelijke oorzaak van gedrag
- Dualisme: lichaam kan onderzocht worden maar de ziel (immaterieel) niet
Decartes: ziel is nodig voor menselijke handelingen: denken
Pijnappelklier (epifyse) plaats van interactie tussen lichaam en ziel:
cartesiaans dualisme
Zeer beperkte verklaring, hoe kan materie met immaterieel iets interacteren,
plaatst onderwerpen buiten de wetenschap
- Materialisme
Thomas hobbes
Gedragingen resultaat van fysieke processen
- Klinische neuropsychologie
Paul broca: schade aan hersenen leidt tot verschillende beperkingen in gedrag
Gebied van broca: spraakgebied
Rol van ervaring
- Empirisme: kennis en cognitie komt uit ervaring
Tabula rasa
Gedachten zijn niet het product van een ziel of vrije wil maar gevolg van
blootstelling aan de omgeving
Association by contiguity
- Nativisme
In een organisme mechanisme voor waarneming, verwerking
Immanuel kant: A priori en a posteriori: aangeboren en aangeleerd
, Rol van natuurlijke selectie
- Nativisme
- Charles darwin: evolutietheorie
Fitness en mutaties
Individuen die meer nageslacht produceren geven hun genetische
eigenschappen door: welk gedrag verhoogt kans op overleven en
voortplanten? (functionaliteit)
8 perspectieven
1. Evolutie
- Welk gedrag verhoogt de kans op overleven en voortplanten?
Functionaliteit
2. Genen
Hoe groot is de bijdrage van de genen (erfelijke factoren) aan de variabiliteit
van een eigenschap? (Heritabiliteit)
3. Zenuwstelsel
- Welke delen van het zenuwstelsel betrokken bij welk gedrag?
Welke systemen worden wanneer geactiveerd
Hormonen
Welk deel van de hersenen, waarom, kunnen we dat manipuleren?
4. Ontwikkeling
- Gedragsverandering met leeftijd en onderliggende processen
- Piaget’s ontwikkelingsstadia (ontwikkeling cognitieve functies
Sensorimotor stage
Preoperational stage
Concrete-operational stage
Formal-operational stage
5. Leer
- Verandering van gedrag door ervaring
6. Cognitieve
- Gedrag verklaren vanuit mentale processen: denken, overtuigingen, herinneringen
Werking en beïnvloedbaarheid van het geheugen
Herinnering wordt beïnvloed door latere ervaring