Bacteriologie
1-11 -
5 ✓
1-16 -
7 ✓
1-18 ✓
H 9-10 ✓
H 11 ✓
H 12 ✓ ( bijna klaar )
¥?
'"
} sr net voor
blok
/ in
, Inleiding
-
bacterie :
~
0,5 5µm -
( 1µm )
virus : v00 -
800 nm ( kleiner )
bacteriofaag : zo -200 nm
taxonomie bacteriën
1-11 :
morfologie ✗
.
Van
1.
Inleiding
bacteremie bacteriën ik bloed
- =
aanwezigheid v
sepsis →
behandeling nodig
-
bacterie =
prokaryoot
2.
Samenstelling prokaryote bacteriële ,
cel
chromosoom (
vrij DNA ) a plasmiden
•
cytoplasma ribosomen
•
,
2- sterolen
lipide
= voornaamste
dubbellaag
cytoplasma membraan met
orgaan
•
.
passief
'
transport : actief ✗
•
Celwand
externe structuren kapsel pili , flagellen
•
:
,
bacteriën
Genetica
v
meerderheid
coding regions
eva non
-
: =
←
prove meerderheid : =
coding regions die samen
organisatie v. genoom Sea
(
in
operonen van
genen
→ =
.
geactiveerd worden meerdere eiwitten die samenwerken in
pw )
→
heel vaak spontane mutaties interne controlemechanismen
wnt
geen
-
.
→ +0 vb .
resistentie
→
-0 vb .
dood v. bacterie
Celwand
stevigheid vorm
bescherming
→ ✗
,
-
enkel bij prokaryoten
peptidoguycarer = basismolecule
-
synthese door PBP enzyme s penicilline binding protein
•
=
classificatie v. balt na basis
"
celwand opbouw
kleuring op
-
v.
celwand bacteriën
gram ⑤
•
.
lagen
peptidoglycanen.gr
.
meerdere
externe membraan
.
( tip) teichoïnezuren
celwand bacteriën
gram -0
•
kleinere
laag peptide 914 can en
.
•
externe membraan
lipo polysacharide bel immuunrespons
trigger
-
→ .
Kendo toxines
1
, •
celwand mycobacteriën
laag
peptidoglycanen.my
-
colzuvrlaag
zijn zuurvaste balt
geen
"
Guleu
ring want
.
,
•
Mycoplasma
geen celwand geen Guewring mag
• →
.
Externe structuren →
ntqeuieurd door kapsel
kapsel
-
polysacharide
virulentie factor → anti
fagocyt air ( nt herkend door
macrofagen )
-
-
- ☐
penetratie AB hinderen
Gt
-
sommige en G-
-
0 a.
.
pneumococc.us → immuniteit ontwikkelen moeilijk, vaccin herkent maar enkele
( de
belangrijkste ) kapsels
sporen
-
kern ✗ cortex
-
niet actieve bacterie
Flagellen →
beweeglijkheid
Fimbriae (G -
d G +) ✗ pili ( G )
-
c- tunnel tussen 2 bacterien voor rb transfer .
v plasmiden
Hd :
Microscopie in klinische bacteriologie
gram kleuring
-
•
principe :
kleuring →
fixatie →
ontkleuring
→
tegen kleuring
•
Gt →
paars / blauw
G- →
roze
•
op basis van celmembraan
vermoedelijke identificatie
kleuring en vorm
-
→
U K K
7
2
, 1-13 : cultuur in klinische
bacteriologie
Er bestaan
'
veel cultuur
mogelijkheden
'
-
cultuur media met
voedingsstoffen in bloed
-
incubatie : 02 .
We , temperatuur , duur . . .
bacterie gerend
ideale
omstandigheden voor elke
bacteriën tov zuurstof
Gedrag van .
strikt aeroob hebben 02
:
nodig
-
obligaat anaeroob sterven als 02
aanwezig
- :
facultatieve bacteriën in 02
- :
winnen arme ✗ 02 rijke omstandigheden
overleven meeste bacteriën ,
klinische context
Microbiologisch onderzoek valt
infectie
altijd in
bacteriete pneumonie longweefsel op niveau v. al reden
-
:
-
sputum staat →
cultuur →
incubatie overnacht kolonie bacteriën →
- 2
flesjes → 1 in anaerobe & 1 in aerobe
omgeving
H4 : Identificatie van bacteriën
-
urine is nl Steriel
.
•
enkele bacteriën is normaal
•
veel bacteriën = infectie
vereisten bacteriën
voedings v.
-
( water lek mineralen)
auto 1- roof
grondstof energie ( licht Chem E)
✗
•
:
, ,
.
,
heterotroof baan
•
: alle
pathog .
,
nood aan voorgevormde org componenten .
Technieken
gebruik v. binnen eigen → nt in
België
•
.
gebruik v. baat compositie gerichte sneltesten
diagnose
1 zeer
gerichte
•
→
,
7.
.
vd lipiden 1
gebruik compositie ( peptiden
.
. . .
,
1.
sample cultuur
2 .
matrix
3 .
MALDI -
TOF ( massaspectrometrie )
÷
sample kapot door laser
↳ dood van bacterie cellen door detector - •
spectrum bacterie û
opgesteld
±
spectrum vgl met database
Detectie ✗ identificatie van bacteriën :
pay microbiële stammen ✗ Micro bioom
3
1-11 -
5 ✓
1-16 -
7 ✓
1-18 ✓
H 9-10 ✓
H 11 ✓
H 12 ✓ ( bijna klaar )
¥?
'"
} sr net voor
blok
/ in
, Inleiding
-
bacterie :
~
0,5 5µm -
( 1µm )
virus : v00 -
800 nm ( kleiner )
bacteriofaag : zo -200 nm
taxonomie bacteriën
1-11 :
morfologie ✗
.
Van
1.
Inleiding
bacteremie bacteriën ik bloed
- =
aanwezigheid v
sepsis →
behandeling nodig
-
bacterie =
prokaryoot
2.
Samenstelling prokaryote bacteriële ,
cel
chromosoom (
vrij DNA ) a plasmiden
•
cytoplasma ribosomen
•
,
2- sterolen
lipide
= voornaamste
dubbellaag
cytoplasma membraan met
orgaan
•
.
passief
'
transport : actief ✗
•
Celwand
externe structuren kapsel pili , flagellen
•
:
,
bacteriën
Genetica
v
meerderheid
coding regions
eva non
-
: =
←
prove meerderheid : =
coding regions die samen
organisatie v. genoom Sea
(
in
operonen van
genen
→ =
.
geactiveerd worden meerdere eiwitten die samenwerken in
pw )
→
heel vaak spontane mutaties interne controlemechanismen
wnt
geen
-
.
→ +0 vb .
resistentie
→
-0 vb .
dood v. bacterie
Celwand
stevigheid vorm
bescherming
→ ✗
,
-
enkel bij prokaryoten
peptidoguycarer = basismolecule
-
synthese door PBP enzyme s penicilline binding protein
•
=
classificatie v. balt na basis
"
celwand opbouw
kleuring op
-
v.
celwand bacteriën
gram ⑤
•
.
lagen
peptidoglycanen.gr
.
meerdere
externe membraan
.
( tip) teichoïnezuren
celwand bacteriën
gram -0
•
kleinere
laag peptide 914 can en
.
•
externe membraan
lipo polysacharide bel immuunrespons
trigger
-
→ .
Kendo toxines
1
, •
celwand mycobacteriën
laag
peptidoglycanen.my
-
colzuvrlaag
zijn zuurvaste balt
geen
"
Guleu
ring want
.
,
•
Mycoplasma
geen celwand geen Guewring mag
• →
.
Externe structuren →
ntqeuieurd door kapsel
kapsel
-
polysacharide
virulentie factor → anti
fagocyt air ( nt herkend door
macrofagen )
-
-
- ☐
penetratie AB hinderen
Gt
-
sommige en G-
-
0 a.
.
pneumococc.us → immuniteit ontwikkelen moeilijk, vaccin herkent maar enkele
( de
belangrijkste ) kapsels
sporen
-
kern ✗ cortex
-
niet actieve bacterie
Flagellen →
beweeglijkheid
Fimbriae (G -
d G +) ✗ pili ( G )
-
c- tunnel tussen 2 bacterien voor rb transfer .
v plasmiden
Hd :
Microscopie in klinische bacteriologie
gram kleuring
-
•
principe :
kleuring →
fixatie →
ontkleuring
→
tegen kleuring
•
Gt →
paars / blauw
G- →
roze
•
op basis van celmembraan
vermoedelijke identificatie
kleuring en vorm
-
→
U K K
7
2
, 1-13 : cultuur in klinische
bacteriologie
Er bestaan
'
veel cultuur
mogelijkheden
'
-
cultuur media met
voedingsstoffen in bloed
-
incubatie : 02 .
We , temperatuur , duur . . .
bacterie gerend
ideale
omstandigheden voor elke
bacteriën tov zuurstof
Gedrag van .
strikt aeroob hebben 02
:
nodig
-
obligaat anaeroob sterven als 02
aanwezig
- :
facultatieve bacteriën in 02
- :
winnen arme ✗ 02 rijke omstandigheden
overleven meeste bacteriën ,
klinische context
Microbiologisch onderzoek valt
infectie
altijd in
bacteriete pneumonie longweefsel op niveau v. al reden
-
:
-
sputum staat →
cultuur →
incubatie overnacht kolonie bacteriën →
- 2
flesjes → 1 in anaerobe & 1 in aerobe
omgeving
H4 : Identificatie van bacteriën
-
urine is nl Steriel
.
•
enkele bacteriën is normaal
•
veel bacteriën = infectie
vereisten bacteriën
voedings v.
-
( water lek mineralen)
auto 1- roof
grondstof energie ( licht Chem E)
✗
•
:
, ,
.
,
heterotroof baan
•
: alle
pathog .
,
nood aan voorgevormde org componenten .
Technieken
gebruik v. binnen eigen → nt in
België
•
.
gebruik v. baat compositie gerichte sneltesten
diagnose
1 zeer
gerichte
•
→
,
7.
.
vd lipiden 1
gebruik compositie ( peptiden
.
. . .
,
1.
sample cultuur
2 .
matrix
3 .
MALDI -
TOF ( massaspectrometrie )
÷
sample kapot door laser
↳ dood van bacterie cellen door detector - •
spectrum bacterie û
opgesteld
±
spectrum vgl met database
Detectie ✗ identificatie van bacteriën :
pay microbiële stammen ✗ Micro bioom
3
