Pedagogiek blok 3
Pedagogiek in het werkveld hoorcollege 1
Tellings, A. (2017) Doelmatig handelen door de pedagogen en psychologen. (H.1) à zie Blackboard.
Fontaine, B. (2014) Plancyclus in het sociaal agogisch werk: H.8 à zie Blackboard.
Janssen (red.) Samen Opvoeden. Oriëntatie op de pedagogische werkvelden. à zie Blackboard.
3 thema’s;
Welke verschillende werkvelden zijn er?
Wat is juridisch en maatschappelijke context?
Welke verschillen niveaus in pedagogisch denken?
Wat is belang van pedagogisch handelen?
Drie gradaties van opvoedingsmoeilijkheden
1. Opvoedingsvragen (alledaagse vragen waar iedereen tegen aanloopt)
2. Opvoedingsspanningen (momenten dat je vastloopt in de opvoeding, je
weet niet hoe je ergens mee om moet gaan. Analyseren wat gebeurt hier
eigenlijk?)
3. Opvoedingsproblemen (continu ruzie of gevaarlijk in huis sprake van
momenten dat het helemaal mis is).
Drie rollen van de pedagoog;
- Versterken opvoedingsrelaties
- Herstellen opvoedingsrelaties
- Samenhang aanbrengen opvoeden
Werkvelden:
• Opvoedingsondersteuning,
• Kinderopvang,
• Onderwijs
• Buurtpedagoog
• Jeugdhulp bij opgroeien en opvoeden
• Jeugd GGZ
• Jeugdbescherming
• Jeugdcriminaliteit
• Chronisch zieke kinderen
• Verstandelijke beperking
Geïndicee
Opvoedingsondersteuning; rde
• Lokaal en preventief (Centrum jeugd opvoedst
en gezin bijv.) eun
• Doel: versterken primaire proces
(Opvoeding van ouder naar kind Selectieve
versterken) opvoedsteun
− Vergroten kennis en
competenties
− Signaleren (bijv. volgens mij
speelt er ook iets anders) Universele opvoedsteun
− Verminderen draaglast
− ‘Empowerment’ (Ouders
versterken en bemoedigen)
Informele opvoedsteun
Buurtpedagoog;
, • Opvoedondersteuning in de wijk, dichtbij mensen
• Wijkteam, buurthuis, coaches, etc.
• Doel: laagdrempelige ondersteuning
• Contextuele benadering
Jeugdbescherming;
• Gedwongen hulp ter bescherming van het kind
• Raad van Kinderbescherming onderzoekt (bijv door de eerste signalen die
binnenkomen door bv seintje van buurtpedagoog). Rechter besluit
• Juridische kinderbeschermingsmaatregelen (dit zijn adviezen de rechter
moet hiermee akkoord gaan)
− Ondertoezichtstelling (OTS) toezicht (als ouder heb je wel nog
steeds gezag)
− Voogdijmaatregel ontheffing gezag
• Veiligheid kind, ondersteuning ouders, voorkomen uithuisplaatsing
Tellings (2017)
Vier niveaus van pedagogisch denken;
1. Praktijkniveau: alledaags en impliciet (in de praktijk en met de jongeren
optrekken. Herkennen wat nodig is en direct kunnen handelen)
2. Praktijktheoretisch niveau: professioneel en expliciet (in de praktijk
handelen vanuit een theoretische methode bijv. beleid. Hoe verhoudt het
zich in grote lijnen?)
3. Object-theorieniveau: wetenschappelijke onderzoek (je doet onderzoek
naar de opvoeding. Wat werkt goed voor deze jongeren? Praktijken van
andere onderzoeken)
4. Metatheoretisch niveau: opvoedingsfilosofie/ pedagogische stromingen
(welke ideeën heb je over opvoeden? Docent pedagogiek zit in dit vlak. Je
hebt heel veel kennis, dus je gaat over de theorieën zelf reflecteren,
theoretisch klopt het maar is het ook wenselijk?)
Methodisch werken in sociaal domein
Je werkt op een bepaalde systematische en zorgvuldige manier;
Kenmerkende aspecten:
• Doelgericht
• Systematisch
• Situationeel
• Relationeel
• Emancipatief
• Moreel (manier van werken is normatief)
• Tastend
Plancyclus in pedagogisch werkveld;
• Observeren: wat gebeurt er?
• Diagnosticeren: wat zijn problemen?
• Plannen (handelingsplan):
− Handelingsdoelen formuleren
(SMART) welke veranderingen
willen we zien?
− Belemmerende en
bevorderende factoren
− Plan van evaluatie en
werkplan
Pedagogiek in het werkveld hoorcollege 1
Tellings, A. (2017) Doelmatig handelen door de pedagogen en psychologen. (H.1) à zie Blackboard.
Fontaine, B. (2014) Plancyclus in het sociaal agogisch werk: H.8 à zie Blackboard.
Janssen (red.) Samen Opvoeden. Oriëntatie op de pedagogische werkvelden. à zie Blackboard.
3 thema’s;
Welke verschillende werkvelden zijn er?
Wat is juridisch en maatschappelijke context?
Welke verschillen niveaus in pedagogisch denken?
Wat is belang van pedagogisch handelen?
Drie gradaties van opvoedingsmoeilijkheden
1. Opvoedingsvragen (alledaagse vragen waar iedereen tegen aanloopt)
2. Opvoedingsspanningen (momenten dat je vastloopt in de opvoeding, je
weet niet hoe je ergens mee om moet gaan. Analyseren wat gebeurt hier
eigenlijk?)
3. Opvoedingsproblemen (continu ruzie of gevaarlijk in huis sprake van
momenten dat het helemaal mis is).
Drie rollen van de pedagoog;
- Versterken opvoedingsrelaties
- Herstellen opvoedingsrelaties
- Samenhang aanbrengen opvoeden
Werkvelden:
• Opvoedingsondersteuning,
• Kinderopvang,
• Onderwijs
• Buurtpedagoog
• Jeugdhulp bij opgroeien en opvoeden
• Jeugd GGZ
• Jeugdbescherming
• Jeugdcriminaliteit
• Chronisch zieke kinderen
• Verstandelijke beperking
Geïndicee
Opvoedingsondersteuning; rde
• Lokaal en preventief (Centrum jeugd opvoedst
en gezin bijv.) eun
• Doel: versterken primaire proces
(Opvoeding van ouder naar kind Selectieve
versterken) opvoedsteun
− Vergroten kennis en
competenties
− Signaleren (bijv. volgens mij
speelt er ook iets anders) Universele opvoedsteun
− Verminderen draaglast
− ‘Empowerment’ (Ouders
versterken en bemoedigen)
Informele opvoedsteun
Buurtpedagoog;
, • Opvoedondersteuning in de wijk, dichtbij mensen
• Wijkteam, buurthuis, coaches, etc.
• Doel: laagdrempelige ondersteuning
• Contextuele benadering
Jeugdbescherming;
• Gedwongen hulp ter bescherming van het kind
• Raad van Kinderbescherming onderzoekt (bijv door de eerste signalen die
binnenkomen door bv seintje van buurtpedagoog). Rechter besluit
• Juridische kinderbeschermingsmaatregelen (dit zijn adviezen de rechter
moet hiermee akkoord gaan)
− Ondertoezichtstelling (OTS) toezicht (als ouder heb je wel nog
steeds gezag)
− Voogdijmaatregel ontheffing gezag
• Veiligheid kind, ondersteuning ouders, voorkomen uithuisplaatsing
Tellings (2017)
Vier niveaus van pedagogisch denken;
1. Praktijkniveau: alledaags en impliciet (in de praktijk en met de jongeren
optrekken. Herkennen wat nodig is en direct kunnen handelen)
2. Praktijktheoretisch niveau: professioneel en expliciet (in de praktijk
handelen vanuit een theoretische methode bijv. beleid. Hoe verhoudt het
zich in grote lijnen?)
3. Object-theorieniveau: wetenschappelijke onderzoek (je doet onderzoek
naar de opvoeding. Wat werkt goed voor deze jongeren? Praktijken van
andere onderzoeken)
4. Metatheoretisch niveau: opvoedingsfilosofie/ pedagogische stromingen
(welke ideeën heb je over opvoeden? Docent pedagogiek zit in dit vlak. Je
hebt heel veel kennis, dus je gaat over de theorieën zelf reflecteren,
theoretisch klopt het maar is het ook wenselijk?)
Methodisch werken in sociaal domein
Je werkt op een bepaalde systematische en zorgvuldige manier;
Kenmerkende aspecten:
• Doelgericht
• Systematisch
• Situationeel
• Relationeel
• Emancipatief
• Moreel (manier van werken is normatief)
• Tastend
Plancyclus in pedagogisch werkveld;
• Observeren: wat gebeurt er?
• Diagnosticeren: wat zijn problemen?
• Plannen (handelingsplan):
− Handelingsdoelen formuleren
(SMART) welke veranderingen
willen we zien?
− Belemmerende en
bevorderende factoren
− Plan van evaluatie en
werkplan
