HOOFDSTUK 7 : HET ZENUWSTELSEL
INLEIDING
- Algemene kennis van de bouw ( neuro- anatomie ) en werking/functie van zenuwstelsel
(neurofysiologie).
- Relatie hersenen - cognitie - emoties en gedrag (neuropsychologie), momenteel weten we
nog altijd heel weinig van de relatie tussen hersenen en gedrag!
- Toenemende kennis over het menselijk brein opent nieuwe deuren, nieuwe mogelijkheden,
nieuwe toepassingen en stelt ons voor nieuwe (ethische) vragen.
- Voortdurend in evolutie
HERSENEN AAN HET WERK
- Complex orgaan
- “Het brein heeft in wetenschap en media alle aandacht, maar de eerlijkheid gebiedt ons te
stellen dat we nog erg weinig snappen van onze eigen hersenen”
- 2,5% van lichaamsgewicht ( 1,5 kg)
- 20 à 25% van ons energieverbruik
EEN ORKEST ZONDER DIRIGENT
- Geen enkel hersengebied heeft een monopolie op een bepaalde functie of gedrag
o Taken om elk van deze specifieke functies uit te voeren worden verdeeld over
verschillende gebieden
FOUTEN
- Soms foute informatieverwerking waardoor er misverstanden of complete verwarring
ontstaat.
- Ook op vlak van zien: optische illusies wat we zien, hoeft niet altijd juist te zijn
o Verklaring: manier waarop de hersenen interpreteren wat wij zien bepaalt dit
, ALS HET ECHT FOUT GAAT
- Neuronen die afsterven ziekte van Alzheimer of Parkinson
- Bacteriële of virale infecties hersen- of hersenvliesontsteking
- Stremming van de bloedtoevoer in de hersenen herseninfarct
- Tumoren structurele beschadiging van de hersenen
- Psychopathologie = stoornissen van het denken, emoties of het gedrag
PILLEN VOOR HET BREIN
- Sommige zorgen voor een bescherming van het neuron
- Meesten versterken, verzwakken of moduleren de actie van de neurotransmitters
DE ANATOMISCHE POSITIE
- Vraag: vanuit welke richting verplaatsen we ons naar een bepaald gebied?
RICHTING I
- Craniaal: bewegen naar het hoofd
o Bovenliggende of superior gebieden van het lichaam
- Caudaal: bewegen naar de voeten
o Onderliggende of inferior gebieden van het lichaam
- Ventraal: bewegen naar de neus
o Voorste of anterior gebieden van het lichaam
- Dorsaal: bewegen naar de rug
o Achterste of posterior gebieden van het lichaam
RICHTING II
- Mediaal: bewegen naar het midden van ons lichaam
- Lateraal: bewegen naar de zijkanten van ons lichaam
, - Proximaal: positie op het lidmaat dichter bij de romp
- Distaal: positie op het lidmaat verder van de romp
RICHTING III
- Contralateraal: 2 structuren liggen in tegenovergestelde lichaams- of hersenhelften of het
betreft een richting die van de ene lichaams-of hersenhelft naar de anderen loopt.
- Ipsilateraal: 2 structuren liggen in dezelfde lichaams- of hersenhelft of het betreft een
richting die zich tot één lichaams- of hersenhelft beperkt.
- Bilateraal: structuren die in beide lichaams – of hersenhelften gelegen zijn
RICHTING IV
- Afferent:
o = Aanvoerend
o Naar het centraal zenuwstelsel toe
o Projectie: periferie CZS: sensorische neuronen: ontvangen info
- Efferent:
o = Afvoerend
o Van het centraal zenuwstelsel af
o Projectie: CZS periferie: motorische neuronen: sturen info
ALGEMENE STRUCTUUR VAN HET MENSELIJK ZENUWSTELSEL
- Belangrijkste controle en communicatiesysteem !! (daarnaast ook endocrien stelsel)
- Functies van het zenuwstelsel:
o Ontvangen van informatie uit de omgeving (extern en het eigen lichaam) via een
adequate stimulus (= sensoriële input)
o Verwerken en interpreteren van ontvangen informatie en beslissen tot reactie (=
integratie)
, o Reactie doen uitvoeren door effectorganen (skeletspier, gladde spier of klieren) (=
motorische output)
- Functionele basiseenheid = zenuwcel of het neuron
- Drie belangrijke eigenschappen van neuronen
o In staat om prikkels te ontvangen en te geleiden
o Delen niet meer na geboorte (= amitotisch) kunnen dus heel oud worden
o Permanent een hoge metabolische activiteit
Vraagt continu een hoge aanvoer van glucose en zuurstof
Bij zuurstoftekort blijvende schade
- Naast neuronen ook steuncellen/gliacellen
o Ondersteunen op metabolische en mechanische manier de zenuwcellen.
CENTRAAL EN PERIFEER ZENUWSTELSEL
- Centraal zenuwstelsel bevat: hersenen en ruggenmerg
o Functie: centrale verwerkings- en beslissingseenheid van het hele organisme
o Erg kostbaar en delicaat omgeven door schedel/wervelkolom, hersenvliezen en
ruggenmergvliezen
- Perifeer zenuwstelsel bevat:
o Hersenzenuwen: 12 paar craniale zenuwen/nervi craniales: directe verbinding met
hersenen of hersenstam
o Ruggenmergzenuwen: 31 paar spinale zenuwen/nervi spinales
Verbinding ruggenmerg met spieren, organen.
Vertrekt vanuit dorsale (sensorische, afferent, periferie CZS) en ventrale
wortel (motorisch, efferent, CZS periferie)
Samenkomst => gemengde zenuwbanen
o Functie: verzorgt de verbinding tussen het CZS en alle lichaamsdelen
INLEIDING
- Algemene kennis van de bouw ( neuro- anatomie ) en werking/functie van zenuwstelsel
(neurofysiologie).
- Relatie hersenen - cognitie - emoties en gedrag (neuropsychologie), momenteel weten we
nog altijd heel weinig van de relatie tussen hersenen en gedrag!
- Toenemende kennis over het menselijk brein opent nieuwe deuren, nieuwe mogelijkheden,
nieuwe toepassingen en stelt ons voor nieuwe (ethische) vragen.
- Voortdurend in evolutie
HERSENEN AAN HET WERK
- Complex orgaan
- “Het brein heeft in wetenschap en media alle aandacht, maar de eerlijkheid gebiedt ons te
stellen dat we nog erg weinig snappen van onze eigen hersenen”
- 2,5% van lichaamsgewicht ( 1,5 kg)
- 20 à 25% van ons energieverbruik
EEN ORKEST ZONDER DIRIGENT
- Geen enkel hersengebied heeft een monopolie op een bepaalde functie of gedrag
o Taken om elk van deze specifieke functies uit te voeren worden verdeeld over
verschillende gebieden
FOUTEN
- Soms foute informatieverwerking waardoor er misverstanden of complete verwarring
ontstaat.
- Ook op vlak van zien: optische illusies wat we zien, hoeft niet altijd juist te zijn
o Verklaring: manier waarop de hersenen interpreteren wat wij zien bepaalt dit
, ALS HET ECHT FOUT GAAT
- Neuronen die afsterven ziekte van Alzheimer of Parkinson
- Bacteriële of virale infecties hersen- of hersenvliesontsteking
- Stremming van de bloedtoevoer in de hersenen herseninfarct
- Tumoren structurele beschadiging van de hersenen
- Psychopathologie = stoornissen van het denken, emoties of het gedrag
PILLEN VOOR HET BREIN
- Sommige zorgen voor een bescherming van het neuron
- Meesten versterken, verzwakken of moduleren de actie van de neurotransmitters
DE ANATOMISCHE POSITIE
- Vraag: vanuit welke richting verplaatsen we ons naar een bepaald gebied?
RICHTING I
- Craniaal: bewegen naar het hoofd
o Bovenliggende of superior gebieden van het lichaam
- Caudaal: bewegen naar de voeten
o Onderliggende of inferior gebieden van het lichaam
- Ventraal: bewegen naar de neus
o Voorste of anterior gebieden van het lichaam
- Dorsaal: bewegen naar de rug
o Achterste of posterior gebieden van het lichaam
RICHTING II
- Mediaal: bewegen naar het midden van ons lichaam
- Lateraal: bewegen naar de zijkanten van ons lichaam
, - Proximaal: positie op het lidmaat dichter bij de romp
- Distaal: positie op het lidmaat verder van de romp
RICHTING III
- Contralateraal: 2 structuren liggen in tegenovergestelde lichaams- of hersenhelften of het
betreft een richting die van de ene lichaams-of hersenhelft naar de anderen loopt.
- Ipsilateraal: 2 structuren liggen in dezelfde lichaams- of hersenhelft of het betreft een
richting die zich tot één lichaams- of hersenhelft beperkt.
- Bilateraal: structuren die in beide lichaams – of hersenhelften gelegen zijn
RICHTING IV
- Afferent:
o = Aanvoerend
o Naar het centraal zenuwstelsel toe
o Projectie: periferie CZS: sensorische neuronen: ontvangen info
- Efferent:
o = Afvoerend
o Van het centraal zenuwstelsel af
o Projectie: CZS periferie: motorische neuronen: sturen info
ALGEMENE STRUCTUUR VAN HET MENSELIJK ZENUWSTELSEL
- Belangrijkste controle en communicatiesysteem !! (daarnaast ook endocrien stelsel)
- Functies van het zenuwstelsel:
o Ontvangen van informatie uit de omgeving (extern en het eigen lichaam) via een
adequate stimulus (= sensoriële input)
o Verwerken en interpreteren van ontvangen informatie en beslissen tot reactie (=
integratie)
, o Reactie doen uitvoeren door effectorganen (skeletspier, gladde spier of klieren) (=
motorische output)
- Functionele basiseenheid = zenuwcel of het neuron
- Drie belangrijke eigenschappen van neuronen
o In staat om prikkels te ontvangen en te geleiden
o Delen niet meer na geboorte (= amitotisch) kunnen dus heel oud worden
o Permanent een hoge metabolische activiteit
Vraagt continu een hoge aanvoer van glucose en zuurstof
Bij zuurstoftekort blijvende schade
- Naast neuronen ook steuncellen/gliacellen
o Ondersteunen op metabolische en mechanische manier de zenuwcellen.
CENTRAAL EN PERIFEER ZENUWSTELSEL
- Centraal zenuwstelsel bevat: hersenen en ruggenmerg
o Functie: centrale verwerkings- en beslissingseenheid van het hele organisme
o Erg kostbaar en delicaat omgeven door schedel/wervelkolom, hersenvliezen en
ruggenmergvliezen
- Perifeer zenuwstelsel bevat:
o Hersenzenuwen: 12 paar craniale zenuwen/nervi craniales: directe verbinding met
hersenen of hersenstam
o Ruggenmergzenuwen: 31 paar spinale zenuwen/nervi spinales
Verbinding ruggenmerg met spieren, organen.
Vertrekt vanuit dorsale (sensorische, afferent, periferie CZS) en ventrale
wortel (motorisch, efferent, CZS periferie)
Samenkomst => gemengde zenuwbanen
o Functie: verzorgt de verbinding tussen het CZS en alle lichaamsdelen