Inleiding privaatrecht
Hoorcollege 1A
Plaatst privaatrecht in rechtssysteem:
Publiekrecht:
- Verhouding burger – gemeenschap
- Vakken:
> Constitutioneel recht
> Europees recht
> Internationaal recht
> Bestuursrecht
> Strafrecht
Privaatrecht(recht zoals het is):
- Verhouding burgers onderling
- Vakken (en boeken BW)
> Personen- en familierecht (boek 1)
> Erfrecht (boek 4)
> Rechtspersonenrecht (boek 2)
> Vermogensrecht (boeken 3,5,6,7)
> Aansprakelijkheidsrecht
> Contractenrecht
> Goederenrecht
“Functionele rechtsgebieden”: bepaald maatschappelijk probleem wordt bekeken vanuit diverse
rechtsgebieden:
- Informatierecht
- Milieurecht
- Gezondheidsrecht
- Financieel recht
- etc.
Bronnen van Privaatrecht:
- Verdragen
- Europees recht (voorbeelden: richtlijn oneerlijke handelspraktijken, afd. 6.3.3A BW,
verordeningen op terrein internationaal privaatrecht)
- Grondwet (grondrechten), in Nederland maar een beperkte rol.
- Burgerlijk Wetboek
- Faillissementswet & restant Wetboek van Koophandel(is bijna helemaal opgenomen in BW)
- Bijzondere wetten (IE-recht, functionele wetten)(voorbeelden: Auteurswet, Octrooiwet,
Wet financieel toezicht)
- Jurisprudentie
- Ongeschreven recht: (open) normen maatschappelijke betamelijkheid, redelijkheid en
billijkheid, goede zeden(In Nederland veel gebruikt) in strijd met het legaliteitsbeginsel van
Strafrecht
Burgerlijk Wetboek
Indeling in wetboek
Gelaagde structuur: Boek 3, gaat over vermogensrecht in het algemeen, maar is ook nodig bij
andere boeken. Bv. boek 3-6-7(huur) of boek 3-5(zaken). Antwoord op sommige vragen kan dus in
meerdere boeken staan.
, lOMoARcPSD|11911780
> een soort piramide, begin is erg algemeen en steeds verder in het BW wordt het steeds
specifieker.
Grondbegrippen van Privaatrecht:
- Rechtssubject (Wie kan rechten hebben?), is de drager van rechten en begrippen
> Natuurlijke personen > wij
> Rechtspersonen
- Rechtsobject (Waarop kan men rechten hebben?)
> Zie schema op slide 9
- Subjectief recht (Welke status heeft een recht?)
> Absoluut (werking tegen allen, zoals eigendom, auteursrecht)
> Relatief (werking tegen bepaald persoon, zoals bij contract)
> Zie schema op slide 10
- Rechtsfeit (Hoe ontstaan relatieve rechten en andere rechtsgevolgen?)
>(zie schema Rechtsfeiten, Canvas week 1)
Opmerkingen rechtsfeitenschema:
> rechtsfeit is een feit die juridisch relevant is
- “Bloot” rechtsfeit (voorbeelden: overlijden, jarig zijn (einde minderjarigheid))
- Rechtshandeling: handeling waarvan rechtsgevolg intreedt omdat het beoogd is(geregeld in titel
3.2 BW)
> Eenzijdig: geen samenwerking nodig
- Ongericht: behoeft niet ter kennis van ander te worden gebracht(maken testament)
- Gericht: moet ander ter kennis worden gebracht (opzeggen huur)
> Meerzijdig: samenwerking nodig (wederpartij)
- voorbeelden: huwelijk en sluiten “gewone” overeenkomst
Schema rechtsobjecten:
, lOMoARcPSD|11911780
>
Onroerend > de grond en alles wat er aan vast zit (bv. huizen)
Roerend > alles wat je mee kan nemen (bv. een fiets)
registergoederen > alles wat je over kan dragen met een register
niet-registergoederen > de rest
Schema vermogensrechten:
, lOMoARcPSD|11911780
>
Onderscheid absolute en relatieve rechten:
Absolute rechten > werken tegenover iedereen
Relatieve rechten > werken in een bepaalde relatie (
Eigendomsrecht > heb je alleen op zaken
Beperkt recht(absoluut recht)> zijn afgeleid van het algemeen recht (bv. pandrecht)
Absoluut recht op een zaak:
- Moet individueel bepaald zijn > Arrest HR Teixera de Mattos (nu giraal effectenverkeer)
- Omvat bestanddelen (art. 3:4 BW)
> Wat niet zonder schade kan worden losgemaakt
> Wat er naar verkeersopvattingen bij hoort
- Voor relatief recht (tot een zaak) geldt dit niet
> ik kan een telefoon kopen uit een voorraad telefoons
> ik kan een fiets kopen zonder inbegrip van de wielen
> in faillesement ben ik dan de pineut
> horloge casus, reperateur en faillesement. Je moet kunnen aantonen op welke zaak je
eigendomsrecht is
Kenmerken absoluut recht:
- Absolute werking
> Met exclusiviteit (Ik mag ermee doen wat ik wil)
> Maar zeker niet onbeperkt
- Hinder (art. 5:37 BW)
- Misbruik van bevoegdheid/recht (art. 3:13 BW)
- Publiekrecht (“sociale eigendom”)
> mag je een Vermeer, wat jouw eigendom is, vernielen?
- Gevolgen absolute werking:
> Zaaksgevolg (droit de suite)
- Arrest Blaauboer/Berlips
- Maar bij relatieve rechten soms iets vergelijkbaars: overgang huur, kwalitatieve rechten
en verplichtingen
> Prioriteitsregel
- Maar bij relatieve rechten iets vergelijkbaars voor dubbele rechten op levering (art. 3:298 BW)
> Separatisme: faillissement als “lakmoesproef”
- Bij relatieve rechten art. 3:277 BW: Paritas creditorum