Samenvatting De huid anatomie en fysiologie 2

De huid:

Functies:

 Bescherming
 Warmteregulatie
 Synthese van Vitamine D
 Zintuigelijke waarneming

Schema van huid:

1. Epidermis: opperhuid
2. Dermis: lederhuid
3. Hypodermis/ subcutis: onderhuid
4. Basale membraan
5. Zweetklier
6. Zweetporie
7. Haarwortel in haarzakje
8. Haarschacht
9. Haarspier
10. Talgklier (sebum)

Cutis: lederhuid

Epidermis:

= meerlagig, verhoornd plaveiselcelepitheel (epitheel= dekweefsel)

 Stratum germinativum= kiemlaag -> doen aan mitose
o Stratum basale
 Drie tussengelegen lagen:
o Stratum spinosum
o Stratum granulosum
o Stratum lucidum
 Hoornlaag= stratum corneum

Stratum basale:

Dermispapillen= kleine uitsteeksels van dermis die tot in epidermis reiken -> schaafwonden: zullen
bloeden als wonde in dermispapillen zich bevindt (bloedvaten)

 Let op als basale membraan doorbroken door kankercellen
 Mitosen: continue aanmaken van epiderma vanuit deze cellen -> huidkanker: invloed van
UV: cumulatief effect
o Let op met plotse felle expositie aan zon: DNA-schade/ verbranding
o Ook erfelijkheid speelt een rol + mijdt zonnebank (gevolg: huidveroudering)
 Pigmentcellen= melanocyten -> energie absorberen in vorming van melanine -> 6
verschillende fototype: erg gevoelige huid en snel verbranden en donkere huidskleur niet
verbranden
o Maligne melanoma: huidkanker ontstaan uit pigmentcellen

Opmerkingen epidermis:

Vanuit basale cellen: cellen verschuiven naar boven en platten af, met minder cytoplasma, minder
celkern en meer en meer keratine -> stratum basale -> stratum spinosum -> stratum granulosum
-> stratum lucidum -> stratum corneum

Geen eigen bevloeiing, bezenuwing en lymfeafvoer