Week 9 – Opmaat
PC Standaard zorg (pijn)
Kennisquiz
- Welke aspecten van pijn worden benoemd in de definities van pijn?
o Un unpleasant sensory and emotional experience associatied with actual or potential
tissue damage, or described in terms of such damage (IASP)
o Pijn is wat de patiënt zegt dat het is en treedt op wanneer hij zegt dat het optreedt
(Mccaffery)
- Wat is nociceptieve pijn?
o Pain that arises from actual or threatened damage to non-neural tissue and due tot
he activation of nocireceptoren
o Dus door weefselschade (ook wel gewone pijn als je jezelf snijdt bijvoorbeeld)
o Scherp, goed gelokaliseerd, erger bij belasting
o Gewone pijnstillers helpen
- Welke medicatie is geen standaardzorg bij nociceptieve pijn?
o Wel= paracetamol, NSAID (naproxen, tramadol), zwakke opiaten, sterke opiaten
(morfine) > WHO-pijnladder (aanvullen!)
o Niet= gabapentine (anti-neuropathisch medicament), duloxetine (SSRI, voor
neuropathisch)
- Wat is neuropathische pijn?
o Pain caused by a lesion or disease of the somatosensory nervous system
o Kan ook te maken hebben met disfunctie van het zenuwstelsel; wel intact
- Voor welke pijn wordt carbamazepine voorgeschreven?
o Trigeminusneuralgie
o Is een anti-epilepticum van origine, werkt op natriumkanalen, dempt de
hyperactiviteit van zenuwweefsel
o Wordt ook gegeven voor fantoompijn, carpaal tunnelsyndroom, diabetische
neuropathische (als latere keuzes)
- Wat is de juiste definitie van chronische pijn?
o Pijn die langer duurt dan 3 maanden
o Ook op het moment dat pijn haar symptoomfunctie verloren heeft en een ziekte is
geworden
- Wie moet patiënten informeren over de mogelijke bijwerkingen van medicatie, waaronder
die op rijvaardigheid?
o Arts en apotheker
o <12 jaar mag het kind nog niet besluiten voor behandeling, maar moet wel
geïnformeerd worden
o Tussen 12-16 jaar moeten ook hun toestemming geven voor behandeling, dus niet
alleen die van ouders
o >16 zijn de ouders niet betrokken bij toestemming
- Welke functie(s) is/zijn de basisvoorwaarden voor elk gesprek met een patiënt?
o Zes functies kunnen vaak niet allemaal in 1 gesprek plaatsvinden, maar onderstaande
moeten wel in elk gesprek voorkomen:
o Het vormen en behouden van een goede behandelrelatie
o Het adequaat reageren op emoties zodat de patiënt zich erkend en gesteund voelt
en de emoties verminderen
o Overige voorwaarden zijn:
Verzamelen informatie
, Verschaffen informatie
Nemen van beslissingen
Stimuleren en motiveren
Casus
- Vg/ vaathersteloperatie na DVT, AV-fistel
o Eerdere pijnbehandelingen; femorale zenuwblokkades, PRF L3/4, TENS
- Vraagstelling/ Spinal Cord Stimulation een optie?
Vervolg= verzamel informatie om de volgende vragen te kunnen beantwoorden:
- Welke medicatie?
- Waarom deze medicatie?
- Welke aanvullende psychologische opties?
- Vragen:
o Pijn rechterbovenpijn; voorkant en buitenkant
o Pijn altijd aanwezig
o Bij inspanning meer last van
o Brandend gevoel
o Pijn tussen 4-7
o Pijn ontstond na trombose; heel erg toegenomen na vaatchirurgie
o Medicatie: amytriptiline, pregabaline (gestopt voor bijwerkingen)
o Kan niet meer werken
o In de nacht veel wakker
- Welke medicatie ga je voorstellen aan Claire? (= neuropathische pijn)
o Gebruikt nu al amytriptiline (stap 1)= noreadrenaline reuptaker inhibitor
Dus je geeft hiernaast geen duloxetine, want zelfde werkingsmechanisme
o Gabapentine= zelfde werking al pregabalin, maar dit kun je langzamer en iets netter
doseren
Meer doseringsstappen; dus minder bijwerkingen
o Carbamazepine reserveer je als 3e/4e keus als bovenstaande niet werkt
Want veel bijwerkingen
- Bij welk psychologisch pijnprofiel zou je Claire indelen?
o Pijnnegerende pijnprofiel
Blijft veel sporten ondanks de pijn
o Niet-accepterende pijn
Dat de pijn er echt niet mag zijn, het blijven onderdrukken
Hoe veel zorgen iemand er over maakt
o Pijn vermijdende pijn
Samenvatting
- Moderne
pijntheorie=
vanuit bio
psychosociale en
existentiële
pijnmodel
- Moet op
meerdere
plekken tegelijk
ingrijpen
o Dus bv. injectie en medicatie en psychologisch
, o
PC Standaard zorg (pijn)
Kennisquiz
- Welke aspecten van pijn worden benoemd in de definities van pijn?
o Un unpleasant sensory and emotional experience associatied with actual or potential
tissue damage, or described in terms of such damage (IASP)
o Pijn is wat de patiënt zegt dat het is en treedt op wanneer hij zegt dat het optreedt
(Mccaffery)
- Wat is nociceptieve pijn?
o Pain that arises from actual or threatened damage to non-neural tissue and due tot
he activation of nocireceptoren
o Dus door weefselschade (ook wel gewone pijn als je jezelf snijdt bijvoorbeeld)
o Scherp, goed gelokaliseerd, erger bij belasting
o Gewone pijnstillers helpen
- Welke medicatie is geen standaardzorg bij nociceptieve pijn?
o Wel= paracetamol, NSAID (naproxen, tramadol), zwakke opiaten, sterke opiaten
(morfine) > WHO-pijnladder (aanvullen!)
o Niet= gabapentine (anti-neuropathisch medicament), duloxetine (SSRI, voor
neuropathisch)
- Wat is neuropathische pijn?
o Pain caused by a lesion or disease of the somatosensory nervous system
o Kan ook te maken hebben met disfunctie van het zenuwstelsel; wel intact
- Voor welke pijn wordt carbamazepine voorgeschreven?
o Trigeminusneuralgie
o Is een anti-epilepticum van origine, werkt op natriumkanalen, dempt de
hyperactiviteit van zenuwweefsel
o Wordt ook gegeven voor fantoompijn, carpaal tunnelsyndroom, diabetische
neuropathische (als latere keuzes)
- Wat is de juiste definitie van chronische pijn?
o Pijn die langer duurt dan 3 maanden
o Ook op het moment dat pijn haar symptoomfunctie verloren heeft en een ziekte is
geworden
- Wie moet patiënten informeren over de mogelijke bijwerkingen van medicatie, waaronder
die op rijvaardigheid?
o Arts en apotheker
o <12 jaar mag het kind nog niet besluiten voor behandeling, maar moet wel
geïnformeerd worden
o Tussen 12-16 jaar moeten ook hun toestemming geven voor behandeling, dus niet
alleen die van ouders
o >16 zijn de ouders niet betrokken bij toestemming
- Welke functie(s) is/zijn de basisvoorwaarden voor elk gesprek met een patiënt?
o Zes functies kunnen vaak niet allemaal in 1 gesprek plaatsvinden, maar onderstaande
moeten wel in elk gesprek voorkomen:
o Het vormen en behouden van een goede behandelrelatie
o Het adequaat reageren op emoties zodat de patiënt zich erkend en gesteund voelt
en de emoties verminderen
o Overige voorwaarden zijn:
Verzamelen informatie
, Verschaffen informatie
Nemen van beslissingen
Stimuleren en motiveren
Casus
- Vg/ vaathersteloperatie na DVT, AV-fistel
o Eerdere pijnbehandelingen; femorale zenuwblokkades, PRF L3/4, TENS
- Vraagstelling/ Spinal Cord Stimulation een optie?
Vervolg= verzamel informatie om de volgende vragen te kunnen beantwoorden:
- Welke medicatie?
- Waarom deze medicatie?
- Welke aanvullende psychologische opties?
- Vragen:
o Pijn rechterbovenpijn; voorkant en buitenkant
o Pijn altijd aanwezig
o Bij inspanning meer last van
o Brandend gevoel
o Pijn tussen 4-7
o Pijn ontstond na trombose; heel erg toegenomen na vaatchirurgie
o Medicatie: amytriptiline, pregabaline (gestopt voor bijwerkingen)
o Kan niet meer werken
o In de nacht veel wakker
- Welke medicatie ga je voorstellen aan Claire? (= neuropathische pijn)
o Gebruikt nu al amytriptiline (stap 1)= noreadrenaline reuptaker inhibitor
Dus je geeft hiernaast geen duloxetine, want zelfde werkingsmechanisme
o Gabapentine= zelfde werking al pregabalin, maar dit kun je langzamer en iets netter
doseren
Meer doseringsstappen; dus minder bijwerkingen
o Carbamazepine reserveer je als 3e/4e keus als bovenstaande niet werkt
Want veel bijwerkingen
- Bij welk psychologisch pijnprofiel zou je Claire indelen?
o Pijnnegerende pijnprofiel
Blijft veel sporten ondanks de pijn
o Niet-accepterende pijn
Dat de pijn er echt niet mag zijn, het blijven onderdrukken
Hoe veel zorgen iemand er over maakt
o Pijn vermijdende pijn
Samenvatting
- Moderne
pijntheorie=
vanuit bio
psychosociale en
existentiële
pijnmodel
- Moet op
meerdere
plekken tegelijk
ingrijpen
o Dus bv. injectie en medicatie en psychologisch
, o