9.2 Analyse: gezag, representatie en representativiteit
Gezag
Gezag is macht die als legitiem beschouwd wordt.
Gezag ligt dus in het verlengde van macht. Als een actor gezag heeft
accepteren anderen vrijwillig de beslissingen die hij neemt en aanvaarden
ze dat hun vrijheid wordt ingeperkt. Een staat met interne soevereiniteit
heeft dus gezag bij de bevolking. Onderdanen accepteren dit alleen maar
als gezag ook echt wordt waargemaakt.
Op microniveau krijgen mensen gezag op basis van:
Persoonlijke kwaliteiten
Geleverde prestaties
De positie of functie die iemand heeft
Actoren kunnen gezag hebben in meer of mindere mate.
De overheid heeft de macht om mensen hun vrijheid in te perken dankzij
het gewelds- en belastingmonopolie. Zo lang mensen dat erkennen heeft
de overheid gezag. Hoe meer mensen dat doen hoe stabieler de politieke
positie is.
Representatie – representativiteit
Representatie is de vertegenwoordiging van een groep in (politieke)
organisaties door één of enkele betrokkenen die namens de groep
optreden.
Representativiteit is de mate waarin de (politieke) besluiten de
standpunten of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers
overeenkomen met die van de groep die zij vertegenwoordigen.
Bij representativiteit wordt gekeken naar overeenkomsten op de volgende
punten:
Achtergrondkenmerken, lijkt ‘de politiek’ wat betreft variabelen als
leeftijd en geslacht op de bevolking die zij vertegenwoordigt?
Standpunten
Besluiten, komen de besluiten van het kabinet overeen met de
standpunten van de partijen die daar in zitten?
Volgens het afspiegelingsmodel moeten de volksvertegenwoordigers
zoveel mogelijk lijken op de samenstelling van het volk zelf. Ze moeten
vergelijkbaar zijn wat opvattingen en achtergrondkenmerken betreft. In de
praktijk is dit bijna niet haalbaar, het is niet te vermijden dat sommige
groepen over- en sommige ondervertegenwoordigd zijn.
Bij het rolmodel gaat het meer om de standpunten die de
volksvertegenwoordiger heeft. Hierbinnen zijn ook nog twee opvattingen.