Karel ende Elegast
Het verhaal gaat over koning Karel die een heel groot rijk bezit. Op een macht krijgt hij de openbaring
van een engel dat hij moet stelen anders zou hij vermoord worden. Karel is verward maar gaat toch
in het donker op pad om te stelen. Wanneer hij door het donkere woud loopt moet hij denken aan
zijn vazal Elegast die hij uit zijn rijk heeft verbannen. Daarna komt hij een in het donker geklede
ridder tegen waarmee hij een duel aangaat om zijn identiteit vast te stellen. Het blijkt om Elegast te
zijn, hij onthult dat hij moet leven als een dief na de verbanning. Karel wilt ergens inbreken en doen
ze dan bij de kwaadaardige zwager Eggeric. Eggeric blijkt een plan te hebben om Karel te
vermoorden. Karel komt hierachter en nodigt de verraders uit voor een banket waar hij het onthult.
Eggeric ontkent en gaat een duel aan met Elegast wat Eggeric verliest en daarbij omkomt. Elegast
wordt weer in ere herstelt en krijgt zijn landgoed en positie als trouwe vazal aan koning Karel terug.
(178 woorden)
Warenar
1.
Het leven in huize warenar is relatief chaotisch en verwarrend. Het huis zelf is relatief onopvallend,
echter wordt dit gekenmerkt door grootste benauwdheid. Warenar is zeer zuinig op zijn bezittingen
waardoor de wil van Warenar in zijn huis de wet is. Zijn dochter die blijft voornamelijk thuis wegens
hem en ook zijn dienstmeid Reym. Het huis is altijd in rep en roer omdat warenar altijd z’n pot geld in
de gaten wilt houden waardoor alles wat niet met geld te maken heeft verwaarloosd wordt
waardoor er ook een soort wetteloosheid heerst en waardoor klaertje ook zwanger wordt. Warenar
komt gierig en arrogant over en de dames komen onderdanig en bang over.
2.
Het eerste waaraan je dit kunt zien is dat Warenar een oneerlijke arme sloeber is is dat hij vooral aan
zichzelf denkt. In het 1e bedrijf bijvoorbeeld vraagt Reym aan Warenar wat ze moet doen als de
buren om water of een emmer vraagt, Warenar beveelt dan aan Reym dat ze moet liegen dat ze het
niet hebben omdat de emmer dan bijvoorbeeld bij de reparateur is wat aangeeft dat Warenar als een
arm persoon net zo aan zijn wereldse bezit is gehecht als een rijkerd. Hij verdenkt ook willekeurig
mensen op zijn bezit (pot geld) af te zijn zoals Reym of Rijckert. Ook klaagt Warenar voortdurend
over hoe arm hij is, hij heeft veel bezit alleen is hij hier niet dankbaar voor waar een eerlijke arme dit
wel zou zijn.
3.
De terzijde die het eerst benoemd kan worden is die van Warenar in het 1 e toneel. De tweede
terzijde is het gedeelte van Reym wat er direct nakomt. De andere terzijde die benoemd kan worden
is de gedachte van Warenar waarmee het 3 e toneel van het 1e bedrijf begint. Deze terzijdes zijn
bedoeld om het publiek mee te laten denken in de gedachtegang van de personages die bezig zijn
met de opvoering waardoor het publiek niet alleen maar de kans krijgen om het personage via zijn
Het verhaal gaat over koning Karel die een heel groot rijk bezit. Op een macht krijgt hij de openbaring
van een engel dat hij moet stelen anders zou hij vermoord worden. Karel is verward maar gaat toch
in het donker op pad om te stelen. Wanneer hij door het donkere woud loopt moet hij denken aan
zijn vazal Elegast die hij uit zijn rijk heeft verbannen. Daarna komt hij een in het donker geklede
ridder tegen waarmee hij een duel aangaat om zijn identiteit vast te stellen. Het blijkt om Elegast te
zijn, hij onthult dat hij moet leven als een dief na de verbanning. Karel wilt ergens inbreken en doen
ze dan bij de kwaadaardige zwager Eggeric. Eggeric blijkt een plan te hebben om Karel te
vermoorden. Karel komt hierachter en nodigt de verraders uit voor een banket waar hij het onthult.
Eggeric ontkent en gaat een duel aan met Elegast wat Eggeric verliest en daarbij omkomt. Elegast
wordt weer in ere herstelt en krijgt zijn landgoed en positie als trouwe vazal aan koning Karel terug.
(178 woorden)
Warenar
1.
Het leven in huize warenar is relatief chaotisch en verwarrend. Het huis zelf is relatief onopvallend,
echter wordt dit gekenmerkt door grootste benauwdheid. Warenar is zeer zuinig op zijn bezittingen
waardoor de wil van Warenar in zijn huis de wet is. Zijn dochter die blijft voornamelijk thuis wegens
hem en ook zijn dienstmeid Reym. Het huis is altijd in rep en roer omdat warenar altijd z’n pot geld in
de gaten wilt houden waardoor alles wat niet met geld te maken heeft verwaarloosd wordt
waardoor er ook een soort wetteloosheid heerst en waardoor klaertje ook zwanger wordt. Warenar
komt gierig en arrogant over en de dames komen onderdanig en bang over.
2.
Het eerste waaraan je dit kunt zien is dat Warenar een oneerlijke arme sloeber is is dat hij vooral aan
zichzelf denkt. In het 1e bedrijf bijvoorbeeld vraagt Reym aan Warenar wat ze moet doen als de
buren om water of een emmer vraagt, Warenar beveelt dan aan Reym dat ze moet liegen dat ze het
niet hebben omdat de emmer dan bijvoorbeeld bij de reparateur is wat aangeeft dat Warenar als een
arm persoon net zo aan zijn wereldse bezit is gehecht als een rijkerd. Hij verdenkt ook willekeurig
mensen op zijn bezit (pot geld) af te zijn zoals Reym of Rijckert. Ook klaagt Warenar voortdurend
over hoe arm hij is, hij heeft veel bezit alleen is hij hier niet dankbaar voor waar een eerlijke arme dit
wel zou zijn.
3.
De terzijde die het eerst benoemd kan worden is die van Warenar in het 1 e toneel. De tweede
terzijde is het gedeelte van Reym wat er direct nakomt. De andere terzijde die benoemd kan worden
is de gedachte van Warenar waarmee het 3 e toneel van het 1e bedrijf begint. Deze terzijdes zijn
bedoeld om het publiek mee te laten denken in de gedachtegang van de personages die bezig zijn
met de opvoering waardoor het publiek niet alleen maar de kans krijgen om het personage via zijn
