Hey, dit is een oefentoets van vragen voor het vak
Psychopathologie. Het zijn 25 MC en 5 openvragen met
uitwerkingen. Colleges, boeken en artikelen! Als je vragen
hebt, stuur gerust een bericht 😊. Ik heb me vooral
gefocust op het onderscheid kunnen maken tussen
verschillende stoornissen.
Voorbeeld:
Welke antwoordoptie past het best bij de volgende uitspraak?
“Mijn zoon van 12 zwerft het afgelopen jaar steeds vaker tot laat op straat en is
onhandelbaar thuis. Daarbij heeft hij twee keer ingebroken en vecht hij vaak. Ik heb niet het
idee dat hij mij of een ander nog respecteert.”
1) ODD
2) ADHD
3) CD
4) Antisocial personality disorder
Een jongen van 24 jaar komt naar je toe. Hij vertelt dat hij een maand al last heeft van
hallucinaties. Daarbij voelt hij zich ook minder in controle over zijn emoties en daardoor
ontslagen is op zijn werk. Je merkt op dat hij ook een paar keer de klemtoon niet goed legt
op woorden.
a. Wat voor diagnose zou je hem geven?
b. Wat vraag je aan hem om bepaalde oorzaken uit te kunnen sluiten?
c. Hoe leg je uit wat hallucinaties zijn?
Psychopathologie. Het zijn 25 MC en 5 openvragen met
uitwerkingen. Colleges, boeken en artikelen! Als je vragen
hebt, stuur gerust een bericht 😊. Ik heb me vooral
gefocust op het onderscheid kunnen maken tussen
verschillende stoornissen.
Voorbeeld:
Welke antwoordoptie past het best bij de volgende uitspraak?
“Mijn zoon van 12 zwerft het afgelopen jaar steeds vaker tot laat op straat en is
onhandelbaar thuis. Daarbij heeft hij twee keer ingebroken en vecht hij vaak. Ik heb niet het
idee dat hij mij of een ander nog respecteert.”
1) ODD
2) ADHD
3) CD
4) Antisocial personality disorder
Een jongen van 24 jaar komt naar je toe. Hij vertelt dat hij een maand al last heeft van
hallucinaties. Daarbij voelt hij zich ook minder in controle over zijn emoties en daardoor
ontslagen is op zijn werk. Je merkt op dat hij ook een paar keer de klemtoon niet goed legt
op woorden.
a. Wat voor diagnose zou je hem geven?
b. Wat vraag je aan hem om bepaalde oorzaken uit te kunnen sluiten?
c. Hoe leg je uit wat hallucinaties zijn?