Prototyping 1: industriële confectiemachines theorie
1 De industriële snelnaaier en zijn onderdelen
1.1 De snelnaaier & variaties
1.1.1 1-needle lockstitch machine
Snelnaaier = een van de meest voorkomende
machine in de confectie-industrie.
→ Wordt gebruikt voor het assembleren van
twee stoflagen & voor het geven van
sierstiksels.
→ Voorzien van een naald en een spoel
→ Steektype 301 = meest klassieke stiksteek
en wordt gevormd door het verknopen van
een bovendraad met een onderdraad
Rechts bovenaan = symbool snelnaaier.
1.1.2 Lange armmachine
Snelnaaier voorzien van een lange arm → voornamelijk gebruikt in de
zetel- en auto-industrie.
→ er is meer plaats voorzien op het werkoppervlak voor het
assembleren van grotere en/of zwaardere stukken.
→ werkoppervlak is vlak opgesteld (flat-bed)
1.1.3 Zuilnaaimachine
Snelnaaier voorzien van een zuil & werkoppervlak is verhoogd (post bed).
→ Machine kan zo beter 3D-vormen assembleren.
Dit type machine wordt voornamelijk gebruikt in de non apparel industry.
1.2 Studie van de steekvorming
Industriële snelnaaier voorzien van spoelhuis met spoel
Spoel → bevat beperkt hoeveelheid garen = de onderdraad (geel)
Bovendraad (groen) uit de naald is afkomstig van een bobijn & dus als het ware een ‘onbeperkte’
lengte.
1
, De steek wordt door de onderlinge verknoping tussen de
spoeldraad en de naalddraad gevormd. Met behulp van de
grijper en naald wordt de naalddraad rond de spoeldraad
gelegd.
→ Stof is nodig om de verknoping te doen!! Je hebt wel de
mogelijkheid om uit te stikken zonder materiaal.
Bv.: bij het uitstikken van een neep wanneer er niet gehecht
kan worden
1.2.1 Fasen van de steekvorming
2
,1.3 Onderdelen op en onder de grondplaat en hun functie
1.3.1 De naaldplaat
De naaldplaat ondersteunt de stof tijdens het stikken.
De naaldplaat = voorzien van uitsparingen
o Zodat de naald door het materiaal kan treden
o Voor het ondertransport: de tandjes kunnen naar boven
komen op contact te maken met het materiaal.
De naaldopening is aangepast aan dikte van de naald bv.: anders bij
een ledernaald
→ om naaldbreuk te voorkomen
De naaldplaat is ook voorzien van groepen/geleiders → de afstand tov
de naaldopening.
1.3.2 De tansporteur
Transport zorgt voor de verplaatsing van het materiaal naar achter
over de lengte van de steek.
= meest voorkomend standaard transportsysteem bij een snelnaaier.
→ Goedkoopst en eenvoudigste mechanisme
De grootte van de beweging van het transportsysteem is evenredig
met de steeklengte.
→ Bij het stikken kan het voorvallen dat de schroeven van het
ondertransport lostrillen. Hierdoor zal de stof niet goed naar achteren
worden getransporteerd → korte stiksteken zichtbaar.
→ Steeklengte verzetten heeft geen zin! → Beide schroeven kan je dus best gewoon vastdraaien.
3
, 1.3.2.1 Transportmechanisme
→ De meeste conventionele machines zijn
uitgerust met een ondertransportsysteem.
B & D = de beweging van de hefas → niet aan te
passen & standaard ingesteld op de machine
A & C = de beweging van de schuifas → wel aan
te passen. → Deze lengte = één steeklengte
Mechanisme: wanneer de naald uit de stof komt,
stijgen de transporteurtanden tot boven de
bovenkant van de naaldplaat. Deze tanden staan schuin naar achter gericht om het materiaal beter
naar achter te kunnen verplaatsen over 1 steeklengte.
Als de naald terug in de stof komt, zakken de transporteurtanden onder de bovenkant van de
steekplaat en het ondertransport gaat terug naar zijn beginstand.
Nadeel: bovenste stoflaag verschuift tegenover onderste stoflaag → de lengte van de lange naden
komen dan dus niet meer overeen.
Bij de huidige machines → B + D (feet dog motion) wél aanpasbaar!
→ Afhankelijk van het type materiaal, dikte naden enz.
LET OP! Naai snelheid en persvoetdruk moeten ook aangepast worden! Bekijk altijd de handleiding
van de fabrikant.
→ Wanneer de hoogte van het transport niet kan worden ingesteld bv.: bij oudere machines kan er
extra druk gegeven worden via de persvoet.
1.3.3 De geleiderplaat
de ‘ruller plate’ is voorzien om
allerhande accessoires op te
monteren, waaronder geleiders,
vouwers en omzoomers.
Voordeel = het laat de operator toe om de geleider weg te klappen wanneer deze niet meer nodig is.
Zo verliest m’n geen tijd om steeds de persvoet te moeten vervangen.
4
1 De industriële snelnaaier en zijn onderdelen
1.1 De snelnaaier & variaties
1.1.1 1-needle lockstitch machine
Snelnaaier = een van de meest voorkomende
machine in de confectie-industrie.
→ Wordt gebruikt voor het assembleren van
twee stoflagen & voor het geven van
sierstiksels.
→ Voorzien van een naald en een spoel
→ Steektype 301 = meest klassieke stiksteek
en wordt gevormd door het verknopen van
een bovendraad met een onderdraad
Rechts bovenaan = symbool snelnaaier.
1.1.2 Lange armmachine
Snelnaaier voorzien van een lange arm → voornamelijk gebruikt in de
zetel- en auto-industrie.
→ er is meer plaats voorzien op het werkoppervlak voor het
assembleren van grotere en/of zwaardere stukken.
→ werkoppervlak is vlak opgesteld (flat-bed)
1.1.3 Zuilnaaimachine
Snelnaaier voorzien van een zuil & werkoppervlak is verhoogd (post bed).
→ Machine kan zo beter 3D-vormen assembleren.
Dit type machine wordt voornamelijk gebruikt in de non apparel industry.
1.2 Studie van de steekvorming
Industriële snelnaaier voorzien van spoelhuis met spoel
Spoel → bevat beperkt hoeveelheid garen = de onderdraad (geel)
Bovendraad (groen) uit de naald is afkomstig van een bobijn & dus als het ware een ‘onbeperkte’
lengte.
1
, De steek wordt door de onderlinge verknoping tussen de
spoeldraad en de naalddraad gevormd. Met behulp van de
grijper en naald wordt de naalddraad rond de spoeldraad
gelegd.
→ Stof is nodig om de verknoping te doen!! Je hebt wel de
mogelijkheid om uit te stikken zonder materiaal.
Bv.: bij het uitstikken van een neep wanneer er niet gehecht
kan worden
1.2.1 Fasen van de steekvorming
2
,1.3 Onderdelen op en onder de grondplaat en hun functie
1.3.1 De naaldplaat
De naaldplaat ondersteunt de stof tijdens het stikken.
De naaldplaat = voorzien van uitsparingen
o Zodat de naald door het materiaal kan treden
o Voor het ondertransport: de tandjes kunnen naar boven
komen op contact te maken met het materiaal.
De naaldopening is aangepast aan dikte van de naald bv.: anders bij
een ledernaald
→ om naaldbreuk te voorkomen
De naaldplaat is ook voorzien van groepen/geleiders → de afstand tov
de naaldopening.
1.3.2 De tansporteur
Transport zorgt voor de verplaatsing van het materiaal naar achter
over de lengte van de steek.
= meest voorkomend standaard transportsysteem bij een snelnaaier.
→ Goedkoopst en eenvoudigste mechanisme
De grootte van de beweging van het transportsysteem is evenredig
met de steeklengte.
→ Bij het stikken kan het voorvallen dat de schroeven van het
ondertransport lostrillen. Hierdoor zal de stof niet goed naar achteren
worden getransporteerd → korte stiksteken zichtbaar.
→ Steeklengte verzetten heeft geen zin! → Beide schroeven kan je dus best gewoon vastdraaien.
3
, 1.3.2.1 Transportmechanisme
→ De meeste conventionele machines zijn
uitgerust met een ondertransportsysteem.
B & D = de beweging van de hefas → niet aan te
passen & standaard ingesteld op de machine
A & C = de beweging van de schuifas → wel aan
te passen. → Deze lengte = één steeklengte
Mechanisme: wanneer de naald uit de stof komt,
stijgen de transporteurtanden tot boven de
bovenkant van de naaldplaat. Deze tanden staan schuin naar achter gericht om het materiaal beter
naar achter te kunnen verplaatsen over 1 steeklengte.
Als de naald terug in de stof komt, zakken de transporteurtanden onder de bovenkant van de
steekplaat en het ondertransport gaat terug naar zijn beginstand.
Nadeel: bovenste stoflaag verschuift tegenover onderste stoflaag → de lengte van de lange naden
komen dan dus niet meer overeen.
Bij de huidige machines → B + D (feet dog motion) wél aanpasbaar!
→ Afhankelijk van het type materiaal, dikte naden enz.
LET OP! Naai snelheid en persvoetdruk moeten ook aangepast worden! Bekijk altijd de handleiding
van de fabrikant.
→ Wanneer de hoogte van het transport niet kan worden ingesteld bv.: bij oudere machines kan er
extra druk gegeven worden via de persvoet.
1.3.3 De geleiderplaat
de ‘ruller plate’ is voorzien om
allerhande accessoires op te
monteren, waaronder geleiders,
vouwers en omzoomers.
Voordeel = het laat de operator toe om de geleider weg te klappen wanneer deze niet meer nodig is.
Zo verliest m’n geen tijd om steeds de persvoet te moeten vervangen.
4
