H18: EXCRETIESTELSEL
18.1. ONDERDELEN EN FUNCTIES
Excretie = afscheiden van afvalstoffen
-> ureum (AZ)
-> urinezuur (purinen)
-> creatine (spieren)
Eliminatie = lozing van deze afvalstoffen naar buiten
Secretie = afscheiden van nuttige stoffen
Excretie organen:
Longen: CO2 en warmte
Huid: vocht en warmte
Lever: detoxificatie
Nieren: samenstelling lichaamsvloeistoffen reguleren
Homeostase regeling: volume en concentratie van opgeloste stoffen in plasma.
• Regulering bloedvolume en bloeddruk
- Aanpassen vochtverlies via urine
- Afgifte cardiovasculaire hormonen: EPO
- Afgifte cardiovasculaire hormonen: renine
• Regulering ionenconcentratie in plasma
- Na, K, Cl e.a.
- Ca2+ door vorming calcitriol
• Stabilisering pH bloed: actief verlies van H+ en HCO3-
• Behoud van nutriënten: verlies van glucose/AZ beperken
18.2. NIEREN
,1. UITWENDIGE ANATOMIE
• Retroperitoneaal = tussen rug en buikvlies
• Linker ligt hoger dan rechter
• Omringd door: vezelig nierkapsel & zacht vetkussen mobilisatie ondanks
beweging
Nierpoort = ingang voor arteria renalis en nierzenuw en uitgang voor vena
renalis en ureter
Nierschors = rand van nier (begin nierproductie)
Niermerg = binnenste van de nier
Nefroptosis = aanhechting nier los zakt in lichaam
-> = wandelende nier
-> = ptotic kindey
-> = dropped kidney
-> gevaarlijk omdat urether/urethra in bochten komen te liggen
2. DOORSNEDE VAN NIER
• Nefronen: productie urine (1 miljoen per nier)
• Nierbekken: urine verzamelen uit calices
- 2 calices majores
- 4-5 calices minores
• Urine verlaat nierbekken via urether
,3. BLOEDVOORZIENING
• Grote bloedvoorziening: nier is bloedfilter-orgaan: 1.2L/min per 300g
nieren!
• Soorten arteriën:
- Binnen via arteria renalis : vertakking van buikslagader
- Interlobulaire arteriën en venen
- Aa. Arcutae en Vv. arcutae
• Bloed uitpersen en nuttige stoffen terug opnemen
, 4. NEFRONEN
Inleiding
• = functionele basiseenheid van de nieren
• Productie urine
• Ong. 1 miljoen per nier & 145 km lang!
Bestaat uit vaste delen:
Nierlichaampje
Proximale tubulus
Lis van Henle
Distale tubulus
Verzamelbuis
Bloedvoorziening
• Afferente arteriole: aftakking van de interlobulaire arterie
• Glomerulus
• Efferente arteriole
• Peritubulaire capillairen: capillairen rondom nierbuisje
- opnamen en afgifte stoffen
• Vasa recta: rechte, lange capillairen // Lis van Henle
- Enkel bij medullaire nefronen, niet bij corticale nefronen
Bouw
• 2 delen in nefrob: nierlichaampje en nierbuis
• Komt uit verzamelsysteem
• Route urine door nefron:
1. Filtering: urine als filtraat
2. Stroming filtraat naar proximale tubulus contortus (PCT)
3. Stroming filtraat naar lis van Henle
4. Stroming filtraat naar distale tubulus contortus (DCT)
18.1. ONDERDELEN EN FUNCTIES
Excretie = afscheiden van afvalstoffen
-> ureum (AZ)
-> urinezuur (purinen)
-> creatine (spieren)
Eliminatie = lozing van deze afvalstoffen naar buiten
Secretie = afscheiden van nuttige stoffen
Excretie organen:
Longen: CO2 en warmte
Huid: vocht en warmte
Lever: detoxificatie
Nieren: samenstelling lichaamsvloeistoffen reguleren
Homeostase regeling: volume en concentratie van opgeloste stoffen in plasma.
• Regulering bloedvolume en bloeddruk
- Aanpassen vochtverlies via urine
- Afgifte cardiovasculaire hormonen: EPO
- Afgifte cardiovasculaire hormonen: renine
• Regulering ionenconcentratie in plasma
- Na, K, Cl e.a.
- Ca2+ door vorming calcitriol
• Stabilisering pH bloed: actief verlies van H+ en HCO3-
• Behoud van nutriënten: verlies van glucose/AZ beperken
18.2. NIEREN
,1. UITWENDIGE ANATOMIE
• Retroperitoneaal = tussen rug en buikvlies
• Linker ligt hoger dan rechter
• Omringd door: vezelig nierkapsel & zacht vetkussen mobilisatie ondanks
beweging
Nierpoort = ingang voor arteria renalis en nierzenuw en uitgang voor vena
renalis en ureter
Nierschors = rand van nier (begin nierproductie)
Niermerg = binnenste van de nier
Nefroptosis = aanhechting nier los zakt in lichaam
-> = wandelende nier
-> = ptotic kindey
-> = dropped kidney
-> gevaarlijk omdat urether/urethra in bochten komen te liggen
2. DOORSNEDE VAN NIER
• Nefronen: productie urine (1 miljoen per nier)
• Nierbekken: urine verzamelen uit calices
- 2 calices majores
- 4-5 calices minores
• Urine verlaat nierbekken via urether
,3. BLOEDVOORZIENING
• Grote bloedvoorziening: nier is bloedfilter-orgaan: 1.2L/min per 300g
nieren!
• Soorten arteriën:
- Binnen via arteria renalis : vertakking van buikslagader
- Interlobulaire arteriën en venen
- Aa. Arcutae en Vv. arcutae
• Bloed uitpersen en nuttige stoffen terug opnemen
, 4. NEFRONEN
Inleiding
• = functionele basiseenheid van de nieren
• Productie urine
• Ong. 1 miljoen per nier & 145 km lang!
Bestaat uit vaste delen:
Nierlichaampje
Proximale tubulus
Lis van Henle
Distale tubulus
Verzamelbuis
Bloedvoorziening
• Afferente arteriole: aftakking van de interlobulaire arterie
• Glomerulus
• Efferente arteriole
• Peritubulaire capillairen: capillairen rondom nierbuisje
- opnamen en afgifte stoffen
• Vasa recta: rechte, lange capillairen // Lis van Henle
- Enkel bij medullaire nefronen, niet bij corticale nefronen
Bouw
• 2 delen in nefrob: nierlichaampje en nierbuis
• Komt uit verzamelsysteem
• Route urine door nefron:
1. Filtering: urine als filtraat
2. Stroming filtraat naar proximale tubulus contortus (PCT)
3. Stroming filtraat naar lis van Henle
4. Stroming filtraat naar distale tubulus contortus (DCT)