6.1 spanningsbronnen
Spanningsbronnen:
Een elektrisch apparaat (zoals een lamp) kan alleen werken als ze elektrische
energie krijgen. Een spanningsbron levert de energie die een elektrisch apparaat
nodig heeft om te werken:
Een fietslamp krijgt energie vanuit een batterij
Een telefoon uit een accu
Een ventilator vanuit een stopcontact
Hoe groter de spanning van de spanningsbron, hoe meer energie die
spanningsbron kan leveren.
Een spanningsbron heeft 2 aansluitpunten: pluspool & minpool.
De elektrische stroom/energie gaat altijd vanuit de pluspool door de draden
naar de minpool. (Dus hij begint altijd bij de pluspool)
Symbool voor spanning = U
Eenheid van spanning = volt (V)
Stopcontacten in Nederland & de meeste Europese landen leveren een spanning
van 230 V
1 kV (kilovolt) = 1000 V (volt)
1 V (volt) = 1000 mV (millivolt)
Je kunt elektrische apparaten niet op elke spanningsbron aansluiten:
Als je een apparaat op een te lage spanningsbron aansluit > werkt het
niet/niet goed.
Als je een apparaat op een te hoge spanningsbron aansluit, kan het apparaat
stukgaan.
Spanning meten:
Je kunt spanning meten met een voltmeter of spanningsmeter.
Met een voltmeter kun je dus de grootte van de spanning meten.
De maximale waarde die je kunt meten = het meetbereik.
, Voltmeter
Digitale voltmeter