Scheikunde H1 + H2 + H3 (P1 & P2) – Toetsweek 1
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Macroniveau: alles wat je waarneemt, alles wat je kan zien met je ogen
microniveau: verklaring met behulp van deeltjes
Stofeigenschappen van metalen:
1. Geleidbaarheid
2. Vervormbaar
3. Goed bewerkbaar
4. Elektrische geleidbaarheid
Corrosie: aantasting van metalen door stoffen uit de lucht
Roest: Corrosie van ijzer
Onedele metalen: metalen die door stoffen uit de lucht worden aangetast
Zeer onedele metalen: metalen die zo heftig met water reageren dat je
vuurverschijnselen ziet, zoals natrium en kalium
Edelmetalen: de metalen die niet worden aangetast door stoffen in de lucht zoals
platina en goud
Legering / alliage: mengsel van een vaste stof en een metaal
Erts: gesteente dat een gehalte van een metaal bevat
Paragraaf 2
Vanderwaalsbinding: binding die moleculen in vaste en vloeibare fase bij elkaar
houdt
Doordat de elektronen niet altijd mooi zijn verdeeld ontstaan tijdelijk licht
positief en licht negatief geladen delen.
Vanderwaalsbinding is niet erg sterk
Stoffen die bestaan uit langgerekte moleculen hebben een hoger kookpunt en
smeltpunt dan vertakte moleculen
, Atoombinding: een gemeenschappelijk elektronenpaar dat 2 positieve atoomresten
aan elkaar bindt, zeer sterke binding
Edelgasconfiguratie: als er 8 elektronen in de buitenste schil zitten
Gemeenschappelijk elektronenpaar: als atomen één elektron missen gaan ze een
binding aan met een ander atoom waardoor ze een elektron delen
Molecuulformule: in letters: H2O
Structuurformule: getekend
Systematische naam: namen van de aanwezige atoomsoorten, difosforoxide
triviale naam: zoals je die dagelijks gebruikt, water
Elk atoom wil edelgassig worden door:
1. Elektron negeren
2. Elektron delen
3. Elektron overgooien
Covalentie: het aantal atoombindingen dat een atoom kan vormen om de
edelgasconfiguratie te verkrijgen
kun je aflezen in binas tabel 99
kijk hoeveel stapjes het element moet zetten om bij de buitenste rij te komen
Atoomsoort Covalentie
H 1
F, Cl, Br, I 1
O, S 2
N, P 3
C, Si 4
Covalente binding = atoombinding
Atoomrooster
Sterke binding
Zeer hoog kookpunt en smeltpunt
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Macroniveau: alles wat je waarneemt, alles wat je kan zien met je ogen
microniveau: verklaring met behulp van deeltjes
Stofeigenschappen van metalen:
1. Geleidbaarheid
2. Vervormbaar
3. Goed bewerkbaar
4. Elektrische geleidbaarheid
Corrosie: aantasting van metalen door stoffen uit de lucht
Roest: Corrosie van ijzer
Onedele metalen: metalen die door stoffen uit de lucht worden aangetast
Zeer onedele metalen: metalen die zo heftig met water reageren dat je
vuurverschijnselen ziet, zoals natrium en kalium
Edelmetalen: de metalen die niet worden aangetast door stoffen in de lucht zoals
platina en goud
Legering / alliage: mengsel van een vaste stof en een metaal
Erts: gesteente dat een gehalte van een metaal bevat
Paragraaf 2
Vanderwaalsbinding: binding die moleculen in vaste en vloeibare fase bij elkaar
houdt
Doordat de elektronen niet altijd mooi zijn verdeeld ontstaan tijdelijk licht
positief en licht negatief geladen delen.
Vanderwaalsbinding is niet erg sterk
Stoffen die bestaan uit langgerekte moleculen hebben een hoger kookpunt en
smeltpunt dan vertakte moleculen
, Atoombinding: een gemeenschappelijk elektronenpaar dat 2 positieve atoomresten
aan elkaar bindt, zeer sterke binding
Edelgasconfiguratie: als er 8 elektronen in de buitenste schil zitten
Gemeenschappelijk elektronenpaar: als atomen één elektron missen gaan ze een
binding aan met een ander atoom waardoor ze een elektron delen
Molecuulformule: in letters: H2O
Structuurformule: getekend
Systematische naam: namen van de aanwezige atoomsoorten, difosforoxide
triviale naam: zoals je die dagelijks gebruikt, water
Elk atoom wil edelgassig worden door:
1. Elektron negeren
2. Elektron delen
3. Elektron overgooien
Covalentie: het aantal atoombindingen dat een atoom kan vormen om de
edelgasconfiguratie te verkrijgen
kun je aflezen in binas tabel 99
kijk hoeveel stapjes het element moet zetten om bij de buitenste rij te komen
Atoomsoort Covalentie
H 1
F, Cl, Br, I 1
O, S 2
N, P 3
C, Si 4
Covalente binding = atoombinding
Atoomrooster
Sterke binding
Zeer hoog kookpunt en smeltpunt
