100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting fase 1 anatomie & pathologie

Puntuación
-
Vendido
3
Páginas
37
Subido en
31-05-2022
Escrito en
2021/2022

Volledige samenvatting van wat ik heb gebruikt in het examen in januari. Dit examen was open boek dankzij deze samenvatting heb ik een 18/20 gescoord.

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
31 de mayo de 2022
Número de páginas
37
Escrito en
2021/2022
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

ANATOMIE & PATHOLOGIE
HOOFDSTUK 1: HET OOR EN VESTIBULAIR (EVENWICHT) ORGAAN

1.1 INLEIDING

 Oor & evenwichtsorgaan = 1 anatomisch geheel WANT sterke fysiologische overeenkomsten
 Vestibulair functieverlies = relatief complex, itt tot oorproblemen  gehoorverlies
Klachten n altijd duidelijk (n per se vertigo = duizeligheid)

1.2 INDELING OOR


UITWENDIG OOR
 Oorschelp
- Grillig stuk kraakbeen bedekt met huid en perichondrium (laagje dicht bindweefsel dat zich
om kraakbeen heen bevindt)
- Oorlel, aanhangsel, bestaat uit vet en huid
- Belangrijkste onderdelen: tragus, cavum conchae, helix, de anthelix en antitragus
- Functie: geluidsopvangende functie (hoge tonen) draagt bij aan richtinghoren
 Uitwendige gehoorgang (meatus acusticus externus)
- 3 cm geheel met huid bekleed
- Kraakbenig gedeelte (lateraal): om oorschelp te bestuderen dit naar achter-boven trekken.
Veel bind- en vetweefsel dus geen pijnlijke aanraking.
- Benig gedeelte (mediaal): dunne huid dus pijnlijke aanraking
- Vernauwing aan overgang van kraakbenig gedeelte naar benig gedeelte  blijven corpora
aliena (voorwerpen van buiten lichaam) steken
- Voor trommelvlies verwijdt en verdiept gehoorgang  water kan zich hier ophopen
- Openen van mond  verwijding gehoorgang & sluiten van mond  vernauwing
- Hoestreflex ontstaat bij prikkeling in gehoorgang  verloopt via n. vagus
- Functie: bescherming tegen beschadiging van buitenaf, mede door: tragus, haren aan ingang,
vernauwing en gebogen vorm.
- Geleidt geluid onveranderd voort
- Pas klachten van gehoorverlies als cerumenophoping volledige gehoorgang afsluit


MIDDENOOR
 Trommelvlies
 Dunne, glanzende, parelgrijze membraan
 Bij transparant trommelvlies kan achter-boven lange been v aambeeld gezien w en achter-onder de
ronde vensternis
 Blauwe doorschemering door luchthoudende trommelholte
 Het midden: umbo (uiteinde hamersteel)
 Twee horizontaal verlopende ligamenten aan hamerhals, vormen grens tussen pars tensa en pars
flaccida
- Pars tensa: 3 lagen -> buitenste laag is huidlaag, middelste laag bestaat uit bindweefselvezels
(zorgen voor stevigheid en elasticiteit van membraan), binnenste laag is slijmvlieslaag. Men
verdeelt het in 4 kwadranten door umbo en verloop van hamersteel
- Pars flaccida = Shrapnellmembraan: slapper door ongestructureerde bouw.
 Trommelholte (= cavum tympani)

,  Verdeeld in: epitympanum (boven), mesotympanum en hypotympanum (onder)
- Mesotympanum: gedeelte achter trommelvlies (ook trommelholte genoemd)
Bevat: stijgbeugel (stapes), trommelvliesspanner en stijgbeugelspier
In mediale wand -> achter-boven: ovale venster & achter-onder: ronde venster
Midden promineert en wordt promontorium genoemd
Achter: cochleawinding (slakkenhuis
- Epitympanum = koepelholte
Bevat: hamer (malleus) , aambeeld (incus) met daarrond aantal luchtpockets
Beluchting: via 2 openingen in slijmvliesblad tussen koepelholte en trommelholte.
Slijmvliesbladen spelen rol bij uitbreiding van ontstekingen
- Hypotympanum
Bevindt zich onder bodem van gehoorgang en bevat geen structuren
 In voorwand: binnenste halsslagader, loopt langs trommelvliesspanner, vormt craniale wand van
buis van eustachius
 Bekleed met slijmvlies dat in buurt van tuba auditiva trilharen en serieuze (ouderen) en muceuze
(bij kinderen) spieren bevat, in de rest van middenoor zeer dun eenlagig slijmvlies
 Er is een gemeenschappelijke innervatie van kaakgebied en oor  bij kaakklachten kan er
uitstralende pijn zijn naar oor
 Oriëntatiepunten (Punten die je zou moeten herkennen als je klinisch onderzoek doet van oor):
 Processus brevis: wit uitstekend knobbeltje van hamersteel
 Umbo
 Lichtreflex: ontstaat bij het inwerpen van licht op trommelvlies, enkel in het normale aanwezig
 Gehoorbeenketen
 Malleus (hamer) : steel in trommelvlies en aan hals opgehangen met 2 horizontale ligamenten,
kop in epitympanum en grenst aan aambeeld
 Incus (aambeeld) : aan 2 ligamenten in epitympanum opgehangen: aan lichaam en korte been
(lange been in mesotympanum en vormt echt gewricht met kop van stapes
 Stapes (stijgbeugel) : is dmv ligament met voetplaat aan ovale venster opgehangen (aan
binnenoor)
 Middenoorspiertjes:
 M. stapedius: stijgbeugelspier: loopt van achterwand van middenoor nr kop v stapes
 M. tensor tympani: trommelvliesspanner: loopt van mediale wand van trommelholte nr hals van
de hamer
 Buis van eustachius
 Zandlopervormige buis in verbinding met neus-keelholte
 Belucht middenoor en voert secreet af
 Bestaat uit: kraakbenig gedeelte & being gedeelte met als overgang de isthmus
 Bekleed met trilharen
 In rust = gesloten & bij slikken/geeuwen = kraakbenig gedeelte geopend
 Mastoïd
 Bekleed met eenlagig epitheel
 Communiceert via grote cel (antrum) met middenoor
 In 1ste levensjaar: zeer klein zonder veel cellen & 2de-5de levensjaar: uitbreiden v holten & 6de-
12de levensjaar: maximale ontwikkeling
 Grote variatie in uitgebreidheid van pneumatisatie (kleine luchtbevattende holten in bot) ->
genetisch bepaald en kan geremd worden in vroege jeugd = gescleroseerd mastoïd
 Bovenbegrenzing: tegmen tympani (dak van trommelholte) & achterbegrenzing: achterste
schedelgroeve & mediale begrenzing: booggangen van evenwichtsorgaan & onderwand: bloedvat
on

,BINNENOOR (COCHLEA) :
Het labyrinth is heel het binnenoor = slakkenhuis + evenwichtsorgaan. In de as, de modiolus, bevinden zich het
ganglion spirale en de zenuwen vaatvoorziening

 Endolymfe- en perilymfecompartimenten
 De opgerolde buis (35mm) is door twee membranen in 3 compartimenten verdeeld:
- Scala vestibuli
- Scala tympani
- Scala media: gevuld met endolymfe
 Scala vestibuli en scala tympani in apex van cochlea en in open verbinden met elkaar hoor
helicotrema. Ze zijn gevuld met perilymfe
 Endolymfe en perilymfe hebben verschillende samenstellingen (blz. 13)
 Het elektrolytenverschil zorgt voor spanning die de haarcellen laten functioneren

 Ductus en saccus endolymphaticus
 Endolymfe systeem bevat naast scala media ook de ductus en saccus endolumpathicus
 Taak: endolymfe opslurpen en reinigen + betrokken bij immunologisch afweerapparaat van
labyrint

 Basilaire membraan
 Verdeelt opgerolde buis in 2 en is scheiding tussen scala media en tympani
 Bevestigd aan benige kam: aan basis van cochlea is deze breed en slap, maar wordt smaller en
stijver naar midden toe (eigenschap bep frequentieanalyse in binnenoor)
 Orgaan van Corti ligt hierop

 Membraan van Reissner
 Heeft geen andere functie dan scheidingswand van scala madia en vestibuli

 Stria vascularis
 Bandvormig gedeelde aan scala media
 Bevat 3 typen cellen: marginale, intermediaire en basale -> zorgen samen voor hoge
concentratiegehaltes in endolymfe

 Orgaan van corti
 Hier worden trillingen omgezet in elektrisch signaal
 Bevindt zich op basilaire membraan
 Bestaat uit: 1 rij binnenste haarcellen (IHC), 3 rijen buitenste haarcellen (OHC), verschillende
soorten steuncellen en zenuwvezels aan basis van haarcel

 Haarcellen
 Veel meer buitenste dan binnenste haarcellen
 OHC en IHC gescheiden door driehoekige tunnel van Corti
 OHC en IHC verschillende vorm en functie
 IHC: peervormig met celkern in centrum, aan kop 200 stereocilia (organellen) die niet
verbonden zijn met tectoriale membraan
 OHC: langwerpig met celkern aan basis van de cel, aan kop 3 rijen stereocilia die verbonden
zijn met tiplinks

,  Zenuwvoorziening
 Elke IHC wordt door 10-20 aanvoerende gemyeliniseerde vezels geïnnerveerd -> hiervan
innerveert 95% elk één IHC en de overige innerveren OHC’s
 Zenuw bevat een veel kleiner aantal ongemyeliniseerde efferente vezels die beide type gelijkelijk
innerveren (afkomstig uit olijfkernen)




1.3 FYSIOLOGIE MIDDENOOR


1.3.1 TRANSFORMATORFUNCTIE V MIDDENOOR
Brengt luchttrillingen (zonder verlies) over aan het binnenoor

Luchttrilling nr vloeistoftrilling = 30 dB verlies  0.1% v energie overgedragen & 99,9% gereflecteerd

 Middenoor moet verlies beperken (fungeert als transformator), verschil akoestische impedantie ( v
lucht nr vloeistof) overbruggen : van vis (water nr amfibie (land) = eerste middenoor


1.3.2 BELUCHTING
 Luchtdruk in middenoor moet gelijk zijn aan die van buitenlucht
 Door openen van buis van eustachius kan de beluchting v trommelholte plaats vinden
 Via middenoorslijmvlies zal er een gelijke aanwezigheid van O2 en CO2 zijn
 Negatieve druk van 200daPa -> disfunctie van buis van eustachius -> blijvende veranderingen in
mucosa en middenoor w verkleind
 Waarom buis van eustachius gesloten?
 Open buis leidt tot hinderlijk waarnemen van eigen stem
 Afgesloten buis beschermt tegen indringen van vloeistoffen tijdens drinken


1.3.3 DRAINAGE & AFWEER
 Afvoer van secreet door trilhaarbewegingen van slijmvlies en tuba auditiva
 Ophoping leidt tot stoornissen
 Secreet en slijmvlies bezitten afweerfunctie tegen infecties uit neus en keel

FYSIOLOGIE BINNENOOR


COCHLEA ALS TRANSDUCENT (OMZETTER)
Geluid van buitenwereld w via gehoorbeenketen overgedragen op stapesvoetplaat in het ovale venster die
vloeistoffen in cochlea in trilling brengt -> de ontstane drukverschillen in scala media en vestibuli en tussen
scala tympani en andere -> transversale trillingen in membraan -> toenemende golf van stapes richting apex ->
amplitude bereikt max en golf dooft uit -> doordat tectoriale en basilaire membraan verschillende
opgangspunten hebben -> onderlinge schuifbewegingen en afbuiging van stereocilia van haarcellen ->
vuurfrequentie (zenuwen die een bep elektrische puls geven met een bep snelheid) in afferente vezels
verandert -> geringe verandering wekt een geluidssentatie op -> brein kan uit tijdspatroon van vuringen
bepalen welke geluidsfrequentie aangeboden wordt = temporale codering van toonhoogte informatie

 Capaciteit v goed gehoor w bepaald dr 2 eigenschappen :
 Groot dynamisch bereik: bij zwakste bewegingen v lucht die wij als geluid waarnemen bewegen
de stereocilia (trilharen). Wij kunnen geluiden met 100 000 grotere A waarnemen zonder dat
$9.07
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
zylanisweep

Conoce al vendedor

Seller avatar
zylanisweep Thomas More Hogeschool
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
9
Miembro desde
4 año
Número de seguidores
5
Documentos
10
Última venta
2 meses hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes