Theory and History / early Main hypothesis or 2 important features Data supporting or Application major strength or weakness Similar theory & major Competing theor
author result claim undermining theory feature how it differs
Classical – Analytische Categorielidmaa 1 – Categorieën zijn Bruner: levert bewijs Voordelen: 1 – Prototype approach: Theory/Explanatio
definitional filosofie t- schap wordt alles of niets. met geometrische werkt voor duidelijke categorieën. categorie-lidmaatschap Knowledge/ Comm
approach OF bepaald door 2 – Defining features: vormen die theorie Nadelen: door vergelijking met sense based: kijkt
(Bruner) Categorisatie vergelijking met hiermee wordt ondersteund (+). Typicality wordt niet verklaard. prototype werken meer naar similari
uit Taak 1 technieken definitie. vergeleken. Rosch: typicality Borderline cases (McCloskey) beiden met similarity. maar naar grote
OF 3 – Gaat uit van gradient (-). Intransitivity (Hampton) 2 – Exemplar-based kennisstructuren.
essentialisme similarity. Lack of definitions (Wittgenstein) approach: vergelijk met
Family resemblance (Wittgenstein) exemplaren.
werkt niet voor natuurlijke categorie
Prototype Typicality Categorielidmaat- 1 – Het prototype is Bewijs (supporting): Voordelen: 1 – Classical approach: Theory/Explanatio
approach gradiënt schap wordt bepaald gemiddelde van 1 – Sentence Verklaart family resemblance. categorie-lidmaatschap Knowledge/ Comm
(Rosch) OF door vergelijking categorieleden. verification technique Verklaart typicality effect. door vergelijking met sense based: kijkt
uit Taak 1 bouwt verder op met het prototype 2 – Gaat uit van (Smith) (+) Variatie tussen leden categorie. definitie werken meer naar similari
classical van de categorie. similarity. 2 – Priming experiment Nadelen: beiden met similarity. maar naar grote
approach (geen 3 – Het principe van (prototypische objecten Typicality is geen bewijs prototype. 2 – Exemplar-based kennisstructuren.
vast-staande prototypicality. beter geprimed) (+) Benoemt vooral characteristic features approach: vergelijk met
definities) Negeert correlaties tussen kenmerken. exemplaar (gaat uit van
Veel informatie van atypische categorie- similarity)
leden gaat verloren (afwijking van standaard)
Werkt goed bij nieuwe + grote categorieën
Exemplar- Prototype Categorielidmaat- 1 – Exemplaar bepaalt Madden experiment Voordelen: 1 – Prototype approach Theory/Explanatio
(based) approach (bouwt schap wordt bepaald door aantal typische (biological) (+). Verklaart variatie binnen categorieën 2 – Classical approach Knowledge/ Comm
approach voort op door vergelijking categorieleden. Verklaart typicality effect. Deze gaan beide uit van sense based: kijkt
uit Taak 1 zwakheid met exemplaar van 2 – Exemplaren zijn Verklaart atypische leden (itt prototype). gelijkheid (met prototype meer naar similari
atypische leden categorie. echte leden van een Behoudt alle data (itt prototype). of definitie van maar naar grote
categorie categorie uit verleden. Nadelen: categorie). kennisstructuren.
worden 3 – Gaat uit van Werkt alleen voor kleine categorieën
verklaard). similarity. (geheugen is te snel vol voor grote categorie).
Uitzonderingen moeilijker te leren.
author result claim undermining theory feature how it differs
Classical – Analytische Categorielidmaa 1 – Categorieën zijn Bruner: levert bewijs Voordelen: 1 – Prototype approach: Theory/Explanatio
definitional filosofie t- schap wordt alles of niets. met geometrische werkt voor duidelijke categorieën. categorie-lidmaatschap Knowledge/ Comm
approach OF bepaald door 2 – Defining features: vormen die theorie Nadelen: door vergelijking met sense based: kijkt
(Bruner) Categorisatie vergelijking met hiermee wordt ondersteund (+). Typicality wordt niet verklaard. prototype werken meer naar similari
uit Taak 1 technieken definitie. vergeleken. Rosch: typicality Borderline cases (McCloskey) beiden met similarity. maar naar grote
OF 3 – Gaat uit van gradient (-). Intransitivity (Hampton) 2 – Exemplar-based kennisstructuren.
essentialisme similarity. Lack of definitions (Wittgenstein) approach: vergelijk met
Family resemblance (Wittgenstein) exemplaren.
werkt niet voor natuurlijke categorie
Prototype Typicality Categorielidmaat- 1 – Het prototype is Bewijs (supporting): Voordelen: 1 – Classical approach: Theory/Explanatio
approach gradiënt schap wordt bepaald gemiddelde van 1 – Sentence Verklaart family resemblance. categorie-lidmaatschap Knowledge/ Comm
(Rosch) OF door vergelijking categorieleden. verification technique Verklaart typicality effect. door vergelijking met sense based: kijkt
uit Taak 1 bouwt verder op met het prototype 2 – Gaat uit van (Smith) (+) Variatie tussen leden categorie. definitie werken meer naar similari
classical van de categorie. similarity. 2 – Priming experiment Nadelen: beiden met similarity. maar naar grote
approach (geen 3 – Het principe van (prototypische objecten Typicality is geen bewijs prototype. 2 – Exemplar-based kennisstructuren.
vast-staande prototypicality. beter geprimed) (+) Benoemt vooral characteristic features approach: vergelijk met
definities) Negeert correlaties tussen kenmerken. exemplaar (gaat uit van
Veel informatie van atypische categorie- similarity)
leden gaat verloren (afwijking van standaard)
Werkt goed bij nieuwe + grote categorieën
Exemplar- Prototype Categorielidmaat- 1 – Exemplaar bepaalt Madden experiment Voordelen: 1 – Prototype approach Theory/Explanatio
(based) approach (bouwt schap wordt bepaald door aantal typische (biological) (+). Verklaart variatie binnen categorieën 2 – Classical approach Knowledge/ Comm
approach voort op door vergelijking categorieleden. Verklaart typicality effect. Deze gaan beide uit van sense based: kijkt
uit Taak 1 zwakheid met exemplaar van 2 – Exemplaren zijn Verklaart atypische leden (itt prototype). gelijkheid (met prototype meer naar similari
atypische leden categorie. echte leden van een Behoudt alle data (itt prototype). of definitie van maar naar grote
categorie categorie uit verleden. Nadelen: categorie). kennisstructuren.
worden 3 – Gaat uit van Werkt alleen voor kleine categorieën
verklaard). similarity. (geheugen is te snel vol voor grote categorie).
Uitzonderingen moeilijker te leren.
