HANDELSCONTRACTEN
Handelsagentuur
Juridisch kader Wet 13/04/1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst
- Omzetting Europese richtlijn
=> 2014: Boek X, Titel 1 WER
Wet 19/12/2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten
=> 2014: Boek X, Titel 2 WER
Constitutionele elementen 1. Optreden in naam en voor rekening van principaal (= opdrachtgever)
- Regelen lastgeving (mandaat) van toepassing
- Agent is niet persoonlijk verbonden, maar verbindt principaal (indien hij optreedt binnen mandaat)
- Uitzondering: delcrederebeding: agent verklaart in te staan voor de ‘gegoedheid’ v/d tegenpartij
- Art. X.23 WER: aansprakelijkheid in beginsel beperkt tot overeengekomen commissie
2. Agent staat niet onder gezag v/d principaal
- Principaal mag richtlijnen, bevelen geven op vlak van commerciële organisatie, marketing, businessaspect
- Geen bevelen over organisatie v/d onderneming v/d de agent
- Principaal gaat te ver: herkwalificatie als handelsvertegenwoordiger
- Vermoeden van ondergeschiktheid: art. 4 WAO
>< onder gezag: werknemer = handelsvertegenwoordiger
3. Bemiddelen en eventueel afsluiten van zaken
- “Zaken” = alle mogelijke goederen en diensten, geen beperking
- Aard transactie = irrelevant: verkoop, aankoop, verhuur, aanneming...
- Bemiddelen = voldoende
- Veronderstelt onderhandeling/ doorgeven van orders
- Afsluiten van zaken
- Agent sluit overeenkomst: eigenlijke lastgeving
1
, HANDELSCONTRACTEN
4. Permanentie
- Permanente/ voortdurende band met de opdrachtgever
- Een zekere duurelement, voortdurend element aanwezig
- Deel uitmaken v/d grotere structuur v/d principaal
- Permanentie ≠ exclusiviteit
- Opwaarts: van agent naar principaal
- Neerwaarts: van principaal naar agent
5. Tegen vergoeding
- Indien vorige 4 elementen aanwezig wordt het 5 de element vermoed aanwezig te zijn
- Art. X.7 WER ofwel
- Vast bedrag
- Vergoeding via commissie
- Variabel in functie van aantal of waarde v/d zaken die hij aanbrengt
- In functie v/d waarden v/d zaken die men realiseert
- Combinatie van beiden
- Andere:
- Natura of winstverdeling
Overige kenmerken Overeenkomst intuitu personae
- Perspectief principaal: keuze agent = essentieel
- Gevolgen:
- Einde bij overlijden/ faillissement van agent
- Beroep op subagenten?
- Europese richtlijn: je kan je niet laten vervangen
- Art. X.5 WER: subrogant wel toegelaten
Exclusiviteit v/d opdracht is niet essentieel
- Uitgangspunt: je mag verschillende principalen dienen, maar je mag uw principaal geen concurrentie aandoen
- Vormen van exclusiviteit
2
Handelsagentuur
Juridisch kader Wet 13/04/1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst
- Omzetting Europese richtlijn
=> 2014: Boek X, Titel 1 WER
Wet 19/12/2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten
=> 2014: Boek X, Titel 2 WER
Constitutionele elementen 1. Optreden in naam en voor rekening van principaal (= opdrachtgever)
- Regelen lastgeving (mandaat) van toepassing
- Agent is niet persoonlijk verbonden, maar verbindt principaal (indien hij optreedt binnen mandaat)
- Uitzondering: delcrederebeding: agent verklaart in te staan voor de ‘gegoedheid’ v/d tegenpartij
- Art. X.23 WER: aansprakelijkheid in beginsel beperkt tot overeengekomen commissie
2. Agent staat niet onder gezag v/d principaal
- Principaal mag richtlijnen, bevelen geven op vlak van commerciële organisatie, marketing, businessaspect
- Geen bevelen over organisatie v/d onderneming v/d de agent
- Principaal gaat te ver: herkwalificatie als handelsvertegenwoordiger
- Vermoeden van ondergeschiktheid: art. 4 WAO
>< onder gezag: werknemer = handelsvertegenwoordiger
3. Bemiddelen en eventueel afsluiten van zaken
- “Zaken” = alle mogelijke goederen en diensten, geen beperking
- Aard transactie = irrelevant: verkoop, aankoop, verhuur, aanneming...
- Bemiddelen = voldoende
- Veronderstelt onderhandeling/ doorgeven van orders
- Afsluiten van zaken
- Agent sluit overeenkomst: eigenlijke lastgeving
1
, HANDELSCONTRACTEN
4. Permanentie
- Permanente/ voortdurende band met de opdrachtgever
- Een zekere duurelement, voortdurend element aanwezig
- Deel uitmaken v/d grotere structuur v/d principaal
- Permanentie ≠ exclusiviteit
- Opwaarts: van agent naar principaal
- Neerwaarts: van principaal naar agent
5. Tegen vergoeding
- Indien vorige 4 elementen aanwezig wordt het 5 de element vermoed aanwezig te zijn
- Art. X.7 WER ofwel
- Vast bedrag
- Vergoeding via commissie
- Variabel in functie van aantal of waarde v/d zaken die hij aanbrengt
- In functie v/d waarden v/d zaken die men realiseert
- Combinatie van beiden
- Andere:
- Natura of winstverdeling
Overige kenmerken Overeenkomst intuitu personae
- Perspectief principaal: keuze agent = essentieel
- Gevolgen:
- Einde bij overlijden/ faillissement van agent
- Beroep op subagenten?
- Europese richtlijn: je kan je niet laten vervangen
- Art. X.5 WER: subrogant wel toegelaten
Exclusiviteit v/d opdracht is niet essentieel
- Uitgangspunt: je mag verschillende principalen dienen, maar je mag uw principaal geen concurrentie aandoen
- Vormen van exclusiviteit
2