Microbiologie
H1: Inleiding
- Nuttige micro-organismen: - kringloop der elementen
- Milieubeheer( afvalwaterzuivering)
- levensmiddelen industrie (bier, wijn, brood)
- Schadelijke micro-organismen: - Bederf, infecties,toxinevorming
H2: Indeling micro-organismen
Eukaryoten
Protozoa: -ééncellig à voeding dr fagocytose (vast) en pinocytose (vloeibaar)
à geen fotosynthese
Onbeweeglijk: cyste-fase (dormant)
Beweeglijk: trofozoiet (proliferatie)
Algen: -Fotosynthese à chlorofyl in chloroplasten (groen)
-Celwand: cellulose
à Euglena (oogdiertje plant of dier): heterotroof + bladgroen
Fungi: -Celwand chitine
-Sporenvorming: sexueel/asexueel
Gisten= Saccharomyces cerevisiae
Schimmels: filamenteuze fungi : mycelium
Paddenstoelen: “
Prokaryoten
Bacteriën: -Metabolisme: Zuurstofbehoefte (aeroob/anaeroob)
Energiewinning (fototroof/chemotroof)
Koolstofbron (heterotroof/autotroof)
à Protoebacteriën: darmbacteriën
Grampositieven: Dikke peptodiglycaanlaag en membraan
Gramnegatieven: Dunne petodiglycaanlaag en 2 membranen
Cyano: fotosynthese
Archaebacteriën : extreme omstandigheden ( anaeroob, hoge zout, hoge T)
Virussen: - 50 nm
-niet actief wel overdraagbaar = virion
-bacterie-virussen = bacteriofagen
, à Bouw: Nucleïnezuur (DNA) = genoom
Proteïnemantel = kapside eventueel nog extra envelop
H3: Microbiële Cel
Bacteriën
Vorm: -kokken à bolvormig
à keten: strepto
à trossen: stapylo
-staafjesà bacillus
-spirillenà spiraal
- spirochetenà helix
- kommavormigà vibrio
à geen vorm: pleiomorg
Afmeting: 0,5 um to 5um
Prokaryoot
Structuur: -Fosfolipiden (fosfolipidendubbellaag), proteïnen (integraal=hydrofoob)
(perifeer= hydrofiel)
Functie: -transport, metabole processen
Cytoplasma à 70 % water + ribosomen(eiwitsynthese)
Nucleoïd: - chromosoom( supercoiled) + plasmiden
Celwand: peptidoglycaanlaag (-+) à mureïne en mucopeptide (NAG +NAM)
N-acetyl glucosamine
muraminezuur
à cross-linking verschillende lagen door network
à tegen lyseren: hypotonisch
à lysozym: kan NAG en NAM verbreken
à penicilline: antibiotica tegen peptidoglycaan
Structuren aan celoppervlak:
- Kapsel en slijmlaag à extra bescherming + aanhechting
à S-laag
- Pili en fimbriae à Filamenten: aanhechting, voortbeweging, overdracht DNA
- Flagellen àHelix uitsteeksel voor beweging
- Monotriech 1
- Lofotriech # kant
- Amfitriech 1 per pool
- Peritriech overal
H1: Inleiding
- Nuttige micro-organismen: - kringloop der elementen
- Milieubeheer( afvalwaterzuivering)
- levensmiddelen industrie (bier, wijn, brood)
- Schadelijke micro-organismen: - Bederf, infecties,toxinevorming
H2: Indeling micro-organismen
Eukaryoten
Protozoa: -ééncellig à voeding dr fagocytose (vast) en pinocytose (vloeibaar)
à geen fotosynthese
Onbeweeglijk: cyste-fase (dormant)
Beweeglijk: trofozoiet (proliferatie)
Algen: -Fotosynthese à chlorofyl in chloroplasten (groen)
-Celwand: cellulose
à Euglena (oogdiertje plant of dier): heterotroof + bladgroen
Fungi: -Celwand chitine
-Sporenvorming: sexueel/asexueel
Gisten= Saccharomyces cerevisiae
Schimmels: filamenteuze fungi : mycelium
Paddenstoelen: “
Prokaryoten
Bacteriën: -Metabolisme: Zuurstofbehoefte (aeroob/anaeroob)
Energiewinning (fototroof/chemotroof)
Koolstofbron (heterotroof/autotroof)
à Protoebacteriën: darmbacteriën
Grampositieven: Dikke peptodiglycaanlaag en membraan
Gramnegatieven: Dunne petodiglycaanlaag en 2 membranen
Cyano: fotosynthese
Archaebacteriën : extreme omstandigheden ( anaeroob, hoge zout, hoge T)
Virussen: - 50 nm
-niet actief wel overdraagbaar = virion
-bacterie-virussen = bacteriofagen
, à Bouw: Nucleïnezuur (DNA) = genoom
Proteïnemantel = kapside eventueel nog extra envelop
H3: Microbiële Cel
Bacteriën
Vorm: -kokken à bolvormig
à keten: strepto
à trossen: stapylo
-staafjesà bacillus
-spirillenà spiraal
- spirochetenà helix
- kommavormigà vibrio
à geen vorm: pleiomorg
Afmeting: 0,5 um to 5um
Prokaryoot
Structuur: -Fosfolipiden (fosfolipidendubbellaag), proteïnen (integraal=hydrofoob)
(perifeer= hydrofiel)
Functie: -transport, metabole processen
Cytoplasma à 70 % water + ribosomen(eiwitsynthese)
Nucleoïd: - chromosoom( supercoiled) + plasmiden
Celwand: peptidoglycaanlaag (-+) à mureïne en mucopeptide (NAG +NAM)
N-acetyl glucosamine
muraminezuur
à cross-linking verschillende lagen door network
à tegen lyseren: hypotonisch
à lysozym: kan NAG en NAM verbreken
à penicilline: antibiotica tegen peptidoglycaan
Structuren aan celoppervlak:
- Kapsel en slijmlaag à extra bescherming + aanhechting
à S-laag
- Pili en fimbriae à Filamenten: aanhechting, voortbeweging, overdracht DNA
- Flagellen àHelix uitsteeksel voor beweging
- Monotriech 1
- Lofotriech # kant
- Amfitriech 1 per pool
- Peritriech overal