Sprekers, luisteraars en ‘footing’ (Erving Goffman – Forms
of Talk)
Dia 1: Waarover gaat het?
Veranderingen in ‘toon’ in gesproken interactie
Kenmerken:
o Kort of lang
o Opvallend of subtiel
o Vaak gepaard met ‘codeswitching karakteristieken’ (cfr. Gumperz)
Bv. van formeel naar dialectisch taalgebruik
o Vaak overgang tussen activiteiten
Vaak voorkomend bij begin of afronding van gesprek
Bv. social talk voor of na een zakelijk gesprek
Dia 2: footing
De soort veranderingen van vorige dia hebben volgens Goffman te maken met de footing van de
deelnemers: alignment, set, stance of projected self ( hun standpunt/houding)
Een verandering in footing impliceert een verandering in onze opstelling. We bekijken onszelf en de
ander op een andere manier. En dit uit zich in de manier hoe we omgaan met het gesproken woord.
Een verandering in footing betekent ook een verandering in het frame van gebeurtenissen. We gaan
de interactie ook op een andere manier bekijken, interpreteren.
Dia 3: Waarom gebeurt het?
Rollen spreker en luisteraar niet zo eenduidig als we denken
Verwijzing nr. stelling Hymes:
o The commo dyadic momdel of speaker-hearer specifies sometimes too any,
sometimes too few, sometimes the wrong participants
Goofman ziet 2 structurele kenmerken die aan basis liggen van footing:
o Participation framework: de vehrouding tussen alle personen die betrokken zijn i. e.
interactie op een bepaald moment i.d. interactie
o Production format: bepaalt de rol van de spreker.
Dia 4: participation framework
Conversatie ( thuis, werk, receptie, …) veel complexer dan we denken
o +/- geratificeerd; +/- geadresseerd; +/- toevallig: participant, adddressee, bystander,
eavesdropper
o Meerdere participanten ( statuswissels)
Luisteraar kan verteller worden, iemand kan per ongeluk meeluisteren,…
o Meerdere gesprekslijnen tegelijk
sprekers passen zich aan en dat leidt tot changes in footing
Dia 5: gesprekslijnen in de clip:
Deel 1:
of Talk)
Dia 1: Waarover gaat het?
Veranderingen in ‘toon’ in gesproken interactie
Kenmerken:
o Kort of lang
o Opvallend of subtiel
o Vaak gepaard met ‘codeswitching karakteristieken’ (cfr. Gumperz)
Bv. van formeel naar dialectisch taalgebruik
o Vaak overgang tussen activiteiten
Vaak voorkomend bij begin of afronding van gesprek
Bv. social talk voor of na een zakelijk gesprek
Dia 2: footing
De soort veranderingen van vorige dia hebben volgens Goffman te maken met de footing van de
deelnemers: alignment, set, stance of projected self ( hun standpunt/houding)
Een verandering in footing impliceert een verandering in onze opstelling. We bekijken onszelf en de
ander op een andere manier. En dit uit zich in de manier hoe we omgaan met het gesproken woord.
Een verandering in footing betekent ook een verandering in het frame van gebeurtenissen. We gaan
de interactie ook op een andere manier bekijken, interpreteren.
Dia 3: Waarom gebeurt het?
Rollen spreker en luisteraar niet zo eenduidig als we denken
Verwijzing nr. stelling Hymes:
o The commo dyadic momdel of speaker-hearer specifies sometimes too any,
sometimes too few, sometimes the wrong participants
Goofman ziet 2 structurele kenmerken die aan basis liggen van footing:
o Participation framework: de vehrouding tussen alle personen die betrokken zijn i. e.
interactie op een bepaald moment i.d. interactie
o Production format: bepaalt de rol van de spreker.
Dia 4: participation framework
Conversatie ( thuis, werk, receptie, …) veel complexer dan we denken
o +/- geratificeerd; +/- geadresseerd; +/- toevallig: participant, adddressee, bystander,
eavesdropper
o Meerdere participanten ( statuswissels)
Luisteraar kan verteller worden, iemand kan per ongeluk meeluisteren,…
o Meerdere gesprekslijnen tegelijk
sprekers passen zich aan en dat leidt tot changes in footing
Dia 5: gesprekslijnen in de clip:
Deel 1: