BG
Thematoets 7
Bewegingsonderwijs
Basislessen bewegingsonderwijs in de speelzaal blz. 191 t/m 223
Hoofdstuk 1
- goede les begint met ontwerpen en neerzetten van een veilige en rijke leeromgeving
- Binnen rijke leeromgeving kans dat kinderen op eigen niveau bewegen groot
- deze methode geeft handreikingen voor inrichten rijke speel- en beweegomgeving
- Voorbereiden op een les —> bekijk beginsituatie, welke maatregelen neem je om risico op
ongelukken te verkleinen, neem ruim de tijd om zaal in te richten
- 5P’s: perfect preparations, prevents poor performance —> hoe bezig de bewegingssituaties
zijn ingericht, des te leuker, veiliger en leerzamer zijn de lessen
- Maak beweeggroepen van 5-7 leerlingen
- Houdt rekening met samenstelling groep
- Maak de groep met de minst vaardige kinderen het kleinst
- speellokaal heeft minimum oppervlakte van 90M2 —> binnen methode 4M2 per kind dan
verantwoord bewegingsonderwijs
- In methode 14 lessen met +- 4 bewegingssituaties per les
- Keuze voor aantal bewegingssituaties per les afhankelijk van het aantal leerlingen,
zaalgrote en materiaal
- bij bobbelbaan doe je balanceren, springen, hardlopen, rollen —> belangrijke plek in methode
omdat
- Het is zeer gevarieerd
- Enorm intensief
- Leuk en leerzaam
- De 3 belangrijkste veiligheidsmaatregelen bobbelbaan:
- Niet teveel kinderen in de baan
- Zorg voor een veilige plaatsing van de baan
- Voorkomen van wedstrijdelement, van opjagen en vermoeidheid
- 3 organisatie vormen
- Vrij of individueel werken
- Werken in groepen
- Klassikaal werken
- tussen en combinatie vormen
- Een groep met leerkracht, andere groepen spelen vrij
- Starten of eindigen met vrij werken
- Starten of eindigen met een klassikale activiteit
- valkuil vrij werken: kinderen vermijden bepaalde activiteiten omdat ze zich daar niet (sociaal)
veilig bij voelen
- Valkuil klassikaal werken: omgaan met verschillen is lastig
- Allemaal tips en voorbeelden in het boek!
- Wijze dat groep wordt samengesteld bepaald voor groot deel het succes
- Sociale/motorische vaardigheden, lengte, sekse en motivatie spelen rol
- compensatiegedrag: gedrag dat kinderen vertonen om zich te redden uit een sociaal-
emotioneel moeilijke situatie
- Regelmatig bewegen in (enigszins) homogene groepen op basis van vaardigheid is een
belangrijk middel op weg naar bewegingsonderwijs op maat
- Met behulp van pictogrammen bewegen kinderen zich zoals het dier op het pictogram
- les
- Begin les
- Uitleggen les (voordoen) en kinderen verdelen over activiteiten
- 4 rondes doen van +-8 minuten
- Nazitten/naspreken
- Slot les
- Vrij spelen, kiezen, kring, activiteit!
Hoofdtuk 2
Tips en tricks in boek hoe je gymzaal berghok kunt indelen
- regelmatig onderhoud en inspectie zijn pijlers voor een veilige omgeving
BG 1
, BG
Thematoets 7
Hoofdstuk 3
- Overzicht van kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen in het boek
- Kerndoel 57: de leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende
bewegingsculture en leren de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren
- Balanceren, klimmen, zwaaien, over de kop gaan, springen, hardlopen, mikken, jongleren,
doelspelen
- kerndoel 58: de leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan
bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen
bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden
- Arrangement
- Helpen inrichten en herstellen/aanpassen arrangement
- Regelingen
- Handelen volgens regels, afspraken maken, verdelen/wisselen, hulpverlenen bij
activiteit
- Re ecteren
- Re ecteren over eigen handelen en over activiteit, inschatting maken
bewegingsmogelijkheden, stimuleren en coachen van anderen
- Overzicht/jaarplan van lessen uit methode in boek
- Elke les een bobbelbaan, klimmen, stoel/tik/doelspel, mikken/jongleren/balanceren
activiteit
Hoofdstuk 5
- methode is tot stand gekomen vanuit een speci eke visie op bewegen in het algemeen en
bewegingsonderwijs in het bijzonder
- Bewegen en spelen zijn van fundamentele betekenis voor de totale ontwikkeling van het kind (in
motorisch, sociaal, emotioneel en cognitief opzicht)
Beter spelen en bewegen met kleuters
2.1, 2.2 Een goede les bewegingsonderwijs met kleuters: het referentiekader; criteria voor een
goede les
- voor gymles maak je bepaalde overweging
- Je bedenkt ook doemscenario’s met mogelijke
oplossingen
- 3 dimensies met criteria voor goede les zijn:
- Bewegen = het verwerken van bepaalde vaardigheid
- Drang tot bewegen
- Zich competent voelen
- Gevarieerd aanbod
- Verhouding actie-rust
- Veel oefenbeurten en herhaling
- Beleven = emotionele dementie
- Variatie in speelkriebels
- Ruimte voor de relatie met anderen
- Regulieren = het zelf regelen van een activiteit
samen met andere kinderen
- Structuur en overzicht
- Zich autonoom voelen
Plezier is het allesomvattende aspect, alle criteria hebben elkaar nodig voor optimale
ontwikkeling
- in goede gymles zijn kinderen groot deel van de tijd actief, betrokken en intensief bezig
- Zorg ervoor dat uitleg kort is en pas activiteiten aan aan spanningsboog
- Kinderen moeten in gymles kunnen verkennen en exploreren, voelen zich vertrouwd en veilig
- Door de 4 eigens (tempo, interesse, niveau en leerstijl) zal de leerkracht de bewegingsactiviteit
gedi erentieerd aanbieden
BG 2
fl ff
fi
Thematoets 7
Bewegingsonderwijs
Basislessen bewegingsonderwijs in de speelzaal blz. 191 t/m 223
Hoofdstuk 1
- goede les begint met ontwerpen en neerzetten van een veilige en rijke leeromgeving
- Binnen rijke leeromgeving kans dat kinderen op eigen niveau bewegen groot
- deze methode geeft handreikingen voor inrichten rijke speel- en beweegomgeving
- Voorbereiden op een les —> bekijk beginsituatie, welke maatregelen neem je om risico op
ongelukken te verkleinen, neem ruim de tijd om zaal in te richten
- 5P’s: perfect preparations, prevents poor performance —> hoe bezig de bewegingssituaties
zijn ingericht, des te leuker, veiliger en leerzamer zijn de lessen
- Maak beweeggroepen van 5-7 leerlingen
- Houdt rekening met samenstelling groep
- Maak de groep met de minst vaardige kinderen het kleinst
- speellokaal heeft minimum oppervlakte van 90M2 —> binnen methode 4M2 per kind dan
verantwoord bewegingsonderwijs
- In methode 14 lessen met +- 4 bewegingssituaties per les
- Keuze voor aantal bewegingssituaties per les afhankelijk van het aantal leerlingen,
zaalgrote en materiaal
- bij bobbelbaan doe je balanceren, springen, hardlopen, rollen —> belangrijke plek in methode
omdat
- Het is zeer gevarieerd
- Enorm intensief
- Leuk en leerzaam
- De 3 belangrijkste veiligheidsmaatregelen bobbelbaan:
- Niet teveel kinderen in de baan
- Zorg voor een veilige plaatsing van de baan
- Voorkomen van wedstrijdelement, van opjagen en vermoeidheid
- 3 organisatie vormen
- Vrij of individueel werken
- Werken in groepen
- Klassikaal werken
- tussen en combinatie vormen
- Een groep met leerkracht, andere groepen spelen vrij
- Starten of eindigen met vrij werken
- Starten of eindigen met een klassikale activiteit
- valkuil vrij werken: kinderen vermijden bepaalde activiteiten omdat ze zich daar niet (sociaal)
veilig bij voelen
- Valkuil klassikaal werken: omgaan met verschillen is lastig
- Allemaal tips en voorbeelden in het boek!
- Wijze dat groep wordt samengesteld bepaald voor groot deel het succes
- Sociale/motorische vaardigheden, lengte, sekse en motivatie spelen rol
- compensatiegedrag: gedrag dat kinderen vertonen om zich te redden uit een sociaal-
emotioneel moeilijke situatie
- Regelmatig bewegen in (enigszins) homogene groepen op basis van vaardigheid is een
belangrijk middel op weg naar bewegingsonderwijs op maat
- Met behulp van pictogrammen bewegen kinderen zich zoals het dier op het pictogram
- les
- Begin les
- Uitleggen les (voordoen) en kinderen verdelen over activiteiten
- 4 rondes doen van +-8 minuten
- Nazitten/naspreken
- Slot les
- Vrij spelen, kiezen, kring, activiteit!
Hoofdtuk 2
Tips en tricks in boek hoe je gymzaal berghok kunt indelen
- regelmatig onderhoud en inspectie zijn pijlers voor een veilige omgeving
BG 1
, BG
Thematoets 7
Hoofdstuk 3
- Overzicht van kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen in het boek
- Kerndoel 57: de leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende
bewegingsculture en leren de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren
- Balanceren, klimmen, zwaaien, over de kop gaan, springen, hardlopen, mikken, jongleren,
doelspelen
- kerndoel 58: de leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan
bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen
bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden
- Arrangement
- Helpen inrichten en herstellen/aanpassen arrangement
- Regelingen
- Handelen volgens regels, afspraken maken, verdelen/wisselen, hulpverlenen bij
activiteit
- Re ecteren
- Re ecteren over eigen handelen en over activiteit, inschatting maken
bewegingsmogelijkheden, stimuleren en coachen van anderen
- Overzicht/jaarplan van lessen uit methode in boek
- Elke les een bobbelbaan, klimmen, stoel/tik/doelspel, mikken/jongleren/balanceren
activiteit
Hoofdstuk 5
- methode is tot stand gekomen vanuit een speci eke visie op bewegen in het algemeen en
bewegingsonderwijs in het bijzonder
- Bewegen en spelen zijn van fundamentele betekenis voor de totale ontwikkeling van het kind (in
motorisch, sociaal, emotioneel en cognitief opzicht)
Beter spelen en bewegen met kleuters
2.1, 2.2 Een goede les bewegingsonderwijs met kleuters: het referentiekader; criteria voor een
goede les
- voor gymles maak je bepaalde overweging
- Je bedenkt ook doemscenario’s met mogelijke
oplossingen
- 3 dimensies met criteria voor goede les zijn:
- Bewegen = het verwerken van bepaalde vaardigheid
- Drang tot bewegen
- Zich competent voelen
- Gevarieerd aanbod
- Verhouding actie-rust
- Veel oefenbeurten en herhaling
- Beleven = emotionele dementie
- Variatie in speelkriebels
- Ruimte voor de relatie met anderen
- Regulieren = het zelf regelen van een activiteit
samen met andere kinderen
- Structuur en overzicht
- Zich autonoom voelen
Plezier is het allesomvattende aspect, alle criteria hebben elkaar nodig voor optimale
ontwikkeling
- in goede gymles zijn kinderen groot deel van de tijd actief, betrokken en intensief bezig
- Zorg ervoor dat uitleg kort is en pas activiteiten aan aan spanningsboog
- Kinderen moeten in gymles kunnen verkennen en exploreren, voelen zich vertrouwd en veilig
- Door de 4 eigens (tempo, interesse, niveau en leerstijl) zal de leerkracht de bewegingsactiviteit
gedi erentieerd aanbieden
BG 2
fl ff
fi
