Samenvatting Godsdienst VWO 3 Islam, Wegen van Overgaven

Godsdienst, Islam, Wegen van overgave, Hoofdstuk 1-5
Hoofdstuk 1: Moslims in Nederland

1. Wegen van overgave
o Islam  betekent overgave  godsdienst van Arabische oorsprong
o Vijf keer per dag wordt er gebeden
 Vanaf de minaret wordt er ‘Allahoe Akbar’ geroepen  God is groot
    Onbekend maakt onbemind
o Vanaf 1960 zijn islamitische werknemers vanuit Turkije en Noord-Afrika naar West-Europa gekomen 
het aantal moslims in Nederland steeg toen omdat het hier beter was
    Gastarbeider
o Gastarbeider  was in de jaren zestig een neutrale term voor werknemers die te gast waren
 Na verloop van tijd kreeg het woord een negatieve bijklank er werd het een scheldwoord
    2. Moslims in Nederland
o Moslims in Nederland zijn voornamelijk afkomstig uit Turkije, Marokko, Suriname, Irak en Afghanistan
 Deze buitenlanders namen ook hun cultuur mee
o Er wonen nu ongeveer 900.000 moslims in Nederland
    3. De moskee in Nederland
o Vanaf de jaren vijftig kwamen moskeeën in Nederland
 Eerst waren dat leegstaande gebouwen, die werden gebruikt voor gebedsdienst
o Doordat steeds meer moslims hun familie lieten overkomen, was er meer behoefte aan een gebedsruimte
 Er werden oude gebouwen opgekocht en verbouwd tot een moskee
 Er werden nieuwe moskeeën ontworpen
  Met minaret voor de sier, maar ook voor het herkennen van een moskee
o Een moskee bestaat uit meerdere ruimten
 De gebedsruimte is een grote vierkante zaal, met in het dak een koepel
 De voorkant van de gebedsruimte is gebouwd in de richting van Mekka
  Een nis in de muur geeft aan waar dat is  hier bid de imam voor
  Daarnaast bevindt zich een trapje naar de preekstoel
 De muren zijn versierd met Arabische Koranteksten
 Aparte ruimte voor de vrouwen  vrouwengalerij
 Ruimte voor de rituele wassing  wasruimte
 Ruimte om te vergaderen en les te krijgen in de koran
    Sociale functie
o De moskee is ook een ontmoetingsplaats  symbool van de centrale plaats die het geloof inneemt in het
dagelijkse leven van moslims
o Er wordt les gegeven in de Koran  Koranschool
 Ze bestuderen de koran en leren Arabisch, hun geloof, het land waar ze vandaan komen en hoe ze
zich moeten gedragen volgens de Islamitische cultuur
o Mannen komen bijeen om bijvoorbeeld te vergaderen
    Betekenis van de vrijdag
o De vrijdag is als dag van het gebed vastgelegd  het is dan een rustdag voor veel mensen

Hoofdstuk 2: Een islamitisch leven

1. Rituelen in het leven, rond de geboorte
o Na de geboorte van een islamitisch kind worden de woorden ‘Allahoe akbar’ en de geloofsbelijdenis
in het oor gefluisterd door de vader
o Enkele dagen na zijn geboorte wordt er een feest gehouden en een schaap geofferd
o Na zeven dagen krijgt het kind zijn of haar naam pas
o In sommige landen worden de haren van een kind afgeschoren na twaalf dagen  onrein

De besnijdenis
o Een jongen wordt besneden als het teken dat hij een echte moslim is

, o De leeftijd waarop het gebeurd verschilt
 Veel ouders kiezen ervoor om het de jongen bewust mee te laten maken
Verloving en huwelijk
o Als een islamitisch stel wilt trouwen gaat eerst de moeder van de jongen op bezoek bij die van het
meisje
o Als de vaders ook toestemming geven kunnen de voorbereidingen beginnen
 Meestal gaat een islamitisch stel zich eerst verloven
o Bij een huwelijkssluiting geeft de bruidegom een bruidsgift aan de vader van de bruid
 Deze bruidsgift bestaat uit gouden sieraden maar meestal uit een hoog geldbedrag
 Het bedrag is afhankelijk aan de financiële situatie in de familie (levensverzekering)
Sterven en begraven
o Bij de dood worden aan het sterfbed de woorden van de gebedsoproep en de geloofsbelijdenis
uitgesproken
o In islamitische landen moet een begrafenis binnen 24 uur na het overlijden plaatsvinden
o In Nederland kunnen moslims toestemming vragen om de begrafenis eerder te laten plaatsvinden, in
Nederland mag pas ná 36 uur een begrafenis plaatsvinden
2. De vijf zuilen van de islam
o De vijf zuilen van de islam zijn de verplichtingen die iedere moslim moet nakomen
o 1) De geloofsbelijdenis  Sjahada (plechtige verklaring)
 Een moslim moet nadruk uitspreken tijdens zijn gebed op: ‘Er is geen god dan Allah en
Mohammed is zijn profeet’
o 2) Het dagelijkse gebed  Salaat (oproepen)
 Een moslim moet vijf keer per dag bidden; ochtend, middag, namiddag, zonsondergang en
avond
 Deze verplichting wordt als de belangrijkste verplichting door de moslims gezien
Omdat dit voorschrift het vaakst wordt genoemd in de koran
o 3) De bijdrage voor de armen  Zakaat
 Houdt in dat de moslims financiële hulp aan mensen die arm zijn geven
o 4) Vasten tijdens ramadan  Saum (goede raad)
 Moslims vasten tijdens de negende maand van een islamitisch jaar  ramadan
 Het suikerfeest ‘kleine feest’ is de afsluiting van de ramadan en er wordt dan veel gegeten.
o 5) De bedevaart naar Mekka  Hadj
 Een moslim moet één keer in zijn leven naar Mekka tussen de zevende en dertiende dag van
de laatste maand.
 De kaäba is een gebouw in het midden van Mekka

Het grote feest
o Gedurende de laatste 4 dagen van de bedevaart naar Mekka wordt het offerfeest gevierd
 Een moslim offert dan een geit of een schaap  ook aan de armen
De moslim wijdt zijn leven aan God
Ritueel slachten
o Moslim eten alleen reine dieren (halal).
 Er mag geen bloed in een dier zitten als ze het eten




Hoofdstuk 3: Woorden uit de woestijn

   1. Oriëntatie op Arabië, Arabië voor de islam
o Arabische schiereiland is dun bevolkt