BSM samenvatting Hoofdstuk 1
Domeinen
In het vak BSM heb je een aantal, dat je in ieder geval moet kennen.
Deze domeinen zijn eigenlijk alle verschillende soorten vormen van bewegen
sport en maatschappij.
De domeinen zijn:
Domein A: Vaardigheden
Domein B: Bewegen
Domein C: Bewegen en regelen
Domein D: Bewegen en gezondheid
Domein E: Bewegen en samenleving
Domein A ‘’vaardigheden’’
Dit domein komt vooral bij de gymlessen zelf aan bot.
Een belangrijk begrip dat hier voorbij komt is het begrip ‘‘bewegingssituatie’’.
Dit is een situatie dat je bepaalde spieren in je lichaam gebruikt. Dat kan tijdens
sport, maar ook tijden eten en auto rijden.
Domein B ‘’bewegen’’
Als je aan bewegen denkt, kan je eindeloos lullen over dit onderwerp. Daarom
hebben wij er ook sub domeinen bij gemaakt.
Sub domein B1: Spelen
Het gaat er hier om dat je oplet wat het spel in houd
Hoe beleef je het spel, vind je het leuk of stom?
Hoe word het spel gespeeld en wat zijn de regels
Wat moet er geregeld worden voor we kunnen spelen
Moet ik op de veiligheid letten?
Waar krijg ik mee te maken als scheidsrechter?
Sub domein B2: Turnen
Bij turnen gaat het er vooral om dat je een paar activiteiten kan
doen:
Springen, zwaaien, acrobatiek en balanceren + klimmen
Sub domein B3: Dans
Hierbij gaat het er vooral om dat je een dans maakt in 10 les uren
Met een groepje, de dans duurt minimaal 1:30 minuten
De dans moet vloeiend verlopen en er moeten meerdere formaties
komen
Je verzorgt je eigen muziek en presentatie
En de basispassen moeten in de dans voorkomen
Sub domein B4: Atletiek
Denk hierbij aan de klassieke sporten (sprinten ,speer, spring ,etc.)
Sub domein B5: zelfverdediging
Je moet met respect voor je tegenstander technieken,
verantwoording en de juiste regels dit kunnen oefenen
Sub domein B6: keuzeactiviteit
Domeinen
In het vak BSM heb je een aantal, dat je in ieder geval moet kennen.
Deze domeinen zijn eigenlijk alle verschillende soorten vormen van bewegen
sport en maatschappij.
De domeinen zijn:
Domein A: Vaardigheden
Domein B: Bewegen
Domein C: Bewegen en regelen
Domein D: Bewegen en gezondheid
Domein E: Bewegen en samenleving
Domein A ‘’vaardigheden’’
Dit domein komt vooral bij de gymlessen zelf aan bot.
Een belangrijk begrip dat hier voorbij komt is het begrip ‘‘bewegingssituatie’’.
Dit is een situatie dat je bepaalde spieren in je lichaam gebruikt. Dat kan tijdens
sport, maar ook tijden eten en auto rijden.
Domein B ‘’bewegen’’
Als je aan bewegen denkt, kan je eindeloos lullen over dit onderwerp. Daarom
hebben wij er ook sub domeinen bij gemaakt.
Sub domein B1: Spelen
Het gaat er hier om dat je oplet wat het spel in houd
Hoe beleef je het spel, vind je het leuk of stom?
Hoe word het spel gespeeld en wat zijn de regels
Wat moet er geregeld worden voor we kunnen spelen
Moet ik op de veiligheid letten?
Waar krijg ik mee te maken als scheidsrechter?
Sub domein B2: Turnen
Bij turnen gaat het er vooral om dat je een paar activiteiten kan
doen:
Springen, zwaaien, acrobatiek en balanceren + klimmen
Sub domein B3: Dans
Hierbij gaat het er vooral om dat je een dans maakt in 10 les uren
Met een groepje, de dans duurt minimaal 1:30 minuten
De dans moet vloeiend verlopen en er moeten meerdere formaties
komen
Je verzorgt je eigen muziek en presentatie
En de basispassen moeten in de dans voorkomen
Sub domein B4: Atletiek
Denk hierbij aan de klassieke sporten (sprinten ,speer, spring ,etc.)
Sub domein B5: zelfverdediging
Je moet met respect voor je tegenstander technieken,
verantwoording en de juiste regels dit kunnen oefenen
Sub domein B6: keuzeactiviteit