Algemene neurologie 1
Het zenuwstelsel:
• Zenuwcellen (neuronen) -> overdracht van informatie
• Gliacellen (steuncellen) -> bescherming zenuwcellen en aanmaak myeline
• 86 miljard neuronen -> +/- 100 miljoen voor input/output, de rest zijn
interneuronen (schakelcellen)
• Er zijn evenveel gliacellen
• Gemiddeld 4000 synapsen per neuron
• Cerebellum -> qua volume 1/10 van de hersenen, maar bevat meer dan
de helft van de neuronen
Variatie in functioneren van de hersenen door:
• Genetische diversiteit
• Verschillen in leerervaring (adaptatie)
Indeling zenuwstelsel:
Centraal Perifeer
Hersenen en ruggenmerg Spinale zenuwen
Benig omhulsel Craniale zenuwen
• Somatisch (bewust)
• Autonoom (onbewust) -> sympathicus en parasympathicus
Centraal zenuwstelsel:
• Cerebrum (grote hersenen)
• Cerebellum (kleine hersenen)
• Hersenstam
• Ruggenmerg
,Cerebrum:
• Impulsen verwerken van sensorische zenuwcellen
• Reguleren vrijwillige beweging
• Cognitieve en emotionele
processen
• Cortex (hersenschors)
• Sulci en fissurae (groeven)
− Sulcus lateralis
− Sulcus centralis
• Gyri (hersenwindingen)
− Gyrus pre- en postcentralis
− Gyrus cinguli (ligt diep)
Gyrus precentralis: bewuste motorische aansturing.
Gyrus postcenralis: sensorisch
4 kwabben:
• Frontale cortex: plannen,
impulsbeheersing, doelgericht handelen
• Pariëtale cortex: aandacht, ruimtelijk
inzicht, lezen en rekenen
• Occipitale cortex: zien
• Temporale cortex: gehoor, verbale
geheugen, taalfuncties en visuele
herkenning
Basale ganglia (groep zenuwkernen) ->
reguleren lichaamsbewegingen en expressies
Linker- en rechterhersenhelft
(hemisferen) -> verbinding via
corpus callosum
Basale ganglia:
• Caudate nucleus
• Putamen
• Globus pallidus
, Linkerhemisfeer Rechterhemisfeer
Rationeel/analytisch Emotie en creativiteit
Taal: productie en begrip Taal: interpretatie en intonatie
Geheugen: opslag Geheugen: terugzoeken
Patronen ontdekken (logica) Gezichtsherkenning
Visueel-ruimtelijke aandacht
Frontale cortex:
• Fijne motoriek
• Stemming
• Denkvermogen
• Planning
• Gebied van Broca (motorisch spraakcentrum)
− Grammatica
− Nazeggen/uitspreken
− Hakkelige zinnen als dit gebied aangedaan is
Motorische schors:
• Primair motorische schors ->
uitvoeren van beweging
• Secundair motorische schors ->
plannen van beweging
Pariëtale cortex:
• Sensoriek/gevoel
• Ruimtelijke oriëntatie (dorsale stroom)
• Primair somatosensibele schors -> tast-, pijn-, temperatuur-, en
proprioceptieve prikkels
• Secundair somatosensibele schors -> geeft betekenis aan sensoriek
Het zenuwstelsel:
• Zenuwcellen (neuronen) -> overdracht van informatie
• Gliacellen (steuncellen) -> bescherming zenuwcellen en aanmaak myeline
• 86 miljard neuronen -> +/- 100 miljoen voor input/output, de rest zijn
interneuronen (schakelcellen)
• Er zijn evenveel gliacellen
• Gemiddeld 4000 synapsen per neuron
• Cerebellum -> qua volume 1/10 van de hersenen, maar bevat meer dan
de helft van de neuronen
Variatie in functioneren van de hersenen door:
• Genetische diversiteit
• Verschillen in leerervaring (adaptatie)
Indeling zenuwstelsel:
Centraal Perifeer
Hersenen en ruggenmerg Spinale zenuwen
Benig omhulsel Craniale zenuwen
• Somatisch (bewust)
• Autonoom (onbewust) -> sympathicus en parasympathicus
Centraal zenuwstelsel:
• Cerebrum (grote hersenen)
• Cerebellum (kleine hersenen)
• Hersenstam
• Ruggenmerg
,Cerebrum:
• Impulsen verwerken van sensorische zenuwcellen
• Reguleren vrijwillige beweging
• Cognitieve en emotionele
processen
• Cortex (hersenschors)
• Sulci en fissurae (groeven)
− Sulcus lateralis
− Sulcus centralis
• Gyri (hersenwindingen)
− Gyrus pre- en postcentralis
− Gyrus cinguli (ligt diep)
Gyrus precentralis: bewuste motorische aansturing.
Gyrus postcenralis: sensorisch
4 kwabben:
• Frontale cortex: plannen,
impulsbeheersing, doelgericht handelen
• Pariëtale cortex: aandacht, ruimtelijk
inzicht, lezen en rekenen
• Occipitale cortex: zien
• Temporale cortex: gehoor, verbale
geheugen, taalfuncties en visuele
herkenning
Basale ganglia (groep zenuwkernen) ->
reguleren lichaamsbewegingen en expressies
Linker- en rechterhersenhelft
(hemisferen) -> verbinding via
corpus callosum
Basale ganglia:
• Caudate nucleus
• Putamen
• Globus pallidus
, Linkerhemisfeer Rechterhemisfeer
Rationeel/analytisch Emotie en creativiteit
Taal: productie en begrip Taal: interpretatie en intonatie
Geheugen: opslag Geheugen: terugzoeken
Patronen ontdekken (logica) Gezichtsherkenning
Visueel-ruimtelijke aandacht
Frontale cortex:
• Fijne motoriek
• Stemming
• Denkvermogen
• Planning
• Gebied van Broca (motorisch spraakcentrum)
− Grammatica
− Nazeggen/uitspreken
− Hakkelige zinnen als dit gebied aangedaan is
Motorische schors:
• Primair motorische schors ->
uitvoeren van beweging
• Secundair motorische schors ->
plannen van beweging
Pariëtale cortex:
• Sensoriek/gevoel
• Ruimtelijke oriëntatie (dorsale stroom)
• Primair somatosensibele schors -> tast-, pijn-, temperatuur-, en
proprioceptieve prikkels
• Secundair somatosensibele schors -> geeft betekenis aan sensoriek