43 oefenvragen over het vak diagnostiek en assessment inclusief uitgebreide antwoorden
Voorbeeldvraag:
Welke van de volgende stellingen zijn juist:
I. Item 1 is moeilijker dan item 2
II. Item 2 is moeilijker dan item 1
III. De items zijn even moeilijk
IV. Item 1 heeft een beter onderscheidend vermogen dan item 2
V. Item 2 heeft een beter onderscheidend vermogen dan item 1
VI. Het onderscheidend vermogen van de items is gelijk
a. I & VI
b. II & VI
c. I & IV
d. II & V
e. III & IV
f. III & V