8Diagnostiek 7B periode 3
Screening
DTF: direct toegankelijke fysiotherapie
- Veel lage ruk, nek en knie klachten
- Kortere behandelduur
Screenen:
- Bepalen of er (contra) indicaties zijn voor FT
- Bepalen of er fysiotherapeutische behandelbare componenten zijn
- Bepalen of er bevindingen zijn die onverklaarbaar,
disproportioneel of “niet pluis” zijn
- Bepalen WIE de behandelaar wordt
Diagnosticeren Screenen
Uitspraak over ziektebeeld en Uitspraak over risico en daarmee
daarmee samenhangende samenhangende (mogelijke)
factoren impact
Voldoende input voor Voldoende input voor maken
opstellen behandelplan pluis/niet-pluis besluit
Kennen/ weten Herkennen/vermoeden
Scenario’s na screening:
1. PLUIS
- De gepresenteerde tekenen/symptomen vormen een herkenbaar, fysiotherapeutisch
behandelbaar, patroon.
Vervolg: doorgaans is er indicatie voor aanvullende anamnese en lichamelijk
onderzoek
2. NIET PLUIS
- De gepresenteerde tekenen/symptomen zijn niet te plaatsen in een herkenbaar,
fysiotherapeutisch behandelbaar, patroon.
- Het ziektebeloop wijkt af van wat je zou verwachten bij het gepresenteerde patroon
- Er zijn een of meerdere rode vlaggen
Vervolg: advies contact op te nemen met HA
Rode vlaggen: biomedische risicofactoren
- Red flags zijn biomedische risicofactoren (waarschuwingssignalen), omdat deze red
flags kunnen wijzen op ernstige somatische pathologie vereisen ze aanvullende
somatische diagnostiek
Voorbeelden rode vlaggen:
- Recent trauma
- Recent onverklaard gewichtsverlies (>5kg)
- Langdurig gebruik corticosteroïden
- Maligne aandoeningen in voorgeschiedenis
- Algemeen onwelbevinden
, - Nachtelijke pijn
- Uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
- Constante pijn die afneemt in rust of bij verandering van positie
Screenen: risico-inventarisatie
- De alternatieve verklaring voor het door de patiënt gepresenteerde patroon wegen
dus zeker mee in de uiteindelijke pluis/niet-pluis besluit
Wrap up:
- Indien iemand zich zonder verwijsbrief meldt voor FT behandeling: screeningsproces
- Doel screening: inschatten of persoon bij jou aan het juiste adres is
- Dat maakt elke screeningsvraag ook een juiste anamnetische vraag
- Uitkomst screening: niet pluis of pluis
- Na pluis besluit volgt aanvullende anamnese en lichamelijk onderzoek
- Na NIET pluis besluit volgt advies contact op te nemen met HA
Ilness scripts
Klinisch redeneren:
- The naming and framing of problems based on a personal
understanding of the client’s situation
- Refers to the thinking processes associated with clinical
practice rather dan emphasizing the decisions made or the
actions or steps involved in patient management
- Verschillende soorten kennis intergeert en toepast
- Evidentie en argumenten kritisch weegt
- Reflecteert op het proces dat geleid heeft tot je uiteindelijke
standpunt
Doel van je screening is tot komen tot een virtueel rijtje van meest
waarschijnlijke diagnoses
Doormiddel van
- Vragen stellen
- Korte tests uitvoeren
- Klinisch redeneren
- Patroonherkenning
1. Gezondheidsprobleem laten uitleggen (dmv open vragen)
2. Kennis over patronen (pathologie kennis)
- Stel verdiepende vragen over symptomen die passen bij een
pathologie
3. Stel verdiepende vragen (aanvullende vragen gebasseerd op je hypothese)
- Locatie klachten
- Soort trauma
- Status praesens
- Beloop
4. Bepaal of je “top” hyppthese pluis of niet pluis is
Screening
DTF: direct toegankelijke fysiotherapie
- Veel lage ruk, nek en knie klachten
- Kortere behandelduur
Screenen:
- Bepalen of er (contra) indicaties zijn voor FT
- Bepalen of er fysiotherapeutische behandelbare componenten zijn
- Bepalen of er bevindingen zijn die onverklaarbaar,
disproportioneel of “niet pluis” zijn
- Bepalen WIE de behandelaar wordt
Diagnosticeren Screenen
Uitspraak over ziektebeeld en Uitspraak over risico en daarmee
daarmee samenhangende samenhangende (mogelijke)
factoren impact
Voldoende input voor Voldoende input voor maken
opstellen behandelplan pluis/niet-pluis besluit
Kennen/ weten Herkennen/vermoeden
Scenario’s na screening:
1. PLUIS
- De gepresenteerde tekenen/symptomen vormen een herkenbaar, fysiotherapeutisch
behandelbaar, patroon.
Vervolg: doorgaans is er indicatie voor aanvullende anamnese en lichamelijk
onderzoek
2. NIET PLUIS
- De gepresenteerde tekenen/symptomen zijn niet te plaatsen in een herkenbaar,
fysiotherapeutisch behandelbaar, patroon.
- Het ziektebeloop wijkt af van wat je zou verwachten bij het gepresenteerde patroon
- Er zijn een of meerdere rode vlaggen
Vervolg: advies contact op te nemen met HA
Rode vlaggen: biomedische risicofactoren
- Red flags zijn biomedische risicofactoren (waarschuwingssignalen), omdat deze red
flags kunnen wijzen op ernstige somatische pathologie vereisen ze aanvullende
somatische diagnostiek
Voorbeelden rode vlaggen:
- Recent trauma
- Recent onverklaard gewichtsverlies (>5kg)
- Langdurig gebruik corticosteroïden
- Maligne aandoeningen in voorgeschiedenis
- Algemeen onwelbevinden
, - Nachtelijke pijn
- Uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
- Constante pijn die afneemt in rust of bij verandering van positie
Screenen: risico-inventarisatie
- De alternatieve verklaring voor het door de patiënt gepresenteerde patroon wegen
dus zeker mee in de uiteindelijke pluis/niet-pluis besluit
Wrap up:
- Indien iemand zich zonder verwijsbrief meldt voor FT behandeling: screeningsproces
- Doel screening: inschatten of persoon bij jou aan het juiste adres is
- Dat maakt elke screeningsvraag ook een juiste anamnetische vraag
- Uitkomst screening: niet pluis of pluis
- Na pluis besluit volgt aanvullende anamnese en lichamelijk onderzoek
- Na NIET pluis besluit volgt advies contact op te nemen met HA
Ilness scripts
Klinisch redeneren:
- The naming and framing of problems based on a personal
understanding of the client’s situation
- Refers to the thinking processes associated with clinical
practice rather dan emphasizing the decisions made or the
actions or steps involved in patient management
- Verschillende soorten kennis intergeert en toepast
- Evidentie en argumenten kritisch weegt
- Reflecteert op het proces dat geleid heeft tot je uiteindelijke
standpunt
Doel van je screening is tot komen tot een virtueel rijtje van meest
waarschijnlijke diagnoses
Doormiddel van
- Vragen stellen
- Korte tests uitvoeren
- Klinisch redeneren
- Patroonherkenning
1. Gezondheidsprobleem laten uitleggen (dmv open vragen)
2. Kennis over patronen (pathologie kennis)
- Stel verdiepende vragen over symptomen die passen bij een
pathologie
3. Stel verdiepende vragen (aanvullende vragen gebasseerd op je hypothese)
- Locatie klachten
- Soort trauma
- Status praesens
- Beloop
4. Bepaal of je “top” hyppthese pluis of niet pluis is
