BLOEDAFNAME
Het stollingsproces
FIBRINOGEEN TROMBINE FIBRINE
→
- De vorming van een FIBRINENETWERK
- De opbouw van BLOEDSTOLSEL
- De opzetting TROMBINE via
→
p De EXTRINSIEKE weg (bijvoorbeeld een WONDE)
p De INSTINTIEKE weg (bijvoorbeeld een TUBE)
DE DEFINITIE
Een bloedafname is een ingreep waarbij bloed wordt opgenomen door middel van
- Een VENAPUNTIE, een NAALD in een ader.
- Een CAPILLAIRE PUNCTIE, een LANCET uit onderhuidse capillaire venen.
- Een ARTERIËLE PUNCTIE, een NAALD in een slagader.
DE INDICATIE VOOR EEN VENAPUNCTIE / EEN PERIFERE VENEUZE BLOEDAFNAME
- De lokalisatie.
- De aders (de venen) zijn dunner dan de slagaders (de arteriën).
- De bloeding stop snel.
- Een PROEFPUCTIE (een diagnose, een evolutie van een ziekte en een behandeling)
- Een EVACUERENDE PUNCTIE (een aderlating en een wisseltransfusie)
EEN BLOEDTUBE
- Buiten het lichaam stolt het bloed. Om stolling TE VERKOMEN, worden stollingsremmers
(ANTICOAGULANTIA) gevoegd.
- ANTICOAGULANTIA binden Ca-ionen of stimuleren ANTITROMBINE.
- MAAR de stollingsremmer die voor het TELLEN van cellen het meest geschikt is, zal bij
chemische bepalingen STORINGEN kunnen TONEN. Daarom moeten wij bij chemische
bepalingen een andere stollingsremmer moeten gebruiken.
- Voor een onderzoek op bloedstolling zal alweer een andere stollingsremmer gebruikt
moeten worden omdat de remming van de stolling in het LABORATORIUM weer ongedaan
moet kunnen gemaakt worden.
- Een TUBE is uit plastiek en is vacuümgetrokken. Op deze manier wordt er slechts een
Bloed
bepaalde hoeveelheid bloed aangezogen en blijft de verhouding in
Anticogulantia
evenwicht.
9 EEN BLOEDTUBE ZONDER ANTICOAGULANTIA / EEN SERUMTUBE GEEL / ROOD
De TUBE bevat een stollingsactivator onder de vorm van poeder. Een doorzichtige gel dient
als serumseparator om serum en om plasma van elkaar TE SCHEIDEN.
Welk soort onderzoeken in aanmerking komen voor een SERUMTUBE:
- Ionogram of elektrolyten (Na, K)
- IJzer
- Serumeiwitten (Albumine)
- ENZYMEN (Als een cel wordt beschadigd, dan ↑
de
ENZYMEN)
- Lever en pancreas
Het stollingsproces
FIBRINOGEEN TROMBINE FIBRINE
→
- De vorming van een FIBRINENETWERK
- De opbouw van BLOEDSTOLSEL
- De opzetting TROMBINE via
→
p De EXTRINSIEKE weg (bijvoorbeeld een WONDE)
p De INSTINTIEKE weg (bijvoorbeeld een TUBE)
DE DEFINITIE
Een bloedafname is een ingreep waarbij bloed wordt opgenomen door middel van
- Een VENAPUNTIE, een NAALD in een ader.
- Een CAPILLAIRE PUNCTIE, een LANCET uit onderhuidse capillaire venen.
- Een ARTERIËLE PUNCTIE, een NAALD in een slagader.
DE INDICATIE VOOR EEN VENAPUNCTIE / EEN PERIFERE VENEUZE BLOEDAFNAME
- De lokalisatie.
- De aders (de venen) zijn dunner dan de slagaders (de arteriën).
- De bloeding stop snel.
- Een PROEFPUCTIE (een diagnose, een evolutie van een ziekte en een behandeling)
- Een EVACUERENDE PUNCTIE (een aderlating en een wisseltransfusie)
EEN BLOEDTUBE
- Buiten het lichaam stolt het bloed. Om stolling TE VERKOMEN, worden stollingsremmers
(ANTICOAGULANTIA) gevoegd.
- ANTICOAGULANTIA binden Ca-ionen of stimuleren ANTITROMBINE.
- MAAR de stollingsremmer die voor het TELLEN van cellen het meest geschikt is, zal bij
chemische bepalingen STORINGEN kunnen TONEN. Daarom moeten wij bij chemische
bepalingen een andere stollingsremmer moeten gebruiken.
- Voor een onderzoek op bloedstolling zal alweer een andere stollingsremmer gebruikt
moeten worden omdat de remming van de stolling in het LABORATORIUM weer ongedaan
moet kunnen gemaakt worden.
- Een TUBE is uit plastiek en is vacuümgetrokken. Op deze manier wordt er slechts een
Bloed
bepaalde hoeveelheid bloed aangezogen en blijft de verhouding in
Anticogulantia
evenwicht.
9 EEN BLOEDTUBE ZONDER ANTICOAGULANTIA / EEN SERUMTUBE GEEL / ROOD
De TUBE bevat een stollingsactivator onder de vorm van poeder. Een doorzichtige gel dient
als serumseparator om serum en om plasma van elkaar TE SCHEIDEN.
Welk soort onderzoeken in aanmerking komen voor een SERUMTUBE:
- Ionogram of elektrolyten (Na, K)
- IJzer
- Serumeiwitten (Albumine)
- ENZYMEN (Als een cel wordt beschadigd, dan ↑
de
ENZYMEN)
- Lever en pancreas