Economie h2 t/m 6.2
H2.
Betalingsbreidheid: het maximale bedrag dat iemand wil betalen voor een bepaald product.
Consumentensurplus: het positieve verschil tussen de betalingsbreidheid en de betaalde
prijs.
De collectieve vraaglijn geeft de door alle consumenten gevraagde hoeveelheden van een
bepaald product weer die bij verschillen prijzen wordt gevraagd.
Factoren die de vraag naar een product bepalen:
1. besteedbaar inkomen
2. voorkeuren
3. prijzen voor andere producten
4. aantal vragers
6. verwachtingen
De ceteris-paribus clausule is de veronderstelling dat de invloed van niet-bestuudeerde
verschijnsele onverandert blijft
Elasticiteit -> mate van trouwheid v/d consument.
%Δq:%Δp
Bij een negatieve elasticiteit gaat de vraag omlaag als de prijs stijgt (normaal goederen)
Bij een positieve elasticiteit gaat de vraag omhoog als de prijs stijgt (luxe goederen)
Elastisch| inelastisch | elastisch
-3 -2 -1 0 1
Inelastisch is trouw
Kruislingse prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid: een prijsverandering van een
product kan invloed hebben op de gevraagde hoeveelheid van het goed zelf maar ook op
andere goederen.
%Δ gevraagde hoeveelheid product a : %Δ gevraagde hoeveelheid product b
Je hebt noodzakelijke-, infirieure- en luxe producten.
Inkomsten elasticiteit van de gevraagde hoeveelheid:
%Δ v/d gevraade hoeveelheid : %Δ v/h besteedbaar inkomen
H3
Variabele kosten: varieren met gekochte of gemaakte goederen
Constante kosten: veranderen niet als de productie meer of minder word
H2.
Betalingsbreidheid: het maximale bedrag dat iemand wil betalen voor een bepaald product.
Consumentensurplus: het positieve verschil tussen de betalingsbreidheid en de betaalde
prijs.
De collectieve vraaglijn geeft de door alle consumenten gevraagde hoeveelheden van een
bepaald product weer die bij verschillen prijzen wordt gevraagd.
Factoren die de vraag naar een product bepalen:
1. besteedbaar inkomen
2. voorkeuren
3. prijzen voor andere producten
4. aantal vragers
6. verwachtingen
De ceteris-paribus clausule is de veronderstelling dat de invloed van niet-bestuudeerde
verschijnsele onverandert blijft
Elasticiteit -> mate van trouwheid v/d consument.
%Δq:%Δp
Bij een negatieve elasticiteit gaat de vraag omlaag als de prijs stijgt (normaal goederen)
Bij een positieve elasticiteit gaat de vraag omhoog als de prijs stijgt (luxe goederen)
Elastisch| inelastisch | elastisch
-3 -2 -1 0 1
Inelastisch is trouw
Kruislingse prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid: een prijsverandering van een
product kan invloed hebben op de gevraagde hoeveelheid van het goed zelf maar ook op
andere goederen.
%Δ gevraagde hoeveelheid product a : %Δ gevraagde hoeveelheid product b
Je hebt noodzakelijke-, infirieure- en luxe producten.
Inkomsten elasticiteit van de gevraagde hoeveelheid:
%Δ v/d gevraade hoeveelheid : %Δ v/h besteedbaar inkomen
H3
Variabele kosten: varieren met gekochte of gemaakte goederen
Constante kosten: veranderen niet als de productie meer of minder word