H1 Productindeling en assortiment
1.1 De plaats van het productbeleid
De aard van het product zal voor een belangrijk deel, het gezicht bepalen van het
promotie-, prijs- en plaats beleid. Belangrijke deelinstrumenten van het product
(productattributen genoemd) zijn vormgeving, kleur, garantie, kwaliteit,
merknaam, service, verpakking en het assortiment.
1.2 Producteigenschappen
De producteigenschappen kunnen verdeeld worden in instrumentele
eigenschappen (hebben te maken met de waarneembare prestaties van een
product. Bijv. alle televisies zullen beeld geven) en expressieve/ emotionele
eigenschappen (wegen soms zwaarder dan instrumentele eigenschappen. Bijv.
persoonlijkheid laten zien door het kopen van een bepaald product).
1.3 Het begrip nader uitgewerkt
Kotler heeft de volgende indeling gemaakt:
1. Core product (fysieke product): De pure basiseigenschappen die het
product bezit zoals een bal rolt.
2. Tangible product (tastbare product): Het core product met wat
aankleding zoals merknaam en verpakking.
3. Augmented product (het uitgebreide product): Het tangible product met
wat extra’s zoals service en garantie.
Professor Leeflang noemde ook nog het generieke of totale product (het
augmented met eigenschappen die de consument aan het product koppelt).
Nima maakt de volgende indeling van het product:
1. Fysiek product: Technische specificatie zoals styling en materiaal.
2. Uitgebreid product: Het product zoals deze in de markt gezet is met alle
marketingmix elementen. (met prijs, service, verpakking en
distributiepunten).
3. Het totale product: Eigenschappen die door de consument toegevoegd zijn
zoals gebruikers status.
1.4 Verschillende soorten productclassificaties
Er kan de volgende systematische indeling gemaakt worden van producten
(product classificatie).
Dit is een classificatie op basis van:
1. De levensduur
Te verdelen in duurzame consumptiegoederen, gebruiksgoederen, durables (gaan
meerdere keren mee zoals een auto) en verbruiksgoederen, non-durables, fast
moving consumer goods (worden in 1 keer gebruikt zoals brood).
2. Soort afnemers
Te verdelen in consumptiegoederen (producten voor de consument) en
industriële goederen (voor industriële doeleinden zoals duurzame
productiemiddelen en halffabricaten).
3. Van uitstraling
Te verdelen inferieure goederen (wordt minder van gekocht als het inkomen stijgt
en meer als het inkomen daalt), noodzakelijke producten (als het inkomen op een
bepaalde hoogte is, zal hiervan verzadiging optreden zoals voedsel) en luxe
1
1.1 De plaats van het productbeleid
De aard van het product zal voor een belangrijk deel, het gezicht bepalen van het
promotie-, prijs- en plaats beleid. Belangrijke deelinstrumenten van het product
(productattributen genoemd) zijn vormgeving, kleur, garantie, kwaliteit,
merknaam, service, verpakking en het assortiment.
1.2 Producteigenschappen
De producteigenschappen kunnen verdeeld worden in instrumentele
eigenschappen (hebben te maken met de waarneembare prestaties van een
product. Bijv. alle televisies zullen beeld geven) en expressieve/ emotionele
eigenschappen (wegen soms zwaarder dan instrumentele eigenschappen. Bijv.
persoonlijkheid laten zien door het kopen van een bepaald product).
1.3 Het begrip nader uitgewerkt
Kotler heeft de volgende indeling gemaakt:
1. Core product (fysieke product): De pure basiseigenschappen die het
product bezit zoals een bal rolt.
2. Tangible product (tastbare product): Het core product met wat
aankleding zoals merknaam en verpakking.
3. Augmented product (het uitgebreide product): Het tangible product met
wat extra’s zoals service en garantie.
Professor Leeflang noemde ook nog het generieke of totale product (het
augmented met eigenschappen die de consument aan het product koppelt).
Nima maakt de volgende indeling van het product:
1. Fysiek product: Technische specificatie zoals styling en materiaal.
2. Uitgebreid product: Het product zoals deze in de markt gezet is met alle
marketingmix elementen. (met prijs, service, verpakking en
distributiepunten).
3. Het totale product: Eigenschappen die door de consument toegevoegd zijn
zoals gebruikers status.
1.4 Verschillende soorten productclassificaties
Er kan de volgende systematische indeling gemaakt worden van producten
(product classificatie).
Dit is een classificatie op basis van:
1. De levensduur
Te verdelen in duurzame consumptiegoederen, gebruiksgoederen, durables (gaan
meerdere keren mee zoals een auto) en verbruiksgoederen, non-durables, fast
moving consumer goods (worden in 1 keer gebruikt zoals brood).
2. Soort afnemers
Te verdelen in consumptiegoederen (producten voor de consument) en
industriële goederen (voor industriële doeleinden zoals duurzame
productiemiddelen en halffabricaten).
3. Van uitstraling
Te verdelen inferieure goederen (wordt minder van gekocht als het inkomen stijgt
en meer als het inkomen daalt), noodzakelijke producten (als het inkomen op een
bepaalde hoogte is, zal hiervan verzadiging optreden zoals voedsel) en luxe
1