Opdracht Raamwerk
1. Wat weet je nu over sociaal kapitaal?
Sociaal kapitaal is het geheel aan hulpmiddelen dat beschikbaar is voor individuen en groepen in een
gemeenschap om de sociale organisatie vorm te geven. Sociaal kapitaal kan vanuit veel verschillende
perspectieven bekeken worden. Sociaal kapitaal is belangrijk voor sociale cohesie in een wijk, buurt of
groep. Verheffen en overbruggen zijn belangrijke begrippen als het gaat om sociaal kapitaal.
Verheffen houdt in de liftfunctie van de stad; er wordt interpersoonlijk naar het sociaaleconomisch
perspectief gekeken en naar het beschavingsoffensief (gerichte actie of een reeks van gerichte acties
om een groep mensen of een gehele maatschappij een bepaalde vorm van beschaving bij te
brengen). Overbruggen houdt in: de sociale samenhang in een buurt/ stad die onder andere blijkt uit
de mate waarin bruggen worden geslagen tussen verschillende bevolkingsgroepen.
2. Leg dit raamwerk hieronder uit (met visie Bordieu, Putnam, Coleman)
De aanleiding om het raamwerk op te stellen was de integratie van vluchtelingen. Hierbij werd
geconcludeerd dat integratie een proces van twee kanten is. Het raamwerk biedt een coherente basis
voor het denken over kwesties van burgerschap, integratie en sociale cohesie. In het raamwerk zijn er
tien kerndomeinen, die in vier thema’s worden gecategoriseerd.
1 markers and means (kenmerken en middelen)
Employment (werkgelegenheid) – housing (kans op huizen) – education (opleiding) – health
(gezondheid)
2 social connections (sociale connecties)
Social bridges (overbruggen) – social bonds (verheffen) – social links (connecties)
3 facilitators (faciliteiten)
Language and cultural knowledge (taal- en cultuurkennis) – safety and stability (veiligheid en
stabiliteit)
4 foundation (goede doelen)
Rights and citizenship (rechten en burgerschap)
Bordieu: sociaal kapitaal is de beheersing van culturele competenties die eigen zijn aan hogere
posities. Kennis maakt het mogelijk een hogere sociale positie te verkrijgen. Bordieu richt zich vooral
op de schaduwkanten van het sociaal kapitaal. Maakt onderscheid tussen economisch/ sociaal/
cultureel kapitaal. Hij richt zich op groepen en individuen met privileges (klassensamenleving)
Putnam: heeft het concept sociaal kapitaal een brede bekendheid gegeven. Putnam focust zich op
vertrouwen/ normen/ netwerken. Bowling alone: mensen zijn steeds minder lid van een vereniging en
doen eerder dingen met vrienden en minder in competities. Sociaal kapitaal is er voor om de sociale
cohesie te verhogen. Het idee van verenigingen is sociale integratie en welbevinden voor burgers.
Vertrouwen en wederkerigheid zijn belangrijke normen. Kritiek op Putnam: focust zich alleen op
positieve en negeert politieke bewegingen en instellingen.
Coleman: richt zich vooral op de rol van het sociaal kapitaal bij de ontwikkeling van persoonlijke
competenties. Familie en gemeenschap is belangrijk. Maakt onderscheid tussen publieke en private
goederen. Samenwerken is wezenlijk, maar het is een bijzaak. Bonded solidarity: identificatie met
eigen groep of gemeenschap kan zorgen voor een krachtige motivatie om goede dingen te doen voor
anderen.
1. Wat weet je nu over sociaal kapitaal?
Sociaal kapitaal is het geheel aan hulpmiddelen dat beschikbaar is voor individuen en groepen in een
gemeenschap om de sociale organisatie vorm te geven. Sociaal kapitaal kan vanuit veel verschillende
perspectieven bekeken worden. Sociaal kapitaal is belangrijk voor sociale cohesie in een wijk, buurt of
groep. Verheffen en overbruggen zijn belangrijke begrippen als het gaat om sociaal kapitaal.
Verheffen houdt in de liftfunctie van de stad; er wordt interpersoonlijk naar het sociaaleconomisch
perspectief gekeken en naar het beschavingsoffensief (gerichte actie of een reeks van gerichte acties
om een groep mensen of een gehele maatschappij een bepaalde vorm van beschaving bij te
brengen). Overbruggen houdt in: de sociale samenhang in een buurt/ stad die onder andere blijkt uit
de mate waarin bruggen worden geslagen tussen verschillende bevolkingsgroepen.
2. Leg dit raamwerk hieronder uit (met visie Bordieu, Putnam, Coleman)
De aanleiding om het raamwerk op te stellen was de integratie van vluchtelingen. Hierbij werd
geconcludeerd dat integratie een proces van twee kanten is. Het raamwerk biedt een coherente basis
voor het denken over kwesties van burgerschap, integratie en sociale cohesie. In het raamwerk zijn er
tien kerndomeinen, die in vier thema’s worden gecategoriseerd.
1 markers and means (kenmerken en middelen)
Employment (werkgelegenheid) – housing (kans op huizen) – education (opleiding) – health
(gezondheid)
2 social connections (sociale connecties)
Social bridges (overbruggen) – social bonds (verheffen) – social links (connecties)
3 facilitators (faciliteiten)
Language and cultural knowledge (taal- en cultuurkennis) – safety and stability (veiligheid en
stabiliteit)
4 foundation (goede doelen)
Rights and citizenship (rechten en burgerschap)
Bordieu: sociaal kapitaal is de beheersing van culturele competenties die eigen zijn aan hogere
posities. Kennis maakt het mogelijk een hogere sociale positie te verkrijgen. Bordieu richt zich vooral
op de schaduwkanten van het sociaal kapitaal. Maakt onderscheid tussen economisch/ sociaal/
cultureel kapitaal. Hij richt zich op groepen en individuen met privileges (klassensamenleving)
Putnam: heeft het concept sociaal kapitaal een brede bekendheid gegeven. Putnam focust zich op
vertrouwen/ normen/ netwerken. Bowling alone: mensen zijn steeds minder lid van een vereniging en
doen eerder dingen met vrienden en minder in competities. Sociaal kapitaal is er voor om de sociale
cohesie te verhogen. Het idee van verenigingen is sociale integratie en welbevinden voor burgers.
Vertrouwen en wederkerigheid zijn belangrijke normen. Kritiek op Putnam: focust zich alleen op
positieve en negeert politieke bewegingen en instellingen.
Coleman: richt zich vooral op de rol van het sociaal kapitaal bij de ontwikkeling van persoonlijke
competenties. Familie en gemeenschap is belangrijk. Maakt onderscheid tussen publieke en private
goederen. Samenwerken is wezenlijk, maar het is een bijzaak. Bonded solidarity: identificatie met
eigen groep of gemeenschap kan zorgen voor een krachtige motivatie om goede dingen te doen voor
anderen.