SOCIAL COGNITIVE THEORY ~BANDURA
CENTRALE UITGANGSPUNTEN
o Triadic reciprocal causation
Wisselwerking tss individu-gedrag-omgeving
We weten allemaal dat we vingers niet in stopcontact moeten steken
Niet zelf ervaren: info uit omgeving
o Agentic perspective
Kijken naar mens vanuit handelend perspectief
Niet alleen actie-reactie
Eindeloze plasticiteit: mens kan omgeving kneden
Gebouwen, scholen,… bestaan door de mens zelf
Komt door symbolizing capability
=men kan dingen denken die er irl niet zijn (‘olifant’: beeld v olifant)
Self-regulatory capability
o De mens kan zichzelf reguleren omdat hij vd 1ne naar de andere
situatie wil gaan meer leren
o Discrepantie reductie= verschil tussen wat je hebt vs wat je wil
proberen reduceren: je wil lange zomermeer studeren
Self-reflective capability
o De mens kan zichzelf voorstellen hoe hij zich zal gedragen
o Ik kan me voorstellen dat ik geen Japans zou kunnen leren
o Efficacy beliefs= de overtuiging om iets wel/niet denken te kunnen
Vicarious capability
o De mens kan zich voorstellen hoe iets is voor een ander
o “ik kan me voorstellen hoe hartverscheurend dat moet geweest
zijn voor haar”
o Observatief leren= observaties koppelen aan perceptie v onszelf:
“ik zou dat ook kunnen”
RELEVANTE MECHANISMEN V OBSERVATIEF LEREN
1. Attentional processes
Wrm mensen aan het 1ne aandacht schenken en aan het andere niet
2. Cognitive representational processes
Waar cognitieve representaties vandaan komen
o Gelinkt met symbolizing capability
o Persoonlijke herinneringen, omstandigheden,…
3. Behavioral production processes
Wat leidt tot het effectief stellen v gedrag
4. Motivational processes
Hoe gemotiveerd iemand is, welke motivaties het meest doorwegen
o Gelinkt met self-regulatory capability
Observatief leren ≠ zomaar imitatie
19
CENTRALE UITGANGSPUNTEN
o Triadic reciprocal causation
Wisselwerking tss individu-gedrag-omgeving
We weten allemaal dat we vingers niet in stopcontact moeten steken
Niet zelf ervaren: info uit omgeving
o Agentic perspective
Kijken naar mens vanuit handelend perspectief
Niet alleen actie-reactie
Eindeloze plasticiteit: mens kan omgeving kneden
Gebouwen, scholen,… bestaan door de mens zelf
Komt door symbolizing capability
=men kan dingen denken die er irl niet zijn (‘olifant’: beeld v olifant)
Self-regulatory capability
o De mens kan zichzelf reguleren omdat hij vd 1ne naar de andere
situatie wil gaan meer leren
o Discrepantie reductie= verschil tussen wat je hebt vs wat je wil
proberen reduceren: je wil lange zomermeer studeren
Self-reflective capability
o De mens kan zichzelf voorstellen hoe hij zich zal gedragen
o Ik kan me voorstellen dat ik geen Japans zou kunnen leren
o Efficacy beliefs= de overtuiging om iets wel/niet denken te kunnen
Vicarious capability
o De mens kan zich voorstellen hoe iets is voor een ander
o “ik kan me voorstellen hoe hartverscheurend dat moet geweest
zijn voor haar”
o Observatief leren= observaties koppelen aan perceptie v onszelf:
“ik zou dat ook kunnen”
RELEVANTE MECHANISMEN V OBSERVATIEF LEREN
1. Attentional processes
Wrm mensen aan het 1ne aandacht schenken en aan het andere niet
2. Cognitive representational processes
Waar cognitieve representaties vandaan komen
o Gelinkt met symbolizing capability
o Persoonlijke herinneringen, omstandigheden,…
3. Behavioral production processes
Wat leidt tot het effectief stellen v gedrag
4. Motivational processes
Hoe gemotiveerd iemand is, welke motivaties het meest doorwegen
o Gelinkt met self-regulatory capability
Observatief leren ≠ zomaar imitatie
19