Hoofdstuk 4: strategieën met een lage
intensiteit
Veel leerlingen hebben moeite om hun plek te vinden binnen een school en begrijpen de
impliciete doelen en waarden van de school niet. Als gevolg daarvan vinden veel leerlingen
het moeilijk om zich toe te zetten om bezig te gaan voor/ met school en hebben ze hier
daarom extra hulp bij nodig.
Intrinsieke motivatie taakgerichtheid tijdens activiteiten in het eigen belang en zonder
dwang.
Extrinsieke motivatie deelnemen aan activiteiten om een beloning te krijgen.
Je kan ook tegelijk intrinsiek en extrinsiek gemotiveerd zijn.
Instructie-elementen die intrinsieke motivatie bevorderen.
- Controle wanneer aan leerlingen de gelegenheid wordt geboden om tijdens
leeractiviteiten autonome keuzes te kunnen maken, dan raken ze hierdoor meer intrinsiek
gemotiveerd.
5 manieren om het autonomie en controle gevoel te hebben:
1. deelnemen aan het ontwerpen van de leertaken
2. kiezen hoe de taken worden gemaakt
3. enige ruimte krijgen om te bepalen wanneer ze een taak willen maken.
4. sommige van de eigen taken nakijken
5. persoonlijke doelen stellen.
- Uitdaging leerlingen die net iets boven hun huidige niveau werken, hebben de meeste
kans op het ervaren van succes en bevrediging. Wanneer de juiste ondersteuning wordt
geboden, is het werk niet te uitdagend, maar ook niet te makkelijk.
Een activiteit is pas optimaal uitdagend voor leerlingen als:
1. er enige onzekrheid bestaat over het met succes voltooien van de activiteit
2. de belangstelling van de leerlingen wordt vastgehouden door het krijgen van duidelijke
feedback met betrekking tot de vooruitgang tijdens het leveren van de presentatie.
- Nieuwsgierigheid mensen zijn van nature geneigd om plezier te halen uit activiteiten en
gebeurtenissen die verassend, anders, complex of tegenstrijdig zijn met hun verwachtingen
of overtuigingen.
- Contextualisatie leerlingen moeten de functionaliteit van hetgeen ze leren in de echte
wereld zowel zien als ervaren.
intensiteit
Veel leerlingen hebben moeite om hun plek te vinden binnen een school en begrijpen de
impliciete doelen en waarden van de school niet. Als gevolg daarvan vinden veel leerlingen
het moeilijk om zich toe te zetten om bezig te gaan voor/ met school en hebben ze hier
daarom extra hulp bij nodig.
Intrinsieke motivatie taakgerichtheid tijdens activiteiten in het eigen belang en zonder
dwang.
Extrinsieke motivatie deelnemen aan activiteiten om een beloning te krijgen.
Je kan ook tegelijk intrinsiek en extrinsiek gemotiveerd zijn.
Instructie-elementen die intrinsieke motivatie bevorderen.
- Controle wanneer aan leerlingen de gelegenheid wordt geboden om tijdens
leeractiviteiten autonome keuzes te kunnen maken, dan raken ze hierdoor meer intrinsiek
gemotiveerd.
5 manieren om het autonomie en controle gevoel te hebben:
1. deelnemen aan het ontwerpen van de leertaken
2. kiezen hoe de taken worden gemaakt
3. enige ruimte krijgen om te bepalen wanneer ze een taak willen maken.
4. sommige van de eigen taken nakijken
5. persoonlijke doelen stellen.
- Uitdaging leerlingen die net iets boven hun huidige niveau werken, hebben de meeste
kans op het ervaren van succes en bevrediging. Wanneer de juiste ondersteuning wordt
geboden, is het werk niet te uitdagend, maar ook niet te makkelijk.
Een activiteit is pas optimaal uitdagend voor leerlingen als:
1. er enige onzekrheid bestaat over het met succes voltooien van de activiteit
2. de belangstelling van de leerlingen wordt vastgehouden door het krijgen van duidelijke
feedback met betrekking tot de vooruitgang tijdens het leveren van de presentatie.
- Nieuwsgierigheid mensen zijn van nature geneigd om plezier te halen uit activiteiten en
gebeurtenissen die verassend, anders, complex of tegenstrijdig zijn met hun verwachtingen
of overtuigingen.
- Contextualisatie leerlingen moeten de functionaliteit van hetgeen ze leren in de echte
wereld zowel zien als ervaren.