Let op:
Je maakt deze toets in de toetsweken van periode 2, in een toetslokaal op Windesheim. Je hebt 90
minuten de tijd en maakt deze opdracht individueel. Bij deze toets mag je gebruik maken van het
zakboek verpleegkundige diagnosen. Je maakt de toets op papier en krijgt een antwoordblad om in
te vullen.
Zorg dat je duidelijk schrijft, want als het niet te lezen is, kan het niet beoordeeld worden.
Als je klaar bent pak je in stilte je spullen en lever je de casus, het artikel en het antwoordblad in bij
de surveillant.
Wat krijg je bij de toets?
- Een casus
- Een artikel, welke je kan gebruiken voor het onderbouwen van je gekozen interventies
- Een antwoordformulier waar je je antwoorden op in kan vullen
- Een kladpapier waarop je aantekeningen voor jezelf kan maken
Wat neem je zelf mee?
- Een pen (en een reserve pen), je mag ook arceerstiften meenemen om in de casus of het
artikel te markeren
- Het Zakboek verpleegkundige diagnosen van Carpenito. Als je dit boek niet bij je hebt,
betekent dit dat je de toets zonder deze bron moet maken.
- Identiteitsbewijs en studentenpas.
, Opdracht:
- Vul je naam en studentnummer in op het antwoordblad
- Vul je casusnummer in op het antwoordblad en de bijbehorende verpleegkundige diagnose
(deze staat bovenaan de casus)
- Stel de PES op voor de gegeven diagnose
- Stel een SMART-resultaat op bij de geformuleerde PES
- Stel naar aanleiding van de casus en de bijbehorende diagnose drie verpleegkundige
interventies op die passend zijn bij de casus én de diagnose.
- Onderbouw één van de gekozen interventies met behulp van EBP door gebruik te maken van
het uitgereikte artikel en de casus.