Sociale psychologie werkgroepen:
Werkcollege 1:
Milgram: Behavioral study of obedience (1963)
Inhoud
Onderzoeksvraag:
- In hoeverre luisteren mensen naar autoriteitspersoon?
Waarom onderzoeken:
- Na WII waarom Duitsers zoveel erge dingen gedaan? -> Verwacht werd dat dit niet in
Amerika zou gebeuren maar in Amerika bleek het net zo erg als in Duitsland.
Het was dus een maatschappelijk relevante vraag
Hypothese:
- Geen hele duidelijke hypothese omdat oorspronkelijk vergelijking met Duitsland wilden doen
maar hij vond het ook in Amerika dus daarom niet meer gedaan. (Verwacht werd dat 2%
helemaal tot einde door zou gaan)
Afhankelijke variabele:
- Hoogte stroom schokken die mensen bereid zijn te geven.
Onafhankelijke variabele:
- Was er niet (als oorspronkelijke idee was uitgevoerd dan was Duitser of Amerikaan de
onafhankelijke variabele). Dus situatie voor elke proefpersoon hetzelfde (geen écht
experiment want er is niks gemanipuleerd).
Bevindingen:
- 26/40 -> mensen door tot het einde
Fundamentele attributie fout: Milgram dacht dat Duitsers iets in hun persoonlijkheid hadden
waardoor Duitsers het wel zouden doen maar Amerikanen niet.
Discussie
Sterke punten:
- Gecontroleerde omgeving, geen invloed externe factoren -> alternatieve verklaringen
uitsluiten -> interne validiteit redelijk hoog (experimentleider echter niet elke keer exact
hetzelfde).
- Vier standaardantwoorden autoriteit.
- Proefpersoon dacht dat het toevallig was dat hij de ‘teacher’ was.
- Proefpersoon dacht dat het echt was -> acteur en apparaat zag er echt uit.
- In discussie nog verklaringen wat de proefpersoon had kunnen beïnvloeden.
- Proefpersonen werd verteld dat ze compensatie kregen ongeacht of ze het afrondden.
, Zwakke punten/ limitaties:
- Alleen mannen gebruikt -> niet erg generaliseerbaar, lage externe validiteit
- Alleen werkende mannen -> invloed op omgaan autoriteit?
- Aantal respondenten is weinig
- Kleine stapjes van 15 accepteren mensen veel sneller dan grote stappen richting de 450 volt.
Als het grotere stappen waren geweest waren ze minder geneigd. Beter geweest als
respondent zelf mocht kiezen.
- Maar één conditie gebruikt
Vervolgstudies:
- Vrouwen toevoegen
- ‘Confederates’ toevoegen
- Andere manier van straffen (geen schokken maar …)
Werkcollege 2:
Buss et al.: Sex Differences in Jealousy (1992)
Inhoud
Onderzoeksvraag algemeen:
- In hoeverre verschillen mannen en vrouwen in jaloezie?
Onderzoeksvraag per studie:
1) Wat zou je erger vinden emotioneel of fysiek vreemdgaan?
2) Verschil in fysiologische reacties op verschillende scenario’s vreemdgaan?
3) Toevoeging eerste -> hebben mensen al een keer een relatie gehad, speel dit een rol?
Achtergrond:
- Vanuit evolutie, mannen duidelijk hebben dat het kind van hem is (seksueel vreemdgaan) en
vrouwen -> man blijven investeren in vrouw en kind (emotioneel vreemdgaan).
Hypothese:
- Mannen eerder fysiek jaloers en vrouwen eerder emotioneel.
- Hypothese door bovengenoemde achtergrond
Afhankelijke variabele:
1) Voorkeur soort jaloezie/ vreemdgaan
2) Fysiologische reacties
3) Voorkeur soort jaloezie/ vreemdgaan
Onafhankelijke variabele:
1) Geslacht
2) Geslacht
3) Relatie gehad (ja of nee)
Werkcollege 1:
Milgram: Behavioral study of obedience (1963)
Inhoud
Onderzoeksvraag:
- In hoeverre luisteren mensen naar autoriteitspersoon?
Waarom onderzoeken:
- Na WII waarom Duitsers zoveel erge dingen gedaan? -> Verwacht werd dat dit niet in
Amerika zou gebeuren maar in Amerika bleek het net zo erg als in Duitsland.
Het was dus een maatschappelijk relevante vraag
Hypothese:
- Geen hele duidelijke hypothese omdat oorspronkelijk vergelijking met Duitsland wilden doen
maar hij vond het ook in Amerika dus daarom niet meer gedaan. (Verwacht werd dat 2%
helemaal tot einde door zou gaan)
Afhankelijke variabele:
- Hoogte stroom schokken die mensen bereid zijn te geven.
Onafhankelijke variabele:
- Was er niet (als oorspronkelijke idee was uitgevoerd dan was Duitser of Amerikaan de
onafhankelijke variabele). Dus situatie voor elke proefpersoon hetzelfde (geen écht
experiment want er is niks gemanipuleerd).
Bevindingen:
- 26/40 -> mensen door tot het einde
Fundamentele attributie fout: Milgram dacht dat Duitsers iets in hun persoonlijkheid hadden
waardoor Duitsers het wel zouden doen maar Amerikanen niet.
Discussie
Sterke punten:
- Gecontroleerde omgeving, geen invloed externe factoren -> alternatieve verklaringen
uitsluiten -> interne validiteit redelijk hoog (experimentleider echter niet elke keer exact
hetzelfde).
- Vier standaardantwoorden autoriteit.
- Proefpersoon dacht dat het toevallig was dat hij de ‘teacher’ was.
- Proefpersoon dacht dat het echt was -> acteur en apparaat zag er echt uit.
- In discussie nog verklaringen wat de proefpersoon had kunnen beïnvloeden.
- Proefpersonen werd verteld dat ze compensatie kregen ongeacht of ze het afrondden.
, Zwakke punten/ limitaties:
- Alleen mannen gebruikt -> niet erg generaliseerbaar, lage externe validiteit
- Alleen werkende mannen -> invloed op omgaan autoriteit?
- Aantal respondenten is weinig
- Kleine stapjes van 15 accepteren mensen veel sneller dan grote stappen richting de 450 volt.
Als het grotere stappen waren geweest waren ze minder geneigd. Beter geweest als
respondent zelf mocht kiezen.
- Maar één conditie gebruikt
Vervolgstudies:
- Vrouwen toevoegen
- ‘Confederates’ toevoegen
- Andere manier van straffen (geen schokken maar …)
Werkcollege 2:
Buss et al.: Sex Differences in Jealousy (1992)
Inhoud
Onderzoeksvraag algemeen:
- In hoeverre verschillen mannen en vrouwen in jaloezie?
Onderzoeksvraag per studie:
1) Wat zou je erger vinden emotioneel of fysiek vreemdgaan?
2) Verschil in fysiologische reacties op verschillende scenario’s vreemdgaan?
3) Toevoeging eerste -> hebben mensen al een keer een relatie gehad, speel dit een rol?
Achtergrond:
- Vanuit evolutie, mannen duidelijk hebben dat het kind van hem is (seksueel vreemdgaan) en
vrouwen -> man blijven investeren in vrouw en kind (emotioneel vreemdgaan).
Hypothese:
- Mannen eerder fysiek jaloers en vrouwen eerder emotioneel.
- Hypothese door bovengenoemde achtergrond
Afhankelijke variabele:
1) Voorkeur soort jaloezie/ vreemdgaan
2) Fysiologische reacties
3) Voorkeur soort jaloezie/ vreemdgaan
Onafhankelijke variabele:
1) Geslacht
2) Geslacht
3) Relatie gehad (ja of nee)
