Samenvatting bestuurskunde
Week 1
Wat is bestuurskunde?
Bestuurskunde houdt zich bezig met de wijze waarop de overheid functioneert, binnen de
overheid en in de samenleving.
De overheid:
Verschillende organen met verschillende rollen, taken en verantwoordelijkheden
Daardoor ook verschillende doelen en belangen
Het geheel van bestuurders en bestuurlijke colleges in een staatverband en het
daarbij behorende ambtelijke apparaat.
Nederlands: Gedecentraliseerde eenheidsstaat – Rijk – Provincie – Gemeente
Het algemeen belang:
o Behartigen van het algemeen belang is centrale taak van overheden
o Democratisch paradox
o Politieke partijen en bestuurders behartigen deelbelangen
o Lobbyisten, organisaties en maatschappelijk middenveld proberen hun eigen
belangen op netvlies te krijgen
o Politiek gaat om vinden van balans tussen tegenstrijdige belangen en doelstellingen
-> poldermodel
o Het belang van draagval en burgerparticipatie
Beleid:
- Het beleid is tijd, doelen en middelen beschreven in onderlinge samenhang
- Beleid is de praktische uitwerking van de door de overheid gestelde doelen
- Beschrijving van hoe op eenvormige wijze uitvoering te geven aan een
wet/maatregel/richlijn/evenement
- Kan uitermate complex en tijdrovend zijn
- Veel verschillende partijen en belangen
, Week 2
Systeemmodel van David Easton
De systeembenadering laat zien hoe informatie een systeem ingaat, dat daar iets mee
gebeurt en dat er iets uitkomt dat effecten heeft. Vervolgens levert dat informatie op die het
systeem weer kan ingaan.
Nut van systeemmodel:
o Word gebruikt om te begrijpen hoe een beleid tot stand komt.
o Het model maakt duidelijk dat beleid niet in een vacuüm tot stand komt.
o Wordt duidelijk dat de totstandkoming van een beleid niet statisch maar dynamisch
is.
o Brengt het systeem de relatie tussen de politiek en het tot stand komen van beleid in
beeld.
o Maakt duidelijk dat lang niet alle eisen in beleid worden omgezet.
o Inbreng van een bepaalde actor in een beleid worden gekarakteriseerd.
Wat is het?
- Theoretisch/conceptueel
- Vereenvoudiging van de werkelijkheid
- Er is sprake van een kringloop en fasen
- Het systeem moet in evenwicht zijn en in balans
Fasen:
1. Invoer
2. Omzetting
3. Uitvoer
4. Effect
(F)actoren die een rol spelen:
- Burgers, pressiegroepen, politieke partijen, media (invoer)
- Ambtenaren, adviesorganen, politici, bestuurders (omzetting)
- Ambtenaren, bestuurders (uitvoer)
Inhoud:
- Eisen, wensen, behoeften (invoer)
De invoer bestaat uit eisen en steun. Bij eisen kun je bijvoorbeeld denken aan
verlangens van milieugroeperingen. Bij steun kun je denken aan het betalen van de
contributie, het stemmen bij verkiezingen en het bezoeken van bijeenkomsten.
- Beleidsvoorbereiding (omzetting)
Onderverdeeld in gezaghebbende en niet gezaghebbende. Bij gezaghebbende denk
aan een wet of andere maatregelen. Bij niet gezaghebbende denk aan interview of
tijdschriftartikel. De uitvoer mondt uit in ‘effecten’. Ook bij effecten is een tweedeling
te maken, namelijk in gewenste en ongewenste effecten.
- Besluiten en uitvoering en evaluatie (uitvoer)
Word ook wel black box genoemd omdat het niet duidelijk is hoe invoer wordt
omgezet in uitvoer.
Week 1
Wat is bestuurskunde?
Bestuurskunde houdt zich bezig met de wijze waarop de overheid functioneert, binnen de
overheid en in de samenleving.
De overheid:
Verschillende organen met verschillende rollen, taken en verantwoordelijkheden
Daardoor ook verschillende doelen en belangen
Het geheel van bestuurders en bestuurlijke colleges in een staatverband en het
daarbij behorende ambtelijke apparaat.
Nederlands: Gedecentraliseerde eenheidsstaat – Rijk – Provincie – Gemeente
Het algemeen belang:
o Behartigen van het algemeen belang is centrale taak van overheden
o Democratisch paradox
o Politieke partijen en bestuurders behartigen deelbelangen
o Lobbyisten, organisaties en maatschappelijk middenveld proberen hun eigen
belangen op netvlies te krijgen
o Politiek gaat om vinden van balans tussen tegenstrijdige belangen en doelstellingen
-> poldermodel
o Het belang van draagval en burgerparticipatie
Beleid:
- Het beleid is tijd, doelen en middelen beschreven in onderlinge samenhang
- Beleid is de praktische uitwerking van de door de overheid gestelde doelen
- Beschrijving van hoe op eenvormige wijze uitvoering te geven aan een
wet/maatregel/richlijn/evenement
- Kan uitermate complex en tijdrovend zijn
- Veel verschillende partijen en belangen
, Week 2
Systeemmodel van David Easton
De systeembenadering laat zien hoe informatie een systeem ingaat, dat daar iets mee
gebeurt en dat er iets uitkomt dat effecten heeft. Vervolgens levert dat informatie op die het
systeem weer kan ingaan.
Nut van systeemmodel:
o Word gebruikt om te begrijpen hoe een beleid tot stand komt.
o Het model maakt duidelijk dat beleid niet in een vacuüm tot stand komt.
o Wordt duidelijk dat de totstandkoming van een beleid niet statisch maar dynamisch
is.
o Brengt het systeem de relatie tussen de politiek en het tot stand komen van beleid in
beeld.
o Maakt duidelijk dat lang niet alle eisen in beleid worden omgezet.
o Inbreng van een bepaalde actor in een beleid worden gekarakteriseerd.
Wat is het?
- Theoretisch/conceptueel
- Vereenvoudiging van de werkelijkheid
- Er is sprake van een kringloop en fasen
- Het systeem moet in evenwicht zijn en in balans
Fasen:
1. Invoer
2. Omzetting
3. Uitvoer
4. Effect
(F)actoren die een rol spelen:
- Burgers, pressiegroepen, politieke partijen, media (invoer)
- Ambtenaren, adviesorganen, politici, bestuurders (omzetting)
- Ambtenaren, bestuurders (uitvoer)
Inhoud:
- Eisen, wensen, behoeften (invoer)
De invoer bestaat uit eisen en steun. Bij eisen kun je bijvoorbeeld denken aan
verlangens van milieugroeperingen. Bij steun kun je denken aan het betalen van de
contributie, het stemmen bij verkiezingen en het bezoeken van bijeenkomsten.
- Beleidsvoorbereiding (omzetting)
Onderverdeeld in gezaghebbende en niet gezaghebbende. Bij gezaghebbende denk
aan een wet of andere maatregelen. Bij niet gezaghebbende denk aan interview of
tijdschriftartikel. De uitvoer mondt uit in ‘effecten’. Ook bij effecten is een tweedeling
te maken, namelijk in gewenste en ongewenste effecten.
- Besluiten en uitvoering en evaluatie (uitvoer)
Word ook wel black box genoemd omdat het niet duidelijk is hoe invoer wordt
omgezet in uitvoer.