Naam: Stef van der Voort
Studentnummer: 569804
Klas: SwS19b
Docent: Corina Duijndam
Datum: 14-02-2020
1
,Inhoudsopgave
Ontwikkeling als sociaal werker 1.2.4....................................................................................................1
Afbeeldingen.......................................................................................................................................13
Deel A: Praktijkopdracht 1: Analyse (inclusief verantwoording
en reflectie)
2
, Ik loop stage bij Markant, centrum voor mantelzorg. Tijdens mijn stage begeleid ik I. (16 jaar)
met voetbal. I. heeft autisme en speelt in het G-team van Zuidoost United in de Bijlmer.
Hij woont sinds 2013 samen met zijn broertje T. bij hun oma.
Door middel van een interview met de oma van I. heb ik een analyse gemaakt van de situatie
van I. naar aanleiding van het balansmodel op micro- meso- en macroniveau met betrekking
tot risicofactoren en beschermende factoren.
Tijdens mijn stage heb ik gemerkt dat I. liever niet over moeilijkheden uit het verleden praat,
zoals over zijn vader die hij nu nauwelijks meer ziet. Op dat moment zegt hij niets of
antwoord alleen met ja of nee. Vandaar dat ik ervoor heb gekozen om het interview te
houden met zijn oma om meer te weten te komen over I.
Risicofactoren microniveau
Kindfactoren
Autisme, eenzaamheid en geringe assertiviteit.
Door zijn autisme heeft I. moeite met contacten leggen met anderen. Hierdoor heeft hij op dit
moment ook geen vrienden en dit vindt hij erg jammer. Dit is iets wat hij wel erg graag wilt,
maar zijn autisme belemmert hierin. Doordat hij geen vrienden heeft voelt hij zich ook
weleens eenzaam. Daarnaast heeft I. een geringe assertiviteit. I. heeft moeite om voor
zichzelf op te komen en doet snel wat anderen hem opdragen, ook dingen die niet juist zijn.
Zo moest I. laatst op school de telefoon van zijn broertje pakken en inleveren bij een meisje.
Dit deed hij en de telefoon lag vervolgens wekenlang bij het meisje. I. durfde ook niet te
zeggen wat er met de telefoon was gebeurd. Zijn geringe assertiviteit is iets wat I. belemmert
en hierdoor gebeuren op school weleens dingen die niet juist zijn. I. voelt zich soms
eenzaam doordat hij op dit moment geen vrienden heeft.
Ouderfactoren
Het autisme van de vader van I. vader en de ziekte van zijn moeder, erfelijkheid en
gebrekkige cognitieve, coördinatieve en sociale vaardigheden.
Het autisme van de vader van I. vader en de ziekte van zijn moeder hebben eraan
bijgedragen dat de ouders van I. niet meer voor hem konden zorgen en dat zijn oma de zorg
op zich moest nemen. Dit zijn factoren die zeer waarschijnlijk invloed gehad hebben gehad
op de ontwikkeling van I. I. mist zijn ouders regelmatig en dit zal invloed hebben op zijn
gemoedstoestand. Daarnaast is de autisme van de vader erfelijk gebleken doordat beide
zoons ook autistisch zijn. Erfelijkheid speelt een rol bij het ontstaan van
autismespectrumstoornis (Zimbardo, Johnson & McCann, 2017). Deze erfelijkheid heeft
invloed gehad op de cognitieve en sociale vaardigheden van I. doordat hij moeite heeft met
zijn aandacht vasthouden, inlevingsvermogen, initiatief nemen en contact maken. Als ik iets
vertel dan merk ik dat I. moeite heeft om zich in datgene in te leven en hij alleen met ‘’ja of
‘’nee antwoord. Uit onderzoek van Frith (1993) blijkt dat mensen met autisme heel veel
moeite hebben om zich in het perspectief van anderen te verplaatsen (Zimbardo, Johnson &
McCann, 2017).
Door een beperkt inlevingsvermogen kampen mensen met autisme vaak met problemen in
sociale relaties (Zimbardo, Johnson & McCann, 2017). Ook heeft hij bij sport moeite met zijn
coördinatieve vaardigheden zoals het op de juiste manier uitvoeren van bepaalde
handelingen.
Gezinsfactoren
3