PSYCHOPEDAGOGIEK
Leren onderscheiden wat wel en niet normaal is.
Psychologie
§ Bestudeert het gedrag, het denken en het innerlijk leven van mensen
§ Binnen psychologie zijn er verschillende onderdelen bv sportpsychologie (voor
topsporters)
§ Specifiek onderdeel: ontwikkelingspsychologie
Pedagogiek
§ De studie van de manier waarop volwassen kinderen grootbrengen met een bepaald
doel
Belang psychopedagogiek
1. Je omgang met de kinderen kan afstemmen op:
- Karakteristieken van elk kind
- Specifiek eigenschappen voor bepaalde leeftijd
- Ontwikkelingsfasen: fasen bouwen voort op elkaar, lopen over in elkaar
2. Afwijkende ontwikkeling identificeren:
- Signaal kunnen geven aan de ouders, je moet dit niet alleen oplossen
- Je kan vergelijken met de andere kinderen of het abnormaal gedrag is of niet
1. Ontwikkeling
1.1 Wat is ontwikkeling?
Het veranderen van een aanwezige structuur in lichaam en geest
§ Gedurende hele levenscyclus (conceptie tot dood)
§ Geleidelijk (geen momentopname) ( kinderen van januari en december van hetzelfde
jaar kunnen heel hard verschillen)
§ Duurzaam karakter (veranderingen treden één keer op en blijven langere tijd, bv
spreken) ( bv op u hurk zitten, kinderen kunnen dit heel goed )
§ Leeftijdsgebonden, op verschillende tijdstippen
§ Winst + verlies (bvb: winst = leren rekenen, verlies= lenigheid neemt af)
§ Ontwikkelingsfasen
1
,1.2 Hoe ontstaat ontwikkeling?
§ Baby’s hebben een zuigreflex, zwemreflex (filmpje)
§ Omgewisselde tweelingen
Twee tweelingen in Colombië die omgewisseld zijn in het ziekenhuis
- Zullen de natuurlijke broers meer op dezelfde manier ontwikkelen?
- Of zullen de broer die samen opgroeiden meer op dezelfde manier ontwikkelen?
§ Imitatie is belangrijk om te ontwikkelen (als je oudere broer/zus hebt ga je sneller
dingen willen kunnen) (zie filmpje met jongen die altijd alleen in een bos heeft
geleefd en nadien werd opgevoed door een gezin)
§ Kansarmen leren minder goed ( kunnen niet alle boeken kopen,..). Als je een slechte
thuissituatie hebt is de kans op een minder goed ontwikkeling mogelijk.
1.3 Ontwikkelingsfactoren
Wordt de mensen datgene wat de omgeving/opvoeding van hem maakt (NURTURE)
Of
Ontwikkelt hij zich tot datgene dat latent altijd al aanwezig is geweest? (NATURE)
1.3.1 Ontwikkelingsfactor NURTURE
§ Omgeving: ouders, leerkrachten, gebeurtenissen, je familie, je land, ervaringen,…
§ Milieutheorie: ontwikkeling wordt bepaalde door de omgeving, opvoeding krijgt
onbegrensde mogelijkheden (verwerven, leerproces)
(Wij moeten kansen geven aan kinderen ongeacht uit welke gezinssituatie ze komen)
1.3.2 Ontwikkelingsfactor NATURE
§ Erfelijkheidsfactoren
§ De eigenschappen die reeds bij de geboorte aanwezig zijn: lengte, kleur ogen,
bepaalde talenten, huidskleur,…
1.3.3 Ontwikkelingsfactor ZELFBEPALING
§ Als persoon kan je omstandigheden creëren
§ Je kiest zelf je doelen, je maakt zelf keuzes
2
,1.4 Hoe omgaan met ontwikkeling?
1.4.1 Zone van naaste ontwikkeling – belangrijke theorie (Vygotsky)
Ieder kind heeft een ander niveau – je moet in de klas een balans vinden dat het niet te
moeilijk is en niet te makkelijk.
1.4.2 Welbevinden en betrokkenheid
2 richtsnoeren voor leerkracht, basisvoorwaarden om te leren
Welbevinden
= Het zich goed in zijn vel voelen ( als je honger hebt kan je niet goed opletten, als je net
gedaan is met je vriend kan je ook niet goed opletten)
Betrokkenheid
= Intensiteit waarmee kind activiteit uitvoert (als je iemand roept dat op de playstation aan
het spelen is gaat die niet snel reageren)
Zie voorbeelden ppt
3
, 1.5 Opbouw boek
1.5.1 Ontwikkelingsfasen
§ Ongeboren baby, geboorte en pasgeborene
§ Baby (0 - 1,5 jaar)
§ Peuter (1,5 tot 3 jaar)
§ Kleuter (3 tot 6 jaar)
§ Lagere schoolkind (6 tot 12 jaar)
§ Adolescent (12 tot 18/25 jaar)
1.5.2 Ontwikkelingsdomeinen
4
Leren onderscheiden wat wel en niet normaal is.
Psychologie
§ Bestudeert het gedrag, het denken en het innerlijk leven van mensen
§ Binnen psychologie zijn er verschillende onderdelen bv sportpsychologie (voor
topsporters)
§ Specifiek onderdeel: ontwikkelingspsychologie
Pedagogiek
§ De studie van de manier waarop volwassen kinderen grootbrengen met een bepaald
doel
Belang psychopedagogiek
1. Je omgang met de kinderen kan afstemmen op:
- Karakteristieken van elk kind
- Specifiek eigenschappen voor bepaalde leeftijd
- Ontwikkelingsfasen: fasen bouwen voort op elkaar, lopen over in elkaar
2. Afwijkende ontwikkeling identificeren:
- Signaal kunnen geven aan de ouders, je moet dit niet alleen oplossen
- Je kan vergelijken met de andere kinderen of het abnormaal gedrag is of niet
1. Ontwikkeling
1.1 Wat is ontwikkeling?
Het veranderen van een aanwezige structuur in lichaam en geest
§ Gedurende hele levenscyclus (conceptie tot dood)
§ Geleidelijk (geen momentopname) ( kinderen van januari en december van hetzelfde
jaar kunnen heel hard verschillen)
§ Duurzaam karakter (veranderingen treden één keer op en blijven langere tijd, bv
spreken) ( bv op u hurk zitten, kinderen kunnen dit heel goed )
§ Leeftijdsgebonden, op verschillende tijdstippen
§ Winst + verlies (bvb: winst = leren rekenen, verlies= lenigheid neemt af)
§ Ontwikkelingsfasen
1
,1.2 Hoe ontstaat ontwikkeling?
§ Baby’s hebben een zuigreflex, zwemreflex (filmpje)
§ Omgewisselde tweelingen
Twee tweelingen in Colombië die omgewisseld zijn in het ziekenhuis
- Zullen de natuurlijke broers meer op dezelfde manier ontwikkelen?
- Of zullen de broer die samen opgroeiden meer op dezelfde manier ontwikkelen?
§ Imitatie is belangrijk om te ontwikkelen (als je oudere broer/zus hebt ga je sneller
dingen willen kunnen) (zie filmpje met jongen die altijd alleen in een bos heeft
geleefd en nadien werd opgevoed door een gezin)
§ Kansarmen leren minder goed ( kunnen niet alle boeken kopen,..). Als je een slechte
thuissituatie hebt is de kans op een minder goed ontwikkeling mogelijk.
1.3 Ontwikkelingsfactoren
Wordt de mensen datgene wat de omgeving/opvoeding van hem maakt (NURTURE)
Of
Ontwikkelt hij zich tot datgene dat latent altijd al aanwezig is geweest? (NATURE)
1.3.1 Ontwikkelingsfactor NURTURE
§ Omgeving: ouders, leerkrachten, gebeurtenissen, je familie, je land, ervaringen,…
§ Milieutheorie: ontwikkeling wordt bepaalde door de omgeving, opvoeding krijgt
onbegrensde mogelijkheden (verwerven, leerproces)
(Wij moeten kansen geven aan kinderen ongeacht uit welke gezinssituatie ze komen)
1.3.2 Ontwikkelingsfactor NATURE
§ Erfelijkheidsfactoren
§ De eigenschappen die reeds bij de geboorte aanwezig zijn: lengte, kleur ogen,
bepaalde talenten, huidskleur,…
1.3.3 Ontwikkelingsfactor ZELFBEPALING
§ Als persoon kan je omstandigheden creëren
§ Je kiest zelf je doelen, je maakt zelf keuzes
2
,1.4 Hoe omgaan met ontwikkeling?
1.4.1 Zone van naaste ontwikkeling – belangrijke theorie (Vygotsky)
Ieder kind heeft een ander niveau – je moet in de klas een balans vinden dat het niet te
moeilijk is en niet te makkelijk.
1.4.2 Welbevinden en betrokkenheid
2 richtsnoeren voor leerkracht, basisvoorwaarden om te leren
Welbevinden
= Het zich goed in zijn vel voelen ( als je honger hebt kan je niet goed opletten, als je net
gedaan is met je vriend kan je ook niet goed opletten)
Betrokkenheid
= Intensiteit waarmee kind activiteit uitvoert (als je iemand roept dat op de playstation aan
het spelen is gaat die niet snel reageren)
Zie voorbeelden ppt
3
, 1.5 Opbouw boek
1.5.1 Ontwikkelingsfasen
§ Ongeboren baby, geboorte en pasgeborene
§ Baby (0 - 1,5 jaar)
§ Peuter (1,5 tot 3 jaar)
§ Kleuter (3 tot 6 jaar)
§ Lagere schoolkind (6 tot 12 jaar)
§ Adolescent (12 tot 18/25 jaar)
1.5.2 Ontwikkelingsdomeinen
4