21.1 Tomaten kweken
Geslachtelijke voortplanting
= 2 ouders
-> meeldraad naar stamper zelfde bloemsoort
-> DNA nakomelingen verandert
A. Eenslachtig B. Tweeslachtig
1) M: alleen meeldraden (bloem 4) meeldraden en stampers (bloem 2, 3, 5)
2) V: alleen stampers (bloem 1)
• Geen bestuiving: 5, 6 en 7
• Zelfbestuiving: 2, 3 en 8 -> 1 bloem
• Kruisbestuiving: 1 en 4 -> 2 bloemen
Ongeslachtelijke voortplanting
= 1 ouder (klonen)
-> DNA nakomelingen hetzelfde
Juiste eigenschappen creëren bij een soort:
(1) Klassiek biotechnologie
= je kiest selectief planten en laat deze onderling voortplanten, de
planten met de beste eigenschappen worden constant doorgekruist tot
er een homozygoot ras ontstaat
• Fokken, veredelen
• M.b.v. geslachtelijke voortplanting
• DNA verandert niet
• Langzaam
(2) Moderne bio- of gentechnolgie
= genetische gemodificeerde organisme m.b.v. genomics
• DNA verandert
• Snel
• 2 soorten:
a. cisgene = genen van dezelfde soort, maar andere plant
b. transgeen = genen van andere soort
1. Juiste gen isoleren uit plant 1
2. Gen in cel van plant 2 inbrengen
3. Cel vermenigvuldigen m.b.v. weefselkweek
= cel op voedingsbodem gelegd met als doel vermeerdering bv. PCR-techniek
4. Plant laten uitgroeien m.b.v. ongeslachtelijk voortplanting
PCR-techniek
= gen vermeerderen m.b.v. hittebestendig taq-polymerase.
,Gel-electroforese
= bandjes zichtbaar maken door het fragment te vermeerderen & door gel laten lopen
(langste boven, kort onderaan) -> doel: fragementen scheiden
Genen verbeteren
1. F1-hybriden gebruiken ipv homozygote -> meer kans op juiste eigenschappen
Homozygoot F1-hybriden
V: kunnen zich voortplanten eigenschappen van beide rassen
N: bezitten maar 1 type eigenschap kunnen zich niet voortplanten
2. Non-disjunctie: aantal chromosomen verdubbelen
Normaal Non-disjunctie
= tijdens mitose vorming van
microtubuli verhinderen m.b.v.
Colchine -> geen trekdraden
gevormd -> alle chromosomen in 1 cel
Polyploïdie
Plasmiden (T71M)
= ringvormig DNA in bacterie; snel kopiëren (gekloneerd) en uitwisselen naar andere
bacteriën
Markergen
= door het bij je gewenste gen toe te voegen weetje je of het gen is ingebouwd
Pectinase
• Als dit mist, gaan cellen niet los -> uitgeschakeld door complementair mRNA -> cellen rotten
minder snel
, Groei
Houtvaten
Waterpotentiaal
Bastvaten ANorganisch
ORganisch Stijgend
Dalend
Opslag
(Zetmeel)
Geslachtelijke voortplanting
= 2 ouders
-> meeldraad naar stamper zelfde bloemsoort
-> DNA nakomelingen verandert
A. Eenslachtig B. Tweeslachtig
1) M: alleen meeldraden (bloem 4) meeldraden en stampers (bloem 2, 3, 5)
2) V: alleen stampers (bloem 1)
• Geen bestuiving: 5, 6 en 7
• Zelfbestuiving: 2, 3 en 8 -> 1 bloem
• Kruisbestuiving: 1 en 4 -> 2 bloemen
Ongeslachtelijke voortplanting
= 1 ouder (klonen)
-> DNA nakomelingen hetzelfde
Juiste eigenschappen creëren bij een soort:
(1) Klassiek biotechnologie
= je kiest selectief planten en laat deze onderling voortplanten, de
planten met de beste eigenschappen worden constant doorgekruist tot
er een homozygoot ras ontstaat
• Fokken, veredelen
• M.b.v. geslachtelijke voortplanting
• DNA verandert niet
• Langzaam
(2) Moderne bio- of gentechnolgie
= genetische gemodificeerde organisme m.b.v. genomics
• DNA verandert
• Snel
• 2 soorten:
a. cisgene = genen van dezelfde soort, maar andere plant
b. transgeen = genen van andere soort
1. Juiste gen isoleren uit plant 1
2. Gen in cel van plant 2 inbrengen
3. Cel vermenigvuldigen m.b.v. weefselkweek
= cel op voedingsbodem gelegd met als doel vermeerdering bv. PCR-techniek
4. Plant laten uitgroeien m.b.v. ongeslachtelijk voortplanting
PCR-techniek
= gen vermeerderen m.b.v. hittebestendig taq-polymerase.
,Gel-electroforese
= bandjes zichtbaar maken door het fragment te vermeerderen & door gel laten lopen
(langste boven, kort onderaan) -> doel: fragementen scheiden
Genen verbeteren
1. F1-hybriden gebruiken ipv homozygote -> meer kans op juiste eigenschappen
Homozygoot F1-hybriden
V: kunnen zich voortplanten eigenschappen van beide rassen
N: bezitten maar 1 type eigenschap kunnen zich niet voortplanten
2. Non-disjunctie: aantal chromosomen verdubbelen
Normaal Non-disjunctie
= tijdens mitose vorming van
microtubuli verhinderen m.b.v.
Colchine -> geen trekdraden
gevormd -> alle chromosomen in 1 cel
Polyploïdie
Plasmiden (T71M)
= ringvormig DNA in bacterie; snel kopiëren (gekloneerd) en uitwisselen naar andere
bacteriën
Markergen
= door het bij je gewenste gen toe te voegen weetje je of het gen is ingebouwd
Pectinase
• Als dit mist, gaan cellen niet los -> uitgeschakeld door complementair mRNA -> cellen rotten
minder snel
, Groei
Houtvaten
Waterpotentiaal
Bastvaten ANorganisch
ORganisch Stijgend
Dalend
Opslag
(Zetmeel)