100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Notas de lectura

Elective 3.3C Pain samenvatting COLLEGES

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
18
Subido en
14-12-2021
Escrito en
2021/2022

Samenvatting van de colleges van het keuzevak ''Pain'' aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
14 de diciembre de 2021
Número de páginas
18
Escrito en
2021/2022
Tipo
Notas de lectura
Profesor(es)
Matthias wieser
Contiene
Alles behalve het laatste q&a college

Temas

Vista previa del contenido

College 1: Introductiecollege
Pijn: een onplezierige sensorische en emotionele ervaring geassocieerd met echte of potentiële
weefselschade, of ander zulke schade.
 Emotioneel component: hoe onplezierig of stressvol het is
 Sensorisch component: kwaliteit v/d pijn (branden, steken), intensiteit

Vroeger gold het descartian perspectief: de geest en het lichaam zijn compleet gescheiden van
elkaar. Toen werd er dus geloofd dat er alleen nociceptische signalen v/h lichaam naar het brein gaan
en niet andersom. Nu geldt het nieuwe bio-psycho-sociale perspectief waarbij zowel ascending als
descending pathways in acht worden genomen.

Acute pijn: heeft als (adaptieve) functies waarschuwen voor gevaar en steun voor het helingsproces.

Fases van acute pijn:
1. Trauma: nociceptoren worden gestimuleerd door de pijn en signalen worden doorgestuurd
via de zenuwen en via de ruggengraat naar het brein.
2. Signaal: het pijnsignaal wordt doorgestuurd langs axonen v/d nociceptieve zenuwcellen naar
de ruggengraat. Signalen v/d ruggengraat worden dan doorgestuurd naar het brein.
3. Pijn: nociceptieve input voegt samen in de breinstam en wordt vervolgens via ascending
pathways doorgestuurd naar verschillende breingebieden. Het gevoel van pijn wordt nu echt
ervaren.

Chronische pijn: maladaptieve functie. Heeft een zware impact op het dagelijks leven;
slaapproblemen, weinig sporten, minder sociale activiteiten, depressie, anxiety, etc. Is deels een
neurologische ‘’ziekte’’. Ongeveer 19% v/d Europese populatie lijdt aan chronische pijn.
 Langer dan 6 maanden
 Geen waarschuwingsfunctie meer
 Komt ook voor in de absentie van een schadelijke stimulus
 Komt ook voor ná succesvol helingsproces
Veel mensen raken verslaafd aan opiaten (pijnstillers) die ze krijgen voor de chronische pijn.

Mythes over pijn:
1. Vrouwen kunnen beter tegen pijn dan mannen  recente onderzoeken hebben
aangetoond dat dit niet waar is. Mannen en vrouwen verschillen wel in hun responses op
pijn. Er kan ook sprake zijn van een soort selectie-effect; de mensen die zich opgeven voor
een experiment waar ze pijn gaan hebben kunnen al beter tegen pijn, anders zouden ze zich
niet opgeven. Mannen die masculienere traits hebben en zich meer identificeren met de
mannelijke rol doen vaker mee aan zulke experimenten waardoor het lijkt alsof zij beter
tegen pijn kunnen.
2. Als iets pijn doet moet je het niet bewegen  dit is niet waar. Het niet bewegen van een
pijnlijk gebied leidt vaak tot chronische pijn.
3. Als de bron v/d pijn niet gevonden kan worden, is de pijn niet echt  dit is niet waar, pijn
kan ook psychologisch zijn.
4. Stemming kan pijn beïnvloeden  dit is waar. Denk bijv. aan kleine kinderen; als het kind
valt en de ouders reageren heel geschokt zal het gaan huilen en pijn ervaren, als de ouders
doen alsof er niets aan de hand is doet het kind dit waarschijnlijk ook.

Congenitale analgesie: genetische aandoening waarbij je nooit pijn voelt. Komt voor bij 1 op de 100
mensen. Pijn is belangrijk voor overleven en welzijn. Het meisje uit de documentaire beet op haar

,eigen tong en prikte in haar ogen omdat ze geen pijn voelde; dus een leven zonder pijn is niet per sé
beter.

Responslevels van pijn:




Nociceptie: verwerken en doorsturen van signalen die worden opgevangen door nociceptoren. Dit is
de sensorische basis voor adaptief beschermend gedrag. Dit is GEEN pijn, het is het lichamelijke
systeem dat ervoor zorgt dat we pijn kunnen voelen. Het is een soort extra zenuwstelsel dat alleen
voor pijn werkt.

Nociceptoren: gespecialiseerde sensoren met een hoge sensorische threshold.
Deze worden alleen aangewakkerd door stimuli die echt schadelijk zijn voor
weefsel. Dus niet bijv. wanneer je je hand aanraakt, maar wel wanneer je diep in
je hand snijdt. Zitten in elk weefsel in het menselijk lichaam (huid, spieren,
organen, botten). Zitten NIET in het brein; het brein zelf stuurt dus geen
nociceptorische signalen naar het lichaam. Dit is hoe bijv. open-brein operaties
mogelijk zijn.
 Free-ending nerve fibers (Aδ en C-fibers)
 Zijn vaak polymodaal; ze reageren op thermale, mechanische, en chemische stimulatie

Nociceptieve pijn gaat door 5 fases:
1. Transductie  nociceptieve pijn begint bij de nociceptoren (enorm gespecialiseerde
neuronen die zich vooral bevinden in de huid, gewrichten of de oppervlakte van organen).
Deze receptoren zetten schadelijke stimuli om in elektrische stroom.
2. Conductie  de stroom wordt langs de axonen v/d nociceptoren doorgegeven naar de
cellichamen (deze liggen in de dorsal root ganglion in de ruggengraat). Daarna gaan ze naar
hun central terminals in de dorsal horn.
3. Transmissie  de elektrische impulsen zorgen hier voor neurotransmitterafgifte van
nociceptor centrale terminals. Deze versturen de signalen over synapsen naar de dorsal horn
neuronen.
 Grote stimuli intensiteiten gaan samen met het vrijlaten van neuropeptides, inclusief
substantie P van centrale terminals van C vezels. Substantie P zorgt voor een grotere
postsynaptische reactie.
 Het signaal wordt dan doorgestuurd via nociceptieve ascending paden naar het brein.
4. Perceptie  de signalen die in het brein aankomen worden waargenomen als pijn.
5. Modulatie  ascending nociceptieve transmissie wordt gemoduleerd door inhiberende of
versterkende controlesystemen in de dorsal horn v/d ruggengraat. Het proces van inhibitie
(bepaalde anesthesie waardoor de pijn de functie niet belemmert) en facilitatie
(waarschuwen voor weefselbeschadiging, moedigt beschermend gedrag aan) wordt
gereguleerd door neuronen in de hersenstam.
 Nociceptieve signalen worden verstuurd via descending pathways in de dorsal horn.

Nociceptie vs. pijn
 Nociceptie: detecteren en verwerken van schadelijke stimuli door een gespecialiseerd deel
v/h somatosensorische systeem.
 Pijn: een bewuste ervaring van deze perceptie, de subjectieve evaluatie van wat het
nociceptische systeem heeft opgevangen.

, Er zijn 2 pathways die parallel aan elkaar zijn en tegelijkertijd werken. Soms wordt een nociceptorisch
signaal geïnhibeerd of juist versterkt (modulatie) door het descending pathway. De 2 systemen
beïnvloeden onze subjectieve ervaring van pijn.
 Ascending pathway (afferent): van het lichaam naar het brein. Nociceptoren  thalamus 
insula  ACC  S1/S2. OOK: nociceptoren  amygdala  PFC  basale ganglia.
 Descending pathway (efferent): van het brein naar het lichaam. ACC  PFC  PAG  RVM
 ruggengraat  nociceptoren. OOK: insula  amygdala  PAG  RVM  ruggengraat 
nociceptoren.




Pijn in het lab:
 Evaluatie door een ethiek commissie
 Informed consent; participanten worden geïnformeerd over de hele procedure en potentiële
side-effects.
 Overeenstemming met de Declaration of Helsinki (ethiek)

Experimentele pijnparadigma’s:
 Elektrische stimulatie  elektrische schokken
 Temperatuur stimulatie  hand in ijskoud water
 Mechanische stimulatie  pressure pain
 Chemische stimulatie  capsaicin, naCI-injectie
 Ischemische stimulatie  bloedstroom tegenhouden

Meten van pijn:
 Subjectief  vragenlijsten, zelfrapportages, schalen (McGill Pain Questionnaire)
 Motor/gedrag  reflexen, vermijdingsgedrag
 Fysiologisch  peripheral, neurofysiologisch (bloeddruk, hartslag, breinactiviteit),
gezichtsuitdrukkingen
- fMRI wordt vaak gebruikt om breinactiviteit te meten. Er is meer breinactiviteit in S1, S2,
ACC en IC bij schadelijke warmte dan bij normale warme stimuli.

Medial affective pain network: ACC, PFC, insula.
 Anterior cingular cortex (ACC): representeert het affectieve component van pijn. Meer ACC-
activatie bij heftigere pijn.

Lateral sensory pain network: S1, S2.
$7.23
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
ThyraLisa Tilburg University
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
113
Miembro desde
6 año
Número de seguidores
71
Documentos
72
Última venta
1 año hace

4.4

9 reseñas

5
5
4
3
3
1
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes