100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Notas de lectura

HC aantekeningen + Literatuur J.Hullu

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
129
Subido en
12-12-2021
Escrito en
2020/2021

Alle HC's in een document voor jou! + alle verplichte literatuur van J.Hullu + Grondtrekken

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
12 de diciembre de 2021
Número de páginas
129
Escrito en
2020/2021
Tipo
Notas de lectura
Profesor(es)
Blom
Contiene
Todas las clases

Temas

Vista previa del contenido

Week 1. Inleiding in het Strafrecht – dr. Tom Blom
Leerdoelen:
1. strafrechttheorieën met elkaar kunnen vergelijken & de verschillen in benadering &
uitkomst uit te leggen;
2. Beargumenteren waarom een bepaalde sanctie vanuit een bepaalde strafrechtstheorie
gewenst is.

HC 2. Essentie van het strafrecht
Berechting van een strafbaar feit en de daarvan verdachte persoon door de strafrechter.

OM heeft vervolgingsmonopolie: Zij besluiten of ze een zaak voortbrengen aan de rechter.
- OM mag afzien van een vervolging, als het om het algemeen belang gaat voor de
maatschappij.
-
Juwelier Goldies:
1. Man bedreigt door twee inbrekers, om de kluis te openen
 Vrouw schiet de twee mannen neer, met een wapen van de zaak.
 Mannen komen te overlijden
 Zij handelde uit noodweer (art.41 lid 1 Sr.) -> geen vervolging
2. Haar man wordt vervolg voor illegaal wapengebruik.
 Voorheen veroordeeld voort 3 maanden, poging tot doodslag.
 Had voorheen wél wapenvergunning -> ingenomen bij veroordeling.
 Werkstraf 200 uur (art.9,22c lid 1 & 2 Sr)

Materiële strafrecht: inhoud van de straffen
Formeel strafrecht: procedure van het strafrecht (Sv)

Rechtshandhaving: de wet bevat de straffen die nodig zijn om de dader te berechten.
Rechtsbescherming: de regels mogen alleen toegepast worden die het ook echt heeft gedaan.

HC. 3 Legaliteit
Art. 1 Sr.
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling
 Wettelijke strafbepaling: wetten in materiële zin, gemaakt door lagere of
hogere overheden.
Art. 1 Sv
Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien
 Wet = wet in formele zin: opgesteld door de regering & 2de Kamer

Legaliteit garandeert:
1. Wij hebben indirect de strafbare normen vastgesteld, doordat wij op een
democratische wijze de wetgever hebben gekozen. (Voorkomt willekeur)
2. Rechtszekerheid: het wordt voorspelbaar voor de burger, wat strafbaar is. Omdat, die
bekend wordt gemaakt & vastgesteld wordt.
3. Voorkomt de willekeur: dat er geen machtsgreep vgedaan kan worden door de
overheid




1

,Legaliteitseis:
1. Wettelijke basis: moet vastgesteld zijn welke gedraging strafbaar is en wat de
strafbepaling is van deze overtreding/misdrijf (combinatie lex scripta & nulla poena)
2. Verbod van terugwerkende kracht
3. Gebod van toegankelijke & vooral scherpen normen (duidelijkheid = scherpe normen
& toegankelijkheid:
4. Grenzen aan de interpretatievrijheid van de rechter.

‘Tenenlikker’ – R’dam 5 Aug 2007

HR 2 april 1985, NJ 1985, 796 (Onbehoorlijk gedrag)
Art. 4 Algemeen Reelement Vervoer

‘Het is verboden op enige gedeelte van het station of op treinen te vechten,
handtastelijkheden te plegen, vuurwerk af te steken, andere uit te scgelden of lastig
te vallen dan zich op andere wijze behoorlijk gedragen.

Vrouw heeft haar schoenen op een stoel gelegd & agenta uitgescholden voor
‘gorilla’s, hufters, klootzakken & staatpooiers’

1. Raadsman geeft aan dat ‘of lastig te vallen dan zich op andere wijze
behoorlijk gedragen.’ Onduidelijk is & geen concrete norm

2. HR: de norm is voldoende concreet & duidelijk mazakt welke gedragin zijn
verboden & strafbaar gesteld zijn en de verdachte is voldoende in staat om
zxijn gedrag daarop aan te passen.

 Mevrouw had het moeten weten

Rechters interpretatiemethodes:
1. Grammaticale interpretatie;
2. Wetshistorische interpretatie;
3. Wetssytematische interpretatie
4. Teleogische interpretatie



Tongzoen arrest I
HR: 21 april 1998
Op basis van grammaticale interpretatie -> art.242 Sr verkrachtng
Tongzoen II
13 januari 2013
Op basis van wetshistorische interpretatie -> geen verkrachting in de zin van art.242 Sr.




2

,Week1 Kennisclips
HC 2: IRAC-methode arrest lezen

1. Issue: wat is de rechtsvraag
2. Rule: welke rechtsregel moet worden gehanteerd
 Wat kan uit de wetgeving worden afgeleid?
 Wat kan uit de juripudentie worden afgeleid?
 Wat zegt de litratuur dat van belang is voor het antwoord op de rechtsvraag?
3. Application: toepassing van de rechtsregels op feiten in de casus
 Let op: verschil in feitencomplex per zaak (casus vs. Arrest)
4. Conclusion

Week 1B
HC 1. Strafrecht & strafdoel: 4 theorieën

Strafrecht: het recht om te straffen (bewust leed toe te voegen)
Strafdoelen;
1. Verdragstheorieën: wordt geboren en je hebt een overeenkomst me de gemeente
waarin je geboren bent.
2. Absolute theorieën:
3. Relatieve theorieën
4. Verenigingstheorieën

A. Strafgrond: Waar haalt de overheid het recht vandaan om te straffen?
B. Strafdoel: wat wil overheid met de straffen bereiken?

Absolute theorieën: de straf vindt haar rechtvaardigheid in de strafgrond: de vergelding
(gevangenisstraf) van het gepleegde onrecht.
Strafgrond & strafdoel niet te scheiden
Heeft recht op straf
(Kant, Hegel & Polak)

 Klassieke richting: huldigt het beginsel van de vergelding, en wel als
grondslag als doel van de straf
 Confiscatie van het strafrecht
Vergelden als doel of grond
 Geen wraak
Subsidiair:
Proportioneel: de straf staat in verhouding tot de daad
Rechtszekerheid -> Generale preventie: zorgt ervoor dat de maatschappij
 Géén preventief optreden: niet bij vermoeden al straffen om de daad te
voorkomen.
 Daadstrafrecht
Relatieve theorieën
Rechtvaardigheid in de straf -> het doel
 Doel = preventie: straffen om te voorkomen dat er opnieuw strafbare feiten
worden begaan.

3

,  Gaat niet om – vergelding -> bestrijding van toekomstig gevaarlijkheid &
bescherming van de maatschappij
1. Generale preventie: rechtvaardigt de straf, door dreiging met straf afschrikt en op
deze wijze strafbare feiten voorkomt (maatschappij, algemeen)
2. Speciale preventie: gerechtvaardigd om te voorkomen dat de in concreto gestrafte
burger opnieuw strafbare feiten begaat (1 pers.)
 Moderne richting: houdt preventie in
 Voorwaardelijke straffen (art.14a Sr)
 Jeugdstrafrecht (art.77a e.v. Sr)
 Tbs (art.37a Sr)

Verenigingstheorie: mix met klassiek en moderne richting. Basis is klassieke richting,
vergelding (bepaald de bovengrens, max. 4 jaar) incl. doel is preventie. (Bepaalt de specifieke
hoogte van de straf)
 Werkstraf -> maakt de verdachte nuttig voor de samenleving

HC 2. Strafrecht als middel van sociale controle (instrument);
1. Beinvloeden van menselijke gedrag, dat bevordert dat dit overeenkomstig de
rechtsregel verloopt.
2. Het wegnemen/verminderen van de onrust (de onvrede die door het delict in de
samenleving zijn ontstaan.

Naoorlogse strafrecht -> verenigingstheorie
- Humanisme: de verdachte moet altijd als mens kunnen blijven functioneren.

Verenigingstheorie;
1. Ethisch humanisme: (Pompe, Utrechtse school)
2. Rationeel humanisme: (Vrij, Groningse school)
3. Pragmatische humanisme: (Van Bemmelen)

Utrechtse school:
Intensieve samenwerking tussen strafrechtswetenschap, criminologie, penologie, sociologie,
forensische psychiatrie & psychologie.
- Straffen: vergelding van schuld -> leed.
- Werking: niet afschrikwekkend
 Klinieken van TBS
 Moderne school

Groningse school:
Naast wederrechtelijkheid & schuld, óók subsociolialiteit als 3de element
- Subsocioliteit: zeggenen van het sociaal-psychologischeberoering:
1. Herhaling drang bij de dader;
2. Onvoldaanheid van het slachtoffe;
3. Neiging tot navolging van derden: verdachte heeft alleen maar voordeel -> een
andere partij ziet dat & wil ook (veel geld);
4. Ontdaanheid van vierden.
 Niet voldaan aan een van de eisen -> geen straf op basis van Sr.
 Wordt geen derde element
 Opportuniteitsbeginsel -> negatief: als er niet genoeg bewijs is.
- Positief: alleen vervolging zodra het belang ervoor is vanuit de maatschappij

4
$15.10
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
imaansohail Vrije Universiteit Amsterdam
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
29
Miembro desde
5 año
Número de seguidores
23
Documentos
34
Última venta
8 meses hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes