Samenvatting onderzoeksmethodologie en statistiek 2

OM & statistiek
2de bachelor
revalidatiewetenschappen
en kinesitherapie




Kaat Francken
UAntwerpen (2019-2020)

, Biometrie
1 Inleiding
1.1 Definities
Biometrie Biologische verschijnselen meten
Antropologie Wetenschap van de mens
Antropometrie Grootte, proporties en samenstelling meten in het kader van het
menselijke lichaam
Kinantropologie Wetenschap van de beweging van de mens
Kinantropometrie




1.2 Kinantropometrie
1.2.1 Vereisten van een meettechniek
- Relevant en praktisch toepasbaar
- Standaardisatie  alles op dezelfde manier
- Betrouwbaar  de resultaten moeten gelijk zijn inter en intra, nauwkeurig
- Valide  meten wat er gemeten moet worden
- Referentiewaarden  meting kunnen plaatsen

1.2.2 Lichaamsdimensies
= meest gebruikte meting

Componenten:
- Skeletale grootte
- Romp- en lidmaatcomponenten
- Skeletale breedte van de extremiteiten (skeletmassa)
- Spiercomponent (spiermassa)
- Vetcomponent (vetpercentage)

1.2.3 Lichaamsverhoudingen
 Via indexen




1

,1.2.4 Lichaamstype en lichaamsvorm
Lichaamstypologie = creëren van classificaties waarin groepen van individuen kunnen
geplaatst worden op basis van externe somatische verschijningsvormen.
- McCloy = smal, fragiel en lineair type  klein, geblokt en relatief massief type
- Sheldon = interactie endomorfie, mesomorfie en ectomorfie  genotype
- Heath en Carter = lichaamstype bepaald door antropometrische metingen 
fenotype

1.2.5 Lichaamssamenstelling

Directe methode = kadavers

Indirecte methode:
- 2 componenten  vetmassa en vetvrije massa
- Onderwaterweging
- Laboratorium
- Antropometrie
- Bio-elektrische impedantie analyse

1.2.6 Ontwikkelingsleeftijd
Chronologische leeftijd is geen goed criterium voor biologische rijpheid.

4 manieren om de biologische rijpheid te bepalen:
- Seksuele leeftijd
- Dentale leeftijd (gebit)
- Morfologische leeftijd
- Skeletale leeftijd  meest geschikt wanneer we maar 1 criterium gebruiken

De relatie tussen de verschillende leeftijden is niet perfect.

1.2.7 Groot motorische functies
Er zijn verschillende testen om de motorische fitheid te bepalen.

- Eurofit:
 6 domeinen van motorische fitheid
 Kracht
 Spieruithouding
 Lenigheid
 Snelheid
 Evenwicht
 Cardiorespiratoire uithouding
- Cardiorespiratoire uithouding:
 Fietsergometer
 Uithouding shuttle run




2

, 1.3 Applicaties/relevantie
- Groei en verouderingsproces (groeicurves)
- Oefeningen/inspanning/sport
Vb. kenmerken hebben om een goede turnster te zijn
- Gezondheid  afwijkend = risico
- Voeding
- Ergonomie
Vb. wanneer je een fiets gaat komen  juist kader, correct hoogte zadel, …
- Job selectie
Vb. wanneer je als buschauffeur een BMI hoger hebt dan 35 heb je meer risico op
cardiale problemen wat gevaarlijk is wanneer je de bus moet besturen.




3