HRM 2 samenvatting
Les 1:
Leiders (ondernemers) moeten dagelijks besluiten nemen. Dit kunnen bedrijfs- of
sociaaleconomische beslissingen zijn. Leiders moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun
besluiten en dienen daarnaast ook ethisch te handelen.
Ethiek:
Wat is ‘goed’ en ‘kwaad’ in ons gedrag?
Hoe kun je juist handelen (of niet handelen)
Centraal staat de vraag naar wat in concrete situaties het juiste (goede) is om te doen
Wat jij verstaat onder ‘’juist en goed’’ handelen is afhankelijk van jouw eigen moraal.
Moraal:
Iemands perceptie van het juiste. Dit is een samenhang tussen normen en waarden.
Waarden: het uiteindelijke doel dat gerealiseerd wordt door het naleven van bepaalde normen.
Norm: de manier waarop men een (of meerdere) waarde(n) wil realiseren (=gedrag).
Moraal op meerdere niveaus:
- Individu
- Bedrijf (bedrijfsethiek)
- Land (cultuur, gewoonten)
Soorten normen (gedrag):
- Individuele normen
- Collectieve normen
- Universele normen
- Religieuze normen
- Geschreven normen
- Ongeschreven normen
,
, Ethiek is de wetenschap die zich bezig houdt met het structureel analyseren en evalueren van de
moraal.
Analyseren: vergelijken van verschillende oplossingen op basis van functionele gelijkwaardigheid
Evalueren: op basis van je eigen normen en waarden één oplossing kiezen (=besluiten) boven andere
oplossingen
Verantwoordelijkheid:
- De uiting die een persoon geeft aan de moraal (normen en waarden), wanneer deze in
conflict raakt met de moraal van een ander
- Óf tegenstrijdig is met iemands eigen moraal
Les 1:
Leiders (ondernemers) moeten dagelijks besluiten nemen. Dit kunnen bedrijfs- of
sociaaleconomische beslissingen zijn. Leiders moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun
besluiten en dienen daarnaast ook ethisch te handelen.
Ethiek:
Wat is ‘goed’ en ‘kwaad’ in ons gedrag?
Hoe kun je juist handelen (of niet handelen)
Centraal staat de vraag naar wat in concrete situaties het juiste (goede) is om te doen
Wat jij verstaat onder ‘’juist en goed’’ handelen is afhankelijk van jouw eigen moraal.
Moraal:
Iemands perceptie van het juiste. Dit is een samenhang tussen normen en waarden.
Waarden: het uiteindelijke doel dat gerealiseerd wordt door het naleven van bepaalde normen.
Norm: de manier waarop men een (of meerdere) waarde(n) wil realiseren (=gedrag).
Moraal op meerdere niveaus:
- Individu
- Bedrijf (bedrijfsethiek)
- Land (cultuur, gewoonten)
Soorten normen (gedrag):
- Individuele normen
- Collectieve normen
- Universele normen
- Religieuze normen
- Geschreven normen
- Ongeschreven normen
,
, Ethiek is de wetenschap die zich bezig houdt met het structureel analyseren en evalueren van de
moraal.
Analyseren: vergelijken van verschillende oplossingen op basis van functionele gelijkwaardigheid
Evalueren: op basis van je eigen normen en waarden één oplossing kiezen (=besluiten) boven andere
oplossingen
Verantwoordelijkheid:
- De uiting die een persoon geeft aan de moraal (normen en waarden), wanneer deze in
conflict raakt met de moraal van een ander
- Óf tegenstrijdig is met iemands eigen moraal