Oefententamen Retail marketing 1
Let op: echte tentamen heeft 40 vragen
Trends
1.
Consumenten willen dat retailers hun zoekkosten verlagen omdat ze last
hebben van infobesitas.
-Bij welke trend past dit?
a. priori-tijd;
b. transparantie;
c. crosschannel;
d. digitale superconsument.
De consument is een geïnformeerde expert geworden. Teveel informatie
vermoeilijkt het keuze proces. (paragraaf 9.6)
Let op dat je per trendbundel ook bestudeerd welke subtrends,
afnemersbehoeften en competenties hierbij horen
2.
De competentie ‘inspelen op de omvang van woonruimte’ hoort vooral bij
de trendbundel:
a. individualisering;
b. het nieuwe midden;
c. nieuwe markten;
d. het einde van de piramide.
(paragraaf 9.6)
Segmentatie en Customer Journey
3.
Moderetailer Sana Fashion gebruikt de Bock barometer als segmentatie-
instrument.
- Van wat voor soort segmentatie maakt deze moderetailer gebruik?
a. Demografische segmentatie;
b. Psychografische segmentatie;
c. Geografische segmentatie (splitsing van wijken in het
vestigingsgebied);
d. Gedragssegmentatie.
(Hoofdstuk 6 Marktsegmentatie en doelgroepkeuze)
, 4.
- Welke uitspraak over het thema de customer journey is waar?
a. Print advertenties zoals huis aan huisfolders vallen onder de betaalde
en persoonlijke communicatiemethoden; is onjuist onpersoonlijke
b. Sociale media, vergelijkingssites en reviewsites hebben het zoekproces
van de consument veranderd en daarmee is ook de vorm van de customer
journey veranderd; juist, trechter --> vismodel
c. Een doelgroepsegment is een is archetypische shopper;
d. Door middel van webrooming stemt de retailer de online customer
journey af op de offline customer journey.
Hoofdstuk 6 Marktsegmentatie en doelgroepkeuze, Hoofdstuk 17
communicatiebeleid, Sheets!, Reader De Berg)
Winkelpresentatie
5.
Binnen de winkelinrichting kunnen we als retailer gebruik maken van
verschillende verwantschappen zoals koopverwantschap, consumptie-
verwantschap en doelgroepverwantschap. Op basis hiervan worden
plannen gemaakt om de winkel zo optimaal mogelijk in te richten.
-Producten kunnen we dus bij elkaar plaatsen omdat de goederen
eenzelfde behoefte afdekken. Dit doen we dan door middel van:
a. Family grouping;
b. Store design grouping;
c. Pareto grouping;
d. Routing grouping.
Hoofdstuk 18 Presentatiebeleid, Reader De Berg)
6.
- Welke lay-out vorm past het beste bij een boetiek (kleine kledingwinkel)
waarbij funshopping belangrijk is?
a. Looplay-out;
b. Free flow lay-out;
c. Grid lay-out;
d. Spine lay-out.
Hoofdstuk 18 Presentatiebeleid, Reader De Berg)
7.
- Welke bewering over winkelpresentatie is juist?
a. Het customer relevancy model kan gebruikt worden om inzicht te
krijgen in de tweede fase van de winkelpresentatie; onjuist
b. De rechterkant van het buitenpad kan over het algemeen gekenmerkt
worden als een zwakke verkoopzone; onjuist,
c. Een artikel dat als moetgroep gekenmerkt kan worden, kan het beste
bij de kassa geplaatst worden; impulsgroepen, onjuist
d. Consumenten kopen sneller van frontpresentaties dan van
schouderpresentaties.
Hoofdstuk 18 Presentatiebeleid, Reader De Berg)
Let op: echte tentamen heeft 40 vragen
Trends
1.
Consumenten willen dat retailers hun zoekkosten verlagen omdat ze last
hebben van infobesitas.
-Bij welke trend past dit?
a. priori-tijd;
b. transparantie;
c. crosschannel;
d. digitale superconsument.
De consument is een geïnformeerde expert geworden. Teveel informatie
vermoeilijkt het keuze proces. (paragraaf 9.6)
Let op dat je per trendbundel ook bestudeerd welke subtrends,
afnemersbehoeften en competenties hierbij horen
2.
De competentie ‘inspelen op de omvang van woonruimte’ hoort vooral bij
de trendbundel:
a. individualisering;
b. het nieuwe midden;
c. nieuwe markten;
d. het einde van de piramide.
(paragraaf 9.6)
Segmentatie en Customer Journey
3.
Moderetailer Sana Fashion gebruikt de Bock barometer als segmentatie-
instrument.
- Van wat voor soort segmentatie maakt deze moderetailer gebruik?
a. Demografische segmentatie;
b. Psychografische segmentatie;
c. Geografische segmentatie (splitsing van wijken in het
vestigingsgebied);
d. Gedragssegmentatie.
(Hoofdstuk 6 Marktsegmentatie en doelgroepkeuze)
, 4.
- Welke uitspraak over het thema de customer journey is waar?
a. Print advertenties zoals huis aan huisfolders vallen onder de betaalde
en persoonlijke communicatiemethoden; is onjuist onpersoonlijke
b. Sociale media, vergelijkingssites en reviewsites hebben het zoekproces
van de consument veranderd en daarmee is ook de vorm van de customer
journey veranderd; juist, trechter --> vismodel
c. Een doelgroepsegment is een is archetypische shopper;
d. Door middel van webrooming stemt de retailer de online customer
journey af op de offline customer journey.
Hoofdstuk 6 Marktsegmentatie en doelgroepkeuze, Hoofdstuk 17
communicatiebeleid, Sheets!, Reader De Berg)
Winkelpresentatie
5.
Binnen de winkelinrichting kunnen we als retailer gebruik maken van
verschillende verwantschappen zoals koopverwantschap, consumptie-
verwantschap en doelgroepverwantschap. Op basis hiervan worden
plannen gemaakt om de winkel zo optimaal mogelijk in te richten.
-Producten kunnen we dus bij elkaar plaatsen omdat de goederen
eenzelfde behoefte afdekken. Dit doen we dan door middel van:
a. Family grouping;
b. Store design grouping;
c. Pareto grouping;
d. Routing grouping.
Hoofdstuk 18 Presentatiebeleid, Reader De Berg)
6.
- Welke lay-out vorm past het beste bij een boetiek (kleine kledingwinkel)
waarbij funshopping belangrijk is?
a. Looplay-out;
b. Free flow lay-out;
c. Grid lay-out;
d. Spine lay-out.
Hoofdstuk 18 Presentatiebeleid, Reader De Berg)
7.
- Welke bewering over winkelpresentatie is juist?
a. Het customer relevancy model kan gebruikt worden om inzicht te
krijgen in de tweede fase van de winkelpresentatie; onjuist
b. De rechterkant van het buitenpad kan over het algemeen gekenmerkt
worden als een zwakke verkoopzone; onjuist,
c. Een artikel dat als moetgroep gekenmerkt kan worden, kan het beste
bij de kassa geplaatst worden; impulsgroepen, onjuist
d. Consumenten kopen sneller van frontpresentaties dan van
schouderpresentaties.
Hoofdstuk 18 Presentatiebeleid, Reader De Berg)