100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Notas de lectura

Samenvatting hoorcolleges Bestuur(proces)recht I

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
44
Subido en
01-12-2021
Escrito en
2021/2022

Aantekeningen van alle hoorcolleges en werkgroep en samenvatting van het boek. Per onderwerp is ook de relevante jurisprudentie genoemd.

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
1 de diciembre de 2021
Número de páginas
44
Escrito en
2021/2022
Tipo
Notas de lectura
Profesor(es)
Prof. mr. raymond schlössel
Contiene
Todas las clases

Temas

Vista previa del contenido

HC + aantekeningen WG Bestuurs(proces)recht I

Inhoudsopgave
Geschiedenis van het bestuursrecht....................................................................................................................2
Aantekeningen WG..............................................................................................................................................3

Week 2 Bestuursorganen............................................................................................................................... 4
A-organen art. 1:1 lid 1 sub a Awb.......................................................................................................................4
B-organen art. 1:1 lid 1 sub b Awb......................................................................................................................4
Deconcentratie art. 10:22/10:23 Awb.................................................................................................................5
Belanghebbende en belang..................................................................................................................................6
Belanghebbenden art. 1:2 lid 1 Awb...................................................................................................................7
Uitbreidingen van het belanghebbendenbegrip.................................................................................................8
Twee manieren van bevoegdheidsverkrijging......................................................................................................9

Week 5 Soorten bestuursbevoegdheden: vrije en gebonden bevoegdheden.................................................13
Discretie..............................................................................................................................................................14
Beoordelingsruimte............................................................................................................................................14
Beleidsruimte (beleidsvrijheid)..........................................................................................................................15

Week 6 Besluiten I: het besluitbegrip art. 1:3 lid 1 Awb................................................................................16
Besluiten art. 1:3 lid 1 Awb................................................................................................................................17
De overheid als machtsfactor in het privaatrecht.............................................................................................24
De opkomst van het moderne bestuursrecht....................................................................................................24
Toepassingskader doorkruisingsleer..................................................................................................................25
Soorten abbb......................................................................................................................................................28
Formele zorgvuldigheidsbeginsel art. 3:2 Awb..................................................................................................29
Formele rechtszekerheidsbeginsel....................................................................................................................31
Motiveringsbeginsel art. 3:46 Awb...................................................................................................................31
Aantekeningen WG............................................................................................................................................32

Week 10 Materiële normen inzake het bestuurshandelen............................................................................32
Verbod van détournement de pouvoir art. 3:3 Awb..........................................................................................34
Materiële zorgvuldigheidsbeginsel....................................................................................................................34
Evenredigheidsbeginsel art. 3:4 lid 2 Awb.........................................................................................................36

Week 11 Behoorlijk bestuur in Europees perspectief....................................................................................36
Good administration in het Unierecht...............................................................................................................37
EVRM en het nationale bestuursrecht: capita...................................................................................................37
Aantekeningen WG............................................................................................................................................40

Week 12 Unierecht en Nederlands bestuursrecht.........................................................................................41
Kenmerken Unierecht en nationaal bestuursrecht............................................................................................41

, Aantekeningen WG............................................................................................................................................44
Week 1 Plaats en structuur van de Awb in het bestuursrecht

Functies van bestuursrecht
1. Legitimerende functie  Elk overheidsoptreden moet een juridische grondslag
hebben.
2. Instrumentele functie  de rol die dit recht speelt ten behoeve van de vaststelling en
uitvoering van het overheidsbeleid.
3. Waarborgfunctie  door de bestuursrechtelijke normering van het bestuursoptreden
wordt de rechtspositie van de burger gewaarborgd. Rechtsbescherming bij de
bestuursrechter garandeert deze waarborg.

Geschiedenis van het bestuursrecht
- Ontstaan van hedendaags bestuursrecht: twee revoluties als opmaat (industriële
en Franse revolutie) en aandacht voor waarborgfunctie & instrumentele functie.
- Toekomst van het bestuursrecht: invloed van maatschappelijke ontwikkelingen (bv.
ontstatelijking, digitalisering) en invloed van Europa, globalisering…

Voorbeeldvraag 1
De burgemeester van Echt-Susteren weigert een evenementenvergunning voor een
‘veldmotorcross’ in verband met de veiligheid van het publiek en geluidsoverlast. De
weigering van deze vergunning is een beschikking art. 1:3 lid 2 Awb, ook de weigering van
een aanvraag is een beschikking. De beschikking is een bijzonder besluit.

Voorbeeldvraag 2
Een minister is een bestuursorgaan omdat hij orgaan is van de staat.

Het bestuursrecht als rechtsgebied
Het bestuursrecht is vergeleken met het staatsrecht een relatief jong rechtsgebied.
Het ontstaan van het hedendaagse bestuursrecht komt door twee revoluties: de industriële
en de Franse revolutie.
De toekomst van het bestuursrecht:
- Invloed van maatschappelijke ontwikkelingen (bijv. ontstatelijking, digitalisering)
- Invloed van Europa

Het bestuursrecht heeft raakvlakken met andere rechtsgebieden, zoals strafrecht
(handhaving) en het privaatrecht (week 8).

Kenmerken van het bestuursrecht
- Het belang van de wet en het begrip bestuursbevoegdheid
o Legaliteit  primaat van de wetgever
o Specialiteit  doelbinding van het bestuur
- De rechtsbetrekking in het bestuursrecht
o Het dominante besluitmodel  het bestuursorgaan heeft het voor het zeggen
o De ongelijkwaardige relatie tussen bestuur en burger
- Gelede normstelling en bestuurlijke discretie
Trias-vraagstukken kenmerken het bestuursrecht, bijv. rechterlijke toetsing van
beleidsruimte.

De komst van de Awb
Waarom een algemene wet?
- Er is een grondwettelijke opdracht art. 107 lid 2 Gw
- Er moest iets gedaan worden aan de ‘chaotische’ structuur van het bestuursrecht
- Er was te veel ongeschreven en daardoor minder kenbaar bestuursrecht

, - De rechtsbescherming was veel te versnipperd: een bonte verzameling van rechters
en procesregelingen

Overige algemene wetten die van belang zijn, bijv. Wet openbaarheid van bestuur, Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen, Gemeentewet.

Awb en een bijzondere wet
De Awb is een aanbouwwet, delen van de Awb zijn door de tijd tot stand gekomen.
De Awb kent een gelaagde structuur (van algemeen naar bijzonder). Er zijn specifieke
bepalingen over het toepassingsbereik, schakelbepalingen, zoals art. 3:1 lid 2 Awb en
gelijkstelling zoals art. 6:2 Awb.

Awb en de bijzondere wet
- Awb is niet bevoegdheidsverschaffend
- De Awb werkt met verschillende soorten regels en bepalingen
o Regels die de standaard zijn voor het gehele bestuursrecht (art. 1:2)
o Regels voor normale gevallen, tenzij (art. 4:1)
o Rest- of vangnetbepalingen (art. 4:13)
o Facultatieve bepalingen (art. 3:10 lid 1 e.v.)  zijn alleen van toepassing als
de bijzondere wet dat aangeeft.
- Bijzondere wet kan altijd afwijken. Bijv. in de Vreemdelingenwet 2000
- De Awb is een wifz

Aantekeningen WG
De Awb valt uiteen in 3 delen
- Definitiebepalingen (hoofdstuk 1)  bestuursorgaan, belanghebbende, besluit
- Bepalingen inzake bestuurlijke besluitvorming (hoofdstuk 2-4 en 5)
- Bepalingen inzake de rechtsbescherming tegen het bestuur (hoofdstuk 6-8)

Gelaagde structuur
- Van belang voor de toepasbaarheid van de Awb en de rechtsbescherming
- Van algemeen naar bijzonder
- Hoofdstuk 1 is relevant voor de hele Awb
- Hoofdstuk 2 is op al het bestuurshandelen van toepassing
o Besluiten  beoogd rechtsgevolg
o Feitelijke handeling  iets dat geen beoogd rechtsgevolg in het leven roept,
zoals neerzetten van een speeltoestel
Uitzondering art. 3:1 lid 2 Awb, daardoor afd. 3.2 t/m 3.4 mogelijk en overige
afdelingen niet van toepassing.
o Privaatrechtelijke rechtshandeling  een overeenkomst sluiten als
bestuursorgaan
Uitzondering art. 3:1 lid 2 Awb, daardoor afd. 3.2 t/m 3.4 mogelijk en overige
afdelingen niet van toepassing.
- Hoofdstuk 3 is in beginsel van toepassing op alle besluiten
o Beschikkingen
o AVV  zijn regels die voor iedereen gelden
Uitzondering art. 3:1 lid 1 Awb, daardoor afd. 3.2 mogelijk van toepassing,
overige afdelingen van toepassing en afd. 3.6 en 3.7 niet
o Concretiserende besluiten  werkt een avv uit
o Beleidsregels  kadert in bepaalde bevoegdheid in
- Hoofdstuk 4 is alleen van toepassing op bepaalde besluiten
o Beschikkingen  in het bijzonder titel 4.1
o Beleidsregels  in het bijzonder titel 4.3

, Hoofdstuk 6-8 kent ook een gelaagde structuur, maar wel net iets anders dan gelaagde
structuur van hoofdstuk 2-4, omdat je hoofdstuk 6 altijd nodig hebt
- Hoofdstuk 6 geven algemene bepalingen inzake bezwaar en beroep
- Hoofdstuk 7 geven bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep
- Hoofdstuk 8 geven bijzondere bepalingen over de wijze van procedure bij de
bestuursrechter

Bijzonder bestuursrecht
- Bestuursrecht dat niet in beginsel geldt voor het hele terrein van het bestuursrecht.
Het geldt slechts op een bepaald onderdeel.
- Nadruk op Awb, maar deze bepalingen zijn vaak ook van toepassing (bijv. het fiscaal
recht).
- Het kan een wet in formele zin zijn, maar ook lagere regelgeving (bijv. APV).
- In wifz kan worden afgeweken van de Awb.
- Awb kent in beginsel geen bevoegdheden toe. Bestuursrecht wel.

Week 2 Bestuursorganen

Bestuursorgaan  drager van bestuursrechtelijke rechten en verplichtingen,
bestuursrechtelijk rechtssubject

A-organen art. 1:1 lid 1 sub a Awb
1. Rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
Publiekrechtelijke rechtspersoon art. 2:1 BW jo. art. 1:1 lid 1 sub a Awb.
Lid 1  Staat, provincies, gemeenten, waterschappen en lichamen waaraan krachtens
de Grondwet verordende bevoegdheid is verleend. Dit is een abstracte, privaatrechtelijke
bepaling. Vertaling naar het staatsrecht  openbaar lichaam waarbij aan een orgaan
verordende bevoegdheid is verleend.
Nederlandse Orde van Advocaten art. 17 lid 1 Advocatenwet (art. 17 lid 3 is onnodig).
Nederlandse loodsencorporatie art. 6 lid 1 Loodsenwet
Lid 2  Lichamen krijgen in een bijzondere wet rechtspersoonlijkheid toegekend,
concrete toekenning. Bijv. UWV art. 2 lid 2 Wet structuur Uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen, Dienst Wegverkeer art. 4a WVW, CBR art. 4z WVW.
2. Orgaan
Dit is een entiteit binnen de rechtspersoon, die de rechtspersoon (mede) laat
functioneren. Kijken in de organieke regeling van de rechtspersoon.
Orgaan is ongeacht de uitoefening van openbaar gezag.
- Kwalificatie o.g.v. organisatorische kenmerken
- Bevoegdheden doen er niet toe
Gemeente  gemeenteraad, college van B&W, burgemeester (openbaar gezag art. 6
Gemw), secretaris, griffier (geen openbaar gezag art. 100 Gemw.)
Waterschap  algemeen bestuur, dagelijks bestuur, dijkgraaf
Als je als orgaan niet tot een specifieke publiekrechtelijke rechtspersoon behoort, ben je
orgaan van de Staat (ultieme vangnet).

Voorbeeldvraag
Is de heffingsambtenaar een a-orgaan? De ambtenaar is aangewezen door B&W. Hij krijgt
de bevoegdheid om belastingaanslagen vast te stellen en te heffen en is dus een orgaan. De
bevoegdheid wordt vermeld in art. 231 Gemw. en daarmee een a-orgaan.

B-organen art. 1:1 lid 1 sub b Awb
1. Persoon of college  natuurlijk persoon, privaatrechtelijke rechtspersoon of een
orgaan van zo’n persoon art. 2:3 BW
$7.87
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
bojansen2 Hogeschool Arnhem en Nijmegen
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
40
Miembro desde
6 año
Número de seguidores
29
Documentos
19
Última venta
7 meses hace

3.0

3 reseñas

5
0
4
1
3
1
2
1
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes