Hoofdstuk 3 krachten
Zwaartekracht: de zwaartekracht wordt veroorzaakt door de aantrekkingskracht tussen
massa’s. De kracht grijpt aan in het zwaartepunt. Richting naar het midden van de aarde.
Formule: Fz = m x g
Normaalkracht: de normaalkracht is de kracht van de ondergrond op een voorwerp. De
kracht grijpt aan op het raakvlak. De richting is loodrecht op de ondergrond.
Veerkracht: Veerkracht wordt veroorzaakt doordat een veer kracht uitoefent als deze wordt
vervormd. Het aangrijpingspunt is de plaats waar de veer en het voorwerp elkaar raken. De
richting van de veerkracht is tegengesteld aan de richting van de vervorming. Formule: F v= C
xu Hierbij is C de veerconstante in N/m en u de uitrekking in m.
Spankracht: De spankracht is de kracht die wordt uitgeoefend door een touw. Het
aangrijpingspunt is de plaats waar het touw aan het voorwerp vastzit. De richting is naar het
midden van het touw.
Luchtweerstand: De luchtweerstandskracht is de tegenwerkende kracht van de lucht. De
grootte hangt af van de snelheid van het voorwerp en van het voorwerp zelf (stroomlijn en
frontale oppervlakte) Aangrijpingspunt is het frontale oppervlak, richting is tegengesteld aan
de beweging. Formule: Flw= 0.5 x ρ x c x A x v2 ρ is de dichtheid van de lucht in kg/m3, c
is de luchtweerstandcoëfficiënt, A is de frontale oppervlakte in m2, v is de snelheid in m/s.
Rolweerstand: Tegenwerkende kracht op voorwerpen die over de grond rollen. Hangt af van
de kracht waarmee het rollende voorwerp tegen de ondergrond wordt geduwd en de
vervormbaarheid. De rolweerstand is onafhankelijk vd snelheid. Aangrijpingspunt is het
contactoppervlak, richting tegengesteld aan beweging.
Schuifwrijvingskracht: Wordt veroorzaakt door twee contactoppervlakken die langs elkaar
bewegen. Aangrijpingspunt is de plaats waar de twee voorwerpen elkaar raken, richting is
tegengesteld aan de bewegingsrichting. Formule: Fw,schuif = f x Fn f is de wrijvingscoëfficiënt
en Fn de normaalkracht
Gewicht: de kracht van een voorwerp op de ondergrond. Grijpt aan in het raakvlak,
loodrecht op de ondergrond. G=-Fn
Eerste wet van Newton: Fr=0 als v constant is. (richting en snelheid zijn constant, ERB)
Tweede wet van Newton: Fr= m x a
Derde wet van Newton: FAB=-FAB
Krachten komen altijd in paren voor.