Week 1 RA-4
HC Herhaling immunologie
Afweer
Aangeboren immuunsysteem
- Macrofagen, natural killer cellen,
granulocyten
- Gespecialiseerd in herkennen en
verwijderen van hoofdklassen van
pathogenen
- Hoe herkennen aangeboren
immuuncellen de verschillende
klasse van pathogenen?
o Middels TLR= receptoren op
aangeboren immuuncellen
o Op buitenmembraan cel voor herkenning van liganden die op bacteriën/virussen
voorkomen
o Onderdeel van pattern recognition receptors (die PAMPS herkennen op pathogeen)
o Doel is ontstekingsreactie op gang te brengen
- Herkenning van pathogenen door macrofagen:
o 1= expressie van receptoren voor fagocytose (mannose receptor, glucan receptor),
endocytose
o 2= expressie van receptoren voor signalering (TLR-2/4, CD14), leidt tot activatie van
een ontstekingsreactie
o Activatie van TLR4 op macrofaag door LPS afkomstig van gramnegatieve bacterie >
mobilisering van neutrofielen uit het bloed:
Cytokines voor activatie endotheellaag > wat openingen zodat neutrofielen
uit het bloed naar het weefsel kunnen treden
Neutrofielen gaan richting haard van infectie > dragen bij aan opruimen van
de bacteriën
Neutrofielen ruimen pathogeen op nadat ze gelokt zijn door chemokines/ na
activatie endotheel door cytokinen
o Virussen > NK-cellen nodig
Ook gelokt door inflammatoire respons waardoor chemokines gemaakt > NK-
cellen uit bloedbaan naar haard van infectie
- Aangeboren afweer: meestal effectief, maar lokaal en soms onvolledig
Adaptieve immuunsysteem
,B-cellen
- Aangemaakt in beenmerg vanuit stamcellen > via bloed naar lymfoïde organen
o Unieke antigeen receptor (BCR) op membraan > grote diversiteit door random
genherschikking van C, (D) en J gensegmenten
- BCR-activatie > proliferatie en differentiatie tot antilichaam producerende plasmacel (of
memory B-cel)
o Plasmacel= scheiden de receptor uit; deze antilichamen kunnen op de bacterie gaan
zitten > bacterie afgebroken
o Geheugencel= bij 2e keer infectie met hetzelfde pathogeen reageer je veel sneller
- Alle B-cel receptoren op 1 cel herkennen hetzelfde antigeen
- Vijf klassen (isotypen) van antilichamen: IgG, IgD, IgE, IgA, IgM
o Verschillen in constante gedeelte dat ze tot expressie brengen
o Functioneel op verschillende plekken in lichaam
o Naieve B-cellen in bloed: IgM en IgD (monomeer) op oppervlak (IgM is een groot
molecuul, pentameer, dus kan niet makkelijk uit bloedbaan treden)
o Memory B-cellen in bloed en weefsels: IgE (monomeer)
o Memory B-cellen in weefsels: IgG (monomeer)
o Memory B-cellen in slijmvliezen: IgA (dimeer)
- Functie antilichamen: antigeen + antilichaam > antigeen-antilichaamcomplex
o Inactivatie: versterkt fagocytose
Neutralisatie gevaarlijke toxines
Agglutinatie
Precipitatie
o Fixatie en activatie: complement
Leidt tot cel lysis en versterkt fagocytose en ontstekingsreactie
o Staart van antilichaam is bepalend of fagocytose plaatsvindt of versterken van
afweerreacties
- Na activatie B-cellen > klonale expansie van die antigeen herkennende B-cel gevolgd door
differentiatie
o Deel van de kloon differentieert tot plasmacel, en ander deel tot memory cel
o Plasmacel= secretie van
antilichaam naar bloed of
slijmvliezen
o Memory B-cel= recirculatie
van memory B-cel naar alle
lymfoïde organen
o Immuniteit door klonale
expansie en memory cel
distributie: snellere en
hevigere secundaire B-cel
respons bij herinfectie
o Eerst lekfase (aangeboren), na
een week begint adaptieve
immuunsysteem
T-cellen
- Aangemaakt in thymus > via bloed naar lymfoïde organen
- Unieke antigeen receptor (TCR) op membraan > grote diversiteit door random
genherschikking van V, (D) en J gensegmenten
- Effector T-cellen:
, o CD4+ T-helper cellen= bieden hulp door cytokineproductie
o CD8+ cytotoxische T-cellen (killer cel)= doden (virus) geïnfecteerde cellen
- TCR-activatie > differentiatie tot effector T-cel (of memory T-cel)
- Verschil in antigeen herkenning door lymfocyten
o TCR bindt afgebroken eiwit (peptide) als aangeboden door MHC-moleculen
MHC presenteren alleen peptides van eiwitten
MHC-klasse 1 voor stimulatie CD8 T-helper cellen
MHC klasse 2 voor stimulatie CD4 cytotoxische T-cellen
o BCR bindt natief (normaal gevouwen, 3D-structuur) eiwit of suikerstructuur of lipides
etc.
- Antigeen-presenterende cellen breken eiwitten af tot peptiden en presenteren die in MHC-
moleculen
- Naïeve T-cel in drainerende lymfeknooop
o Dendritische cellen polariseren naïeve T-cellen, die natuurl ijke afweercellen selectief
ondersteunen
o Bieden hulp aan aangeboren immuuncellen
- 4 signalen van de mature DC polariseren naïeve T-cellen (Tn) in effector T-cellen
o Signaal 1= TCR- MHC/ peptide
o Signaal 2= co-stimulatie, bevestiging dat er iets gedaan moet worden
o Signaal 3= polarisatie in verschillende T-helpercellen
o Signaal 4= weefselspecifieke migratie (homing)
, Immuunrespons tegen HIV
- Normale reactie
o DC activatie en gaan naar lymfeklier > stimulatie cyt/ helper T-cel
o Antilichamen gemaakt door helpercel
o Cytotoxische cel > granzymes/peroforines > celdood
- Het grote probleem is dat HIV de helper-T cellen infecteert
o Hierdoor geen cytokines gemaakt die B-cel respons gaan helpen en de antilichamen
kunnen maken
o Geen activatie cyt CD8 cellen
- Omdat het immuunsysteem plat wordt gegooid > geen goede afweer tegen oppertunistische
infecties
o Hier kan iemand zelfs aan overlijden zonder behandeling
o Onbehandelde HIV-infectie: verlies van CD4 helper T-cellen leidt tot progressie naar
aids
HC HIV en aids
Ontdekking en epidemiologie HIV
- 1981
o Pentamidine voor behandeling van PCP (pneumocystis pneumonia)
o Niet geregistreerd en in USA alleen verkrijgbaar via CDC (Amerikaanse RIVM)
o Ook bij 26 homoseksuele mannen Kaposi’s sarcoma gevonden en 5 jonge homoseksuelen
PCP
o Clusteren van patiënten suggereerden een gemeenschappelijke onderliggende factor
o Ziekte gepaard met afname van afweer (vooral daling CD4 T-cellen)
o Niet duidelijk waardoor veroorzaakt
o Tasksforce opgezet voor Kaposi’s sarcoom en oppertunistische infecties (infectie die je
niet ziet bij een gezond persoon)
Case definition and surveillance; gebaseerd op symptomen en bloedonderzoek
(CD4 daling aangetoond)
Echter geen moleculaire biologie toen beschikbaar
o Werd vanaf toen aids genoemd
- 1982
o Infectie gepaard met onderdrukking cellulaire afweer, veroorzaakt door overdraagbaar
agens:
Seksueel contact (man/man, vrouw/man)
Bloed en bloedproducten
Moeder op kind
HC Herhaling immunologie
Afweer
Aangeboren immuunsysteem
- Macrofagen, natural killer cellen,
granulocyten
- Gespecialiseerd in herkennen en
verwijderen van hoofdklassen van
pathogenen
- Hoe herkennen aangeboren
immuuncellen de verschillende
klasse van pathogenen?
o Middels TLR= receptoren op
aangeboren immuuncellen
o Op buitenmembraan cel voor herkenning van liganden die op bacteriën/virussen
voorkomen
o Onderdeel van pattern recognition receptors (die PAMPS herkennen op pathogeen)
o Doel is ontstekingsreactie op gang te brengen
- Herkenning van pathogenen door macrofagen:
o 1= expressie van receptoren voor fagocytose (mannose receptor, glucan receptor),
endocytose
o 2= expressie van receptoren voor signalering (TLR-2/4, CD14), leidt tot activatie van
een ontstekingsreactie
o Activatie van TLR4 op macrofaag door LPS afkomstig van gramnegatieve bacterie >
mobilisering van neutrofielen uit het bloed:
Cytokines voor activatie endotheellaag > wat openingen zodat neutrofielen
uit het bloed naar het weefsel kunnen treden
Neutrofielen gaan richting haard van infectie > dragen bij aan opruimen van
de bacteriën
Neutrofielen ruimen pathogeen op nadat ze gelokt zijn door chemokines/ na
activatie endotheel door cytokinen
o Virussen > NK-cellen nodig
Ook gelokt door inflammatoire respons waardoor chemokines gemaakt > NK-
cellen uit bloedbaan naar haard van infectie
- Aangeboren afweer: meestal effectief, maar lokaal en soms onvolledig
Adaptieve immuunsysteem
,B-cellen
- Aangemaakt in beenmerg vanuit stamcellen > via bloed naar lymfoïde organen
o Unieke antigeen receptor (BCR) op membraan > grote diversiteit door random
genherschikking van C, (D) en J gensegmenten
- BCR-activatie > proliferatie en differentiatie tot antilichaam producerende plasmacel (of
memory B-cel)
o Plasmacel= scheiden de receptor uit; deze antilichamen kunnen op de bacterie gaan
zitten > bacterie afgebroken
o Geheugencel= bij 2e keer infectie met hetzelfde pathogeen reageer je veel sneller
- Alle B-cel receptoren op 1 cel herkennen hetzelfde antigeen
- Vijf klassen (isotypen) van antilichamen: IgG, IgD, IgE, IgA, IgM
o Verschillen in constante gedeelte dat ze tot expressie brengen
o Functioneel op verschillende plekken in lichaam
o Naieve B-cellen in bloed: IgM en IgD (monomeer) op oppervlak (IgM is een groot
molecuul, pentameer, dus kan niet makkelijk uit bloedbaan treden)
o Memory B-cellen in bloed en weefsels: IgE (monomeer)
o Memory B-cellen in weefsels: IgG (monomeer)
o Memory B-cellen in slijmvliezen: IgA (dimeer)
- Functie antilichamen: antigeen + antilichaam > antigeen-antilichaamcomplex
o Inactivatie: versterkt fagocytose
Neutralisatie gevaarlijke toxines
Agglutinatie
Precipitatie
o Fixatie en activatie: complement
Leidt tot cel lysis en versterkt fagocytose en ontstekingsreactie
o Staart van antilichaam is bepalend of fagocytose plaatsvindt of versterken van
afweerreacties
- Na activatie B-cellen > klonale expansie van die antigeen herkennende B-cel gevolgd door
differentiatie
o Deel van de kloon differentieert tot plasmacel, en ander deel tot memory cel
o Plasmacel= secretie van
antilichaam naar bloed of
slijmvliezen
o Memory B-cel= recirculatie
van memory B-cel naar alle
lymfoïde organen
o Immuniteit door klonale
expansie en memory cel
distributie: snellere en
hevigere secundaire B-cel
respons bij herinfectie
o Eerst lekfase (aangeboren), na
een week begint adaptieve
immuunsysteem
T-cellen
- Aangemaakt in thymus > via bloed naar lymfoïde organen
- Unieke antigeen receptor (TCR) op membraan > grote diversiteit door random
genherschikking van V, (D) en J gensegmenten
- Effector T-cellen:
, o CD4+ T-helper cellen= bieden hulp door cytokineproductie
o CD8+ cytotoxische T-cellen (killer cel)= doden (virus) geïnfecteerde cellen
- TCR-activatie > differentiatie tot effector T-cel (of memory T-cel)
- Verschil in antigeen herkenning door lymfocyten
o TCR bindt afgebroken eiwit (peptide) als aangeboden door MHC-moleculen
MHC presenteren alleen peptides van eiwitten
MHC-klasse 1 voor stimulatie CD8 T-helper cellen
MHC klasse 2 voor stimulatie CD4 cytotoxische T-cellen
o BCR bindt natief (normaal gevouwen, 3D-structuur) eiwit of suikerstructuur of lipides
etc.
- Antigeen-presenterende cellen breken eiwitten af tot peptiden en presenteren die in MHC-
moleculen
- Naïeve T-cel in drainerende lymfeknooop
o Dendritische cellen polariseren naïeve T-cellen, die natuurl ijke afweercellen selectief
ondersteunen
o Bieden hulp aan aangeboren immuuncellen
- 4 signalen van de mature DC polariseren naïeve T-cellen (Tn) in effector T-cellen
o Signaal 1= TCR- MHC/ peptide
o Signaal 2= co-stimulatie, bevestiging dat er iets gedaan moet worden
o Signaal 3= polarisatie in verschillende T-helpercellen
o Signaal 4= weefselspecifieke migratie (homing)
, Immuunrespons tegen HIV
- Normale reactie
o DC activatie en gaan naar lymfeklier > stimulatie cyt/ helper T-cel
o Antilichamen gemaakt door helpercel
o Cytotoxische cel > granzymes/peroforines > celdood
- Het grote probleem is dat HIV de helper-T cellen infecteert
o Hierdoor geen cytokines gemaakt die B-cel respons gaan helpen en de antilichamen
kunnen maken
o Geen activatie cyt CD8 cellen
- Omdat het immuunsysteem plat wordt gegooid > geen goede afweer tegen oppertunistische
infecties
o Hier kan iemand zelfs aan overlijden zonder behandeling
o Onbehandelde HIV-infectie: verlies van CD4 helper T-cellen leidt tot progressie naar
aids
HC HIV en aids
Ontdekking en epidemiologie HIV
- 1981
o Pentamidine voor behandeling van PCP (pneumocystis pneumonia)
o Niet geregistreerd en in USA alleen verkrijgbaar via CDC (Amerikaanse RIVM)
o Ook bij 26 homoseksuele mannen Kaposi’s sarcoma gevonden en 5 jonge homoseksuelen
PCP
o Clusteren van patiënten suggereerden een gemeenschappelijke onderliggende factor
o Ziekte gepaard met afname van afweer (vooral daling CD4 T-cellen)
o Niet duidelijk waardoor veroorzaakt
o Tasksforce opgezet voor Kaposi’s sarcoom en oppertunistische infecties (infectie die je
niet ziet bij een gezond persoon)
Case definition and surveillance; gebaseerd op symptomen en bloedonderzoek
(CD4 daling aangetoond)
Echter geen moleculaire biologie toen beschikbaar
o Werd vanaf toen aids genoemd
- 1982
o Infectie gepaard met onderdrukking cellulaire afweer, veroorzaakt door overdraagbaar
agens:
Seksueel contact (man/man, vrouw/man)
Bloed en bloedproducten
Moeder op kind